Algemene conferentie
Er was brood
Algemene oktoberconferentie 2020


10:7

Er was brood

Als we ernaar streven om stoffelijk voorbereid te zijn, kunnen we onze beproevingen met meer vertrouwen het hoofd bieden.

Vóór de reisbeperkingen van de coronapandemie kwam ik op een dag terug van een taak in het buitenland. Wegens omstandigheden had ik op zondag een lange tussenstop. Ik had tussen twee vluchten voldoende tijd om een avondmaalsdienst bij te wonen, waar ik ook even mocht spreken. Na de bijeenkomst sprak een enthousiaste diaken me aan. Hij vroeg of ik president Nelson kende en of ik hem weleens de hand had geschud. Ik antwoordde dat ik hem kende, dat ik hem de hand had geschud en dat ik, als lid van de Presiderende Bisschap, een paar keer per week met president Nelson en zijn raadgevers vergaderde.

De jonge diaken ging zitten, gooide zijn handen in de lucht en riep: ‘Dit is de beste dag van mijn leven!’ Broeders en zusters, ik ben misschien een beetje ingetogener, maar ik ben eeuwig dankbaar voor onze levende profeet en voor de leiding van profeten, zieners en openbaarders, vooral in deze moeilijke tijd.

Vanaf het begin heeft de Heer zijn volk aangespoord om zich geestelijk en stoffelijk voor te bereiden op de rampspoed en beproevingen die ons als onderdeel van deze sterfelijke ervaring treffen. Of die rampspoed nu persoonlijk of algemeen is, de leiding van de Heer biedt ons bescherming en steun als wij naar zijn raad luisteren en ernaar handelen. Het verhaal van Jozef in Egypte en zijn geïnspireerde uitleg van de droom van de farao in het boek Genesis is hier een mooi voorbeeld van.

‘Toen zei Jozef tegen de farao: […] God heeft de farao bekendgemaakt wat Hij gaat doen. […]

‘Zie, de komende zeven jaren zal er in heel het land Egypte een grote overvloed zijn.

‘Maar daarna zullen er zeven jaren van hongersnood aanbreken; dan zal al die overvloed in het land Egypte vergeten zijn.’ 1

De farao luisterde naar Jozef en geloofde wat God hem in een droom had getoond. Hij liet meteen voorbereidselen treffen. In de Schriften staat verder:

‘Het land bracht in de zeven jaren van overvloed bij handen vol op,

‘en hij bracht al het voedsel van de zeven jaren […] bijeen. […]

‘Jozef sloeg zeer veel koren op, als zand van de zee, totdat men ophield met tellen, want er was geen tellen meer aan.’ 2

Na de zeven jaren van overvloed ‘begonnen de zeven jaren van hongersnood te komen, zoals Jozef gezegd had. Er was honger in alle landen, maar in heel het land Egypte was brood.’ 3

In deze tijd worden we gelukkig geleid door profeten die weten dat we ons op rampspoed moeten voorbereiden, 4 en die beseffen dat niet iedereen hun raad even goed kan opvolgen.

Het is duidelijk dat de gevolgen van COVID-19 en verwoestende natuurrampen ons allemaal kunnen treffen, ongeacht onze afkomst, ons aanzien, onze godsdienst of onze woonplaats. Mensen zijn hun baan kwijtgeraakt of verdienen minder doordat ze vanwege coronagerelateerde gezondheidsproblemen en wettelijke bepalingen niet in staat zijn te werken.

Ik wil dat u weet dat wij uw situatie begrijpen en met u meeleven. Weet dat er betere dagen in het verschiet liggen. U bent gezegend met een bisschop of gemeentepresident die over zijn wijk- of gemeenteleden met stoffelijke problemen waakt. Hij heeft toegang tot middelen en informatiebronnen waarmee u uw leven weer op de rails krijgt en het pad naar zelfredzaamheid weer kunt bewandelen door u op noodsituaties voor te bereiden.

Aangezien deze pandemie de hele economie en velen individueel ernstige schade heeft toegebracht, wil onze barmhartige Heiland vast niet dat we negeren dat velen het moeilijk hebben, en dat we ze vragen om een voedselvoorraad aan te leggen en te sparen voor de toekomst. Dat betekent echter niet dat we de voorbereidingsbeginselen permanent moeten negeren. We moeten ze ‘in wijsheid en ordelijkheid’ 5 toepassen, zodat wij net als Jozef in Egypte op een dag kunnen zeggen: ‘Er was brood.’ 6

De Heer verwacht niet dat we meer doen dan we kunnen, maar wél dat we doen wat we kunnen, wanneer we het kunnen. President Nelson heeft in de vorige algemene conferentie gezegd: ‘De Heer houdt ervan als wij ons inspannen.’ 7

Het boekje Persoonlijke financiën in verschillende talen

Kerkleiders hebben heiligen der laatste dagen vaak aangespoord om ‘voorbereidingen te treffen tegen onvoorziene omstandigheden in de vorm van een basisvoorraad aan voedsel en water, en enig spaargeld’. 8 Tegelijkertijd moedigen ze ons aan om ‘verstandig’ te zijn en ‘niet tot uitersten’ te gaan 9 bij het aanleggen van een noodvoorraad en een financiële reserve. Het boekje Persoonlijke financiën voor zelfredzaamheid, gepubliceerd in 2017 en momenteel beschikbaar in 36 talen op de website van de kerk, bevat een voorwoord van het Eerste Presidium, waarin staat:

‘De Heer heeft verklaard: “Het is mijn bedoeling voor mijn heiligen te zorgen” [Leer en Verbonden 104:15]. Deze openbaring is een belofte van de Heer dat Hij stoffelijke zegeningen zal verstrekken en de deur naar zelfredzaamheid open zal doen. […]

‘Als u deze beginselen aanvaardt en naleeft, bent u beter in staat om de stoffelijke zegeningen te ontvangen die de Heer ons heeft beloofd.

‘Wij nodigen u uit om deze beginselen te bestuderen en toe te passen, en ze uw gezinsleden bij te brengen. Als u dat doet, zal het u tot zegen zijn [omdat] u een kind van onze hemelse Vader bent. Hij heeft u lief en zal u nooit in de steek laten. Hij kent u en wil u de geestelijke en stoffelijke zegeningen van zelfredzaamheid verstrekken.’ 10

Dit boekje bevat onder meer deze hoofdstukken: Een budget opstellen, Zich aan een budget houden, Uw gezin voor ontbering behoeden, Financiële problemen overwinnen, en Investeren voor later. Het is beschikbaar op de website van de kerk of via uw plaatselijke leiders.

Het voorbeeld van Jozef in Egypte kan ons bij onze voorbereiding inspireren. Kennis van de toekomst was niet voldoende om de ‘magere’ jaren te overbruggen; ze moesten tijdens de ‘vette’ jaren offers brengen. In plaats van alles op te eten wat de onderdanen van de farao konden produceren, werden er grenzen bepaald en gevolgd, waardoor ze voldoende hadden voor hun onmiddellijke en toekomstige behoeften. Het was niet voldoende om te weten dat er een moeilijke tijd in het verschiet lag. Ze moesten actie ondernemen. En dankzij hun inspanningen was er brood. 11

Dat leidt tot deze belangrijke vraag: ‘En nu?’ We moeten allereerst begrijpen dat alle dingen voor de Heer geestelijk zijn, ‘en nimmer’ heeft Hij ons ‘een wet gegeven die stoffelijk was’. 12 Alles wijst dus op Jezus Christus, het fundament waarop we zelfs onze stoffelijke voorbereiding moeten bouwen.

Stoffelijk voorbereid en zelfredzaam zijn, betekent ‘geloven dat we door de genade, ofwel de instaatstellende kracht van Jezus Christus, en onze eigen inspanningen, in staat worden gesteld om alle geestelijke en stoffelijke levensbenodigdheden te verkrijgen die we voor onszelf en ons gezin nodig hebben’. 13

Aanvullende aspecten van een geestelijk fundament voor onze stoffelijke voorbereiding zijn: ‘in wijsheid en ordelijkheid’ handelen, 14 namelijk geleidelijk een voedselvoorraad en financiële reserve aanleggen; en ‘kleine en eenvoudige’ middelen gebruiken, 15 waardoor we ons geloof tonen dat de Heer onze kleine, consequente inspanningen zal grootmaken.

Als ons geestelijk fundament klaar is, kunnen we aan twee belangrijke onderdelen van onze stoffelijke voorbereiding beginnen: onze financiën beheren en een voorraad aanleggen.

Enkele kernbeginselen van goed financieel beheer zijn: tiende en andere offergaven betalen, schulden afbetalen en voorkomen, een budget opstellen en zich eraan houden, en sparen voor de toekomst.

Een kernbeginsel van voorraadaanleg is: voedsel, water en andere levensbenodigdheden opslaan, afhankelijk van individuele en gezinsbehoeften, omdat ‘het beste voorraadhuis’ 16 ons huis is, de ‘meest toegankelijke reserve in tijden van nood’. 17

Als we geestelijke beginselen ter harte nemen en naar inspiratie van de Heer streven, zal Hij ons laten weten wat Hij van ons en van ons gezin verwacht en hoe we de belangrijke beginselen van stoffelijke voorbereiding het beste kunnen toepassen. De belangrijkste stap is ermee beginnen.

Ouderling David A. Bednar heeft het volgende over dat beginsel gezegd: ‘Actie ondernemen is de uitoefening van ons geloof. […] Echt geloof heeft de Heer Jezus Christus als middelpunt en leidt altijd tot handelen.’ 18

Broeders en zusters, in deze steeds veranderende wereld moeten we ons op onzekerheden voorbereiden. Ook al liggen er betere tijden in het verschiet, we weten dat het sterfelijk leven altijd ups en downs zal kennen. Als we ernaar streven om stoffelijk voorbereid te zijn, kunnen we onze beproevingen met meer vertrouwen en vrede in ons hart het hoofd bieden. Dan kunnen we zelfs in moeilijke situaties net als Jozef in Egypte zeggen: ‘Er was brood.’ 19 In de naam van Jezus Christus. Amen.