Algemene conferentie
Uitermate door de Heer begunstigd
Algemene oktoberconferentie 2020


14:7

Uitermate door de Heer begunstigd

Tijden van ellende en teleurstelling veranderen het waakzame oog van de Heer niet, want Hij is ons gunstig gezind en zegent ons.

Jaren geleden waren mijn collega en ik als jonge zendelingen werkzaam in een kleine gemeente op het eilandje Amami Oshima in Japan. Op een dag waren we in de wolken met het nieuws dat president Spencer W. Kimball Azië zou bezoeken, en dat alle leden en zendelingen in Japan werden uitgenodigd om de profeet in een gebiedsconferentie in Tokio te horen spreken. Samen met de gemeenteleden begonnen mijn collega en ik enthousiast plannen te maken voor de conferentie, wat een boottocht van twaalf uur over de Oost-Chinese Zee naar het hoofdeiland van Japan inhield, gevolgd door een treinreis van vijftien uur naar Tokio. Maar het pakte helaas anders uit. Onze zendingspresident liet ons weten dat mijn collega en ik vanwege de afstand en tijd niet naar de conferentie in Tokio mochten gaan.

Ouderling Stevenson en zijn zendingscollega

Toen de leden van onze kleine gemeente naar Tokio vertrokken, bleven wij achter. De volgende dagen voelden stil en leeg. We hielden de avondmaalsdienst alleen in de kleine kapel terwijl de heiligen der laatste dagen en zendelingen van Japan de conferentie bijwoonden.

Gebiedsconferentie Azië

Mijn gevoel van persoonlijke teleurstelling werd nog versterkt toen ik, weliswaar met blijdschap, luisterde naar de gemeenteleden die van de conferentie terugkwamen met het nieuws dat president Kimball een tempel in Tokio had aangekondigd. Ze vertelden dolenthousiast over de vervulling van hun droom. Ze beschreven hoe de leden en zendelingen bij het horen van de aankondiging hun vreugde niet konden onderdrukken en spontaan massaal in de handen klapten.

President Kimball kondigt een tempel in Tokio aan

Na al die jaren herinner ik me nog steeds mijn teleurstelling dat die historische bijeenkomst aan mijn neus voorbij was gegaan.

Ik heb de afgelopen maanden vaak bij deze ervaring stilgestaan. Ik heb namelijk door de wereldwijde COVID-19-pandemie anderen met diepe teleurstellingen en groot verdriet zien kampen – veel groter en dieper dan die van mij als jonge zendeling ooit waren.

Eerder dit jaar beloofde het Eerste Presidium in verband met de toenemende pandemie dat ‘wij als kerkgemeenschap goed burgerschap en zorg voor onze medemensen hoog in het vaandel’ zouden hebben,1 en ‘uiterst voorzichtig’ te werk zouden gaan.2 Zo hebben we de opschorting van kerkbijeenkomsten wereldwijd meegemaakt, de terugkeer van meer dan de helft van het zendingsleger van de kerk naar hun thuisland, en de sluiting van alle tempels in de hele kerk. Duizenden onder u waren van plan om voor eigen verordeningen, waaronder tempelverzegelingen, naar de tempel te gaan. Anderen hebben vervroegd hun zending voltooid, of zijn tijdelijk ontheven en naar een ander gebied geroepen.

Zendelingen keren terug wegens COVID

Gedurende deze tijd hebben overheids- en onderwijsinstellingen scholen gesloten – wat invloed had op diploma-uitreikingen, en waardoor sport-, sociale, culturele en onderwijsgerelateerde evenementen en activiteiten noodgedwongen werden stopgezet. Velen hadden zich voorbereid op evenementen die niet werden bijgewoond, uitvoeringen die niet werden gehoord en een sportseizoen dat niet werd gespeeld.

Nog schrijnender zijn de gedachten aan families die dierbaren hebben verloren in deze periode; de meesten mochten onverhoopt geen uitvaartdienst of andere rouwbijeenkomsten houden.

Kortom, tallozen onder u hebben met hartverscheurende teleurstellingen, verdriet en ontmoediging te maken gehad. Hoe kunnen we dan genezen, volharden en voorwaarts gaan als alles zo’n puinhoop lijkt?

De profeet Nephi begon op de kleine platen te graveren toen hij een volwassen man was. Terugkijkend op zijn leven en bediening verwoordde hij een belangrijk inzicht in het allereerste vers van het Boek van Mormon. Dit vers bevat een belangrijk beginsel waar we in onze tijd iets aan hebben. Na zijn bekende woorden: ‘Ik, Nephi, ben geboren uit goede ouders’, schrijft hij: ‘Ik [heb] in de loop van mijn dagen veel ellende ondervonden, maar [ben] niettemin in al mijn dagen uitermate door de Heer begunstigd.’3

We zijn door het lezen van het Boek van Mormon wel bekend met alle ellende waar Nephi naar verwijst. Toch geeft Nephi na het benoemen van zijn ellende in de loop van zijn dagen vanuit zijn evangelieperspectief aan dat hij in al zijn dagen uitermate door de Heer is begunstigd. Tijden van ellende en teleurstelling veranderen het waakzame oog van de Heer niet, want Hij is ons gunstig gezind en zegent ons.

Virtuele zendingsbijeenkomst
Virtuele zendingsbijeenkomst met ouderling en zuster Stevenson
Virtuele zendingsbijeenkomst met ouderling en zuster Stevenson

Lesa en ik hielden onlangs een virtuele bijeenkomst met zo’n zeshonderd zendelingen in Australië. De meesten hadden met beperkende maatregelen in verband met COVID-19 te maken, velen werkten vanuit hun appartement. We bespraken samen personen in het Nieuwe Testament, het Boek van Mormon en de Leer en Verbonden die door de Heer werden gezegend waardoor ze grootheid in tegenspoed bereikten. Bij allen viel het meer op waartoe ze met de hulp van de Heer in staat waren dan wat ze niet konden doen terwijl ze opgesloten en beperkt waren.

We lazen over Paulus en Silas, die in een kerker met hun voeten in een blok baden, zongen, predikten, getuigden – en zelfs de cipier doopten.4

En wederom over Paulus, die in Rome twee jaar huisarrest had, maar in die tijd voortdurend ‘het Koninkrijk van God [uitlegde]’,5 en ‘onderwijs over de Heere Jezus Christus’ gaf.6

Over Nephi en Lehi, de zonen van Helaman, die na mishandeling en opsluiting door een beschermend vuur omringd werden, terwijl de ‘zachte stem van een volmaakte mildheid [van de Heer] door[drong] tot in het diepste van de ziel’ van wie hen opgepakt hadden.7

Over Alma en Amulek in Ammonihah, die merkten dat velen ‘geloofden en begonnen zich te bekeren en de Schriften te onderzoeken’,8 ook al werden ze vervolgens bespot, en zonder voedsel, water of kleren gebonden en in de gevangenis opgesloten.9

Joseph Smith in de gevangenis te Liberty

En ten slotte over Joseph Smith, die in de gevangenis te Liberty verbleef, zich in de steek gelaten voelde en toen de woorden van de Heer hoorde: ‘Deze dingen [zullen] voor uw bestwil zijn’,10 en ‘God zal met u zijn tot in alle eeuwigheid.’11

Ieder van hen begreep wat Nephi wist: hoewel ze in de loop van hun dagen veel ellende hadden ondervonden, waren ze toch uitermate door de Heer begunstigd.

Ook wij kunnen als individuele leden en als kerk parallellen trekken in hoe we uitermate door de Heer zijn begunstigd gedurende de moeilijke tijden die we de afgelopen paar maanden hebben doorstaan. Laten de voorbeelden die ik noem ook uw getuigenis versterken dat onze levende profeet een ziener is. Hij bereidde ons voor met aanpassingen voordat er van een pandemie sprake was, zodat we de ontstane moeilijkheden daarna aankonden.

Ten eerste: meer thuisgericht en kerkgesteund bezig zijn.

Twee jaar geleden zei president Russell M. Nelson: ‘We zijn eraan gewend geraakt om de “kerk” te zien als iets wat in onze kerkgebouwen gebeurt en wordt gesteund door wat er thuis gebeurt. We moeten dat patroon bijstellen […] naar een thuisgerichte kerk, gedragen door het kerkleven in onze wijk- en ringgebouwen.’12 Wat een profetische aanpassing! Thuisgerichte evangeliestudie wordt inmiddels in praktijk gebracht wegens de tijdelijke sluiting van kerkgebouwen. Zelfs nu de wereld weer normaler begint te worden en we naar de kerk terugkeren, willen we onze thuisgerichte patronen van evangeliestudie en -onderwijs behouden die we tijdens de pandemie ontwikkeld hebben.

Een tweede voorbeeld waarin we uitermate door de Heer zijn begunstigd, is de openbaring over bediening op een verhevener en heiliger manier.

Bediening

President Nelson introduceerde in 2018 bediening als aanpassing ‘in onze manier van zorg dragen voor elkaar’.13 De pandemie heeft talloze gelegenheden geboden om onze bedieningsvaardigheden bij te schaven. Dienende broeders en zusters, jongevrouwen, jongemannen en anderen hebben mensen in nood goed geholpen met contacten, gesprekken, tuinwerk, maaltijden, berichtjes via technologie en de verordening van het avondmaal. De kerk zelf is anderen tijdens de pandemie ook van dienst geweest met een ongekende distributie van artikelen aan voedselbanken, opvangcentra voor daklozen en steunpunten voor immigranten, en met projecten gericht op de ergste hongersituaties in de wereld. ZHV-zusters en hun familieleden gaven gehoor aan de uitdaging om miljoenen maskers voor zorgpersoneel te maken.

Humanitaire-hulpprojecten
Maskers maken

Een laatste voorbeeld waarin we gezegend worden tijdens tegenspoed, is meer vreugde vinden in de hervatting van tempelverordeningen.

Zuster Kaitlyn Palmer

Dit kan ik het beste met een verhaal duidelijk maken. Toen zuster Kaitlyn Palmer afgelopen april haar zendingsoproep kreeg, was ze daar enthousiast over, maar ze vond het net zo belangrijk en speciaal om in de tempel haar begiftiging te ontvangen en heilige verbonden te sluiten. Kort nadat ze een afspraak voor haar begiftiging had gemaakt, kwam de aankondiging dat alle tempels tijdelijk zouden sluiten vanwege de wereldwijde pandemie. Na dit hartverscheurende nieuws kreeg ze ook nog eens bericht dat ze de opleiding voor zendelingen virtueel vanuit haar huis moest volgen. Ondanks deze teleurstellingen hield Kaitlyn heel bewust goede moed.

Zuster Kaitlyn Palmer en thuisopleiding tot zendelinge

In de tussenliggende maanden bleef zuster Palmer hoop houden om naar de tempel te kunnen gaan. Haar familie vastte en bad dat tempels vóór haar vertrek weer open zouden gaan. Kaitlyn begon haar thuisopleiding tot zendelinge ’s ochtends vaak met: ‘Is het vandaag de dag dat er een wonder gebeurt en tempels weer opengaan?’

Op 10 augustus kondigde het Eerste Presidium aan dat Kaitlyns tempel weer voor eigen verordeningen open zou gaan, precies op de dag van haar geplande vroege vlucht naar haar zendingsgebied. Ze kon niet naar de tempel gaan én haar vlucht halen. Haar familie nam met weinig hoop op succes contact op met tempelpresident Michael Vellinga om te zien of het wonder waarvoor ze gebeden hadden gestalte kon krijgen. Hun vasten en gebeden werden verhoord!

Familie Palmer bij de tempel

Om twee uur in de ochtend, enkele uren vóór haar vlucht vertrok, werden zuster Palmer en haar familie, in tranen, begroet bij de ingang van de tempel door de glimlachende tempelpresident met de woorden: ‘Goedemorgen, familie Palmer. Welkom in de tempel!’ Ze werden na haar begiftiging snel naar buiten geloodst, terwijl de volgende familie bij de ingang van de tempel stond te wachten. Ze reden direct naar de luchthaven, net op tijd voor de vlucht naar haar zendingsgebied.

Zuster Palmer bij de luchthaven

De tempelverordeningen die we enkele maanden hebben gemist, krijgen meer betekenis dan we ons ooit hadden voorgesteld, nu tempels over de hele wereld weer in fases opengaan.

Luister tot slot naar de bemoedigende, enthousiaste en opbeurende woorden van de profeet Joseph Smith. Je zou niet denken dat hij ze in ellende en isolatie heeft geschreven, in zijn vrijheid beperkt in een huis in Nauvoo, zich verbergend voor wie hem onrechtmatig wilden oppakken:

‘Welnu, wat horen wij in het evangelie dat wij hebben ontvangen? Een stem van blijdschap! Een stem van barmhartigheid uit de hemel; en een stem van waarheid uit de aarde; blijde tijdingen voor de doden; een stem van blijdschap voor de levenden en de doden; blijde tijdingen van grote vreugde. […]

‘Zullen wij niet voorwaarts gaan in zo’n groot werk? Ga voorwaarts en niet achterwaarts! Houd moed, […] en op, op naar de overwinning! Laat uw hart zich verheugen en buitengewoon verblijd zijn. Laat de aarde in gezang uitbarsten.’14

Broeders en zusters, ik geloof dat ieder van u op een dag terug zal kijken op de geannuleerde evenementen, de kommer, de teleurstellingen en de eenzaamheid als gevolg van de moeilijke tijden die we doormaken, en zal inzien dat die overschaduwd worden door kostbare zegeningen en gegroeid geloof en getuigenis. Ik geloof dat uw ellende, uw Ammonihah, uw gevangenis te Liberty, in dit leven en in het leven hierna voor uw welzijn zal worden geheiligd.15 Ik bid dat wij, net als Nephi, de ellende in de loop van onze dagen kunnen ondergaan terwijl we ook beseffen dat we uitermate door de Heer zijn begunstigd.

Ik besluit met mijn getuigenis van Jezus Christus, die zelf volop ellende heeft doorstaan en als onderdeel van zijn oneindige verzoening onder alles is neergedaald.16 Hij begrijpt ons verdriet, onze pijn en onze wanhoop. Hij is onze Heiland, onze Verlosser, onze hoop, onze troost en onze Bevrijder. Daarvan getuig ik in zijn heilige naam, Jezus Christus. Amen.