Veilig naar huis vergaderd
We bevinden ons in een unieke positie om Israël volgens het plan van de Vader als nooit tevoren aan beide kanten van de sluier te vergaderen.
President Russell M. Nelson, onze dierbare profeet, heeft op ingrijpende wijze onze unieke taak benadrukt om het verstrooide Israël te helpen vergaderen en de wereld voor te bereiden op de wederkomst van Jezus Christus.1 De Vader van onze geest verlangt ernaar dat zijn kinderen veilig naar huis vergaderd worden.
Het plan van onze hemelse Vader om zijn kinderen veilig naar ons hemelse thuis te vergaderen, berust niet op werelds succes, economische status, opleiding, ras of geslacht. Zijn plan berust op rechtschapen leven, zijn geboden onderhouden, heilige verordeningen ontvangen en onze verbonden naleven.2
Aan deze grote vergadering ligt de door God geïnspireerde leer ten grondslag dat we allemaal broeders en zusters zijn en dat ‘allen voor God gelijk’ zijn. Deze leer strookt met het verlangen van wie een beter leven beogen voor mensen met verschillende economische en etnische achtergronden. Wij juichen dergelijke initiatieven toe en sluiten ons erbij aan. Daarnaast willen we dat al Gods kinderen tot Hem komen en de eeuwige zegeningen ontvangen die Hij door zijn evangelie biedt.3 De Heer zegt in zijn voorwoord op de Leer en Verbonden: ‘Luister, o volk van ver; en u die op de eilanden van de zee bent, luister allen.’4
Ik vind het geweldig dat er in het allereerste vers van de Leer en Verbonden ook tot de volken op de ‘eilanden van de zee’ wordt gesproken. Ik heb drie roepingen op eilanden van de zee vervuld. Eerst ben ik als jonge zendeling in Groot-Brittannië werkzaam geweest. Daarna als nieuwe algemeen autoriteit in de Filipijnen en tot slot als gebiedspresident over het gebied Oceanië, waar een groot aantal Polynesische eilanden onder valt.
In die drie gebieden zijn gelovigen tot het herstelde evangelie van Jezus Christus vergaderd. In 1837 kwamen de eerste zendelingen in Groot-Brittannië aan. Dat was een jaar nadat Joseph Smith de Kirtlandtempel had ingewijd, waar Mozes de sleutels had overgedragen ‘van de vergadering van Israël uit de vier delen van de aarde en van het leiden van de tien stammen uit het land in het noorden’.5 Het succes in Groot-Brittannië destijds was legendarisch. In 1851 bestond de helft van het aantal kerkleden uit gedoopte bekeerlingen in Groot-Brittannië.6
In 1961 bezocht ouderling Gordon B. Hinckley de Filipijnen om het land voor het zendingswerk open te stellen. Er was toen slechts één Filipijnse Melchizedeks-priesterschapsdrager. Tegenwoordig zijn er meer dan 850.000 leden van de kerk in de Filipijnen. Ik heb bewondering voor de Filipino’s. Hun liefde voor de Heiland is diep en blijvend.
Wellicht bent u wat minder bekend met het zendingswerk op de Polynesische eilanden. In 1844 arriveerde Addison Pratt in wat nu Frans-Polynesië is.7 Veel Polynesiërs geloofden al in de eeuwige aard van het gezin en aanvaardden Jezus Christus als hun Heiland. Tegenwoordig is bijna 25 procent van alle Polynesiërs op de Polynesische eilanden lid van de kerk.8
Ik heb op een afgelegen Tahitiaans eiland eens naar een 17-jarig meisje geluisterd dat een zevende-generatie lid van de kerk was. Ze sprak vol lof over haar voorouders die zich in 1845 op Tubuai hadden laten dopen. Dat was twee jaar voordat de eerste kerkleden in de Salt Lake Valley aankwamen.9
Onze leer is duidelijk: er zal een tijd en periode aanbreken waarin alle mensen de evangelieboodschap zullen ontvangen en er gehoor aan geven. Deze voorbeelden maken slechts deel uit van een veel groter plaatje. President Nelson heeft voortdurend benadrukt dat de vergadering van Israël ‘de grootste uitdaging, het grootste doel en het grootste werk op aarde in deze tijd’ is.10
Tot aan de herstelling van de Kerk van Jezus Christus, waaronder de publicatie van het Boek van Mormon en de openbaring en priesterschapssleutels die de profeet Joseph Smith ontving, begreep men de vergadering van Israël slechts ten dele en beperkt.11
Jakob ontving de speciale titel ‘Israël’.12 Onder die naam stond het nageslacht van Abraham via Izak en Jakob daarna bekend. De eerste belofte en het eerste verbond dat vader Abraham ontving, staat in Abraham 2:9–10:
‘En Ik zal van u een grote natie maken, […]
‘en Ik zal [alle natiën] zegenen door uw naam; want allen die dit evangelie aanvaarden, zullen naar uw naam worden genoemd en zullen tot uw nakomelingen worden gerekend en zullen zich verheffen en u als hun vader prijzen.’
Tijdens de raadsvergadering in de hemel in het voorsterfelijk leven werd het heilsplan besproken en aanvaard. Bepaalde wetten en verordeningen van het priesterschap maakten er deel van uit. Die zijn vóór de grondlegging van de wereld ingesteld en op de vergadering gegrond.13 Het plan omvatte ook het allesbepalende beginsel van keuzevrijheid.
Nadat Israël als volk enkele eeuwen machtig was geweest onder de regering van onder andere Saul, David en Salomo, raakte het verdeeld. De stam Juda en een deel van de stam Benjamin vormden het koninkrijk Juda. Het overblijfsel, ofwel de tien stammen, vormden het koninkrijk Israël.14 Na 200 jaar afzonderlijk van elkaar te hebben geleefd, werd Israël in 721 v.C. voor het eerst verstrooid. De tien stammen van Israël werden toen gevankelijk door de Assyrische koning weggevoerd.15 Zij gingen later naar de noordelijke landen.16
In 600 v.C., aan het begin van het Boek van Mormon, leidde vader Lehi een Israëlitische kolonie naar Amerika. Lehi begreep dat hij deel uitmaakte van de verstrooiing van Israël. Nephi haalde zijn woorden over het huis van Israël aan: ‘Dat het zou worden vergeleken met een olijfboom, waarvan de takken zouden worden afgebroken en verstrooid over het gehele aardoppervlak.’17
In circa 400 n.C. kwam er een einde aan de geschiedenis van de Nephieten en Lamanieten in de zogenoemde Nieuwe Wereld, die in het Boek van Mormon staat beschreven. De nakomelingen van vader Lehi zijn over heel Amerika verspreid.18
Mormon zegt dit duidelijk in 3 Nephi 5:20: ‘Ik ben Mormon, en een zuivere afstammeling van Lehi. Ik heb reden mijn God en mijn Heiland, Jezus Christus, te loven, omdat Hij onze vaderen uit het land Jeruzalem heeft weggevoerd.’19
Het hoogtepunt in de chronologische geschiedenis van Israël is natuurlijk de geboorte, boodschap, bediening en zending van onze Heer en Heiland, Jezus Christus.20
Na de dood en opstanding van de Heiland werd Juda tussen 70 n.C. en 135 n.C. voor de tweede keer verstrooid. De Joden verspreidden zich toen vanwege de Romeinse onderdrukking en vervolging over de destijds bekende wereld.
President Nelson heeft gezegd: ‘De publicatie van het Boek van Mormon was een teken dat de Heer was begonnen om de kinderen van het verbond te vergaderen.’21 De profeet Joseph Smith heeft het Boek van Mormon door de gave en macht van God vertaald. Het boek is gericht tot de nakomelingen van Lehi, het verstrooide Israël en de andere volken die in de stammen van Israël worden geadopteerd. In het opschrift van 1 Nephi 22 staat: ‘Israël zal over het gehele aardoppervlak worden verstrooid. De andere volken zullen Israël in de laatste dagen verzorgen en met het evangelie voeden.’ De titelpagina van het Boek van Mormon vermeldt een van zijn doelen: ‘ter overtuiging van de Joden en de andere volken dat Jezus de Christus is.’ Met de herstelling en het Boek van Mormon is Israël vergaderen meer gaan inhouden.22
Allen die het evangelie van Jezus Christus aannemen, worden deel van het vergaderde Israël, ongeacht hun afstamming.23 Met deze vergadering van Israël en de talloze bestaande en aangekondigde tempels bevinden we ons in een unieke positie om Israël volgens het plan van de Vader als nooit tevoren aan beide kanten van de sluier te vergaderen.
President Spencer W. Kimball heeft het volgende over de vergadering van Israël gezegd: ‘De vergadering van Israël omvat lidmaatschap van de ware kerk en kennis van de ware God. […] Iemand die het herstelde evangelie aanvaardt, en die met de andere heiligen in zijn land in zijn eigen taal de Heer aanbidt, voldoet aan de wet van de vergadering van Israël en is erfgenaam van alle beloofde zegeningen aan de heiligen in deze laatste dagen.’24
‘De vergadering van Israël houdt nu bekering in.’25
Leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen hebben duidelijk het grote voorrecht om lief te hebben, te delen, uit te nodigen en Israël te helpen vergaderen, zodat mensen alle zegeningen kunnen ontvangen die uit hun verbonden met de Heer voortvloeien. Daar vallen Afrikanen en Europeanen onder, Noord- en Zuid-Amerikanen, Aziaten, Australiërs en de bewoners van de eilanden van de zee. ‘Want voorwaar, de stem van de Heer is tot alle mensen gericht.’26 ‘Deze vergadering zal voortgaan totdat alle rechtvaardigen zich in alle wijken en gemeenten van de heiligen onder de natiën van de wereld hebben vergaderd.’27
Niemand heeft directer over de vergadering gesproken dan president Russell M. Nelson: ‘Elke keer dat je iets doet waarmee je iemand – aan deze of de andere kant van de sluier – helpt om een stapje te zetten in de richting van hun verbonden met God en hun noodzakelijke doop- en tempelverordeningen, help je Israël vergaderen. Zo makkelijk is het.’28
Hoe staat het er momenteel met de kerk voor? In de 62 jaar sinds ik in 1960 zelf op zending ging, is het aantal door de profeet geroepen voltijdzendelingen gestegen van 7683 naar 62.544. Het aantal zendingsgebieden is gestegen van 58 naar 411. Het aantal kerkleden is gestegen van ongeveer 1,7 miljoen naar ongeveer 17 miljoen.
De COVID-19-pandemie heeft het zendingswerk tijdelijk wat beperkingen opgelegd. We hebben daardoor echter ook nieuwe technologieën leren gebruiken, waardoor de vergadering een enorme impuls krijgt. We zijn dankbaar dat leden en zendelingen nu meer doen om het verstrooide Israël te vergaderen. De kerk blijft groeien, met name in Zuid-Amerika en Afrika. We waarderen ook dat zovelen van over de hele wereld gehoor hebben gegeven aan de krachtige oproep van president Nelson om een zending te vervullen. Toch kunnen we ons nog meer toewijden aan liefhebben, delen en uitnodigen.
Een essentieel onderdeel van dit zendingswerk is dat we als leden een lichtbaken en voorbeeld zijn,29 waar we ook wonen.30 We mogen ons niet verschuilen. Ons christelijke voorbeeld van vriendelijkheid, rechtschapenheid, blijheid en oprechte liefde voor alle volken wordt zo niet enkel een lichtbaken, het wordt anderen ook duidelijk dat de verordeningen van heil en verhoging van het herstelde evangelie van Jezus Christus een veilige haven zijn.
Besef goed dat er opmerkelijke zegeningen gepaard gaan met het evangelie van Jezus Christus uitdragen. In de Schriften lezen we over vreugde en vrede, vergeving van zonden, bescherming tegen verleidingen en kracht van God.31 Wanneer we voorbij dit aardse leven kijken, zijn we voorbereid om het evangelie te verkondigen ‘onder hen die zich in de duisternis bevinden en in de slavernij van de zonde in de grote wereld van de geesten van de doden’.32
Vandaag is het mijn gebed dat ieder kind, gezin, quorum, en iedere jongeman, jongevrouw, ZHV en klas bedenkt hoe we individueel en gezamenlijk gehoor kunnen geven aan de krachtige oproep van de Heer en onze dierbare profeet om Israël te helpen vergaderen.
We respecteren keuzevrijheid. In deze seculiere wereld zullen velen geen gehoor geven en niet deelnemen aan de vergadering van Israël. Maar velen zullen dat wel doen. De Heer verwacht van hen die zijn evangelie hebben aanvaard, dat zij er vurig naar streven een lichtbaken en voorbeeld te zijn waardoor anderen tot God komen. Zo kunnen onze broeders en zusters over de hele wereld de hemelse zegeningen en verordeningen van het herstelde evangelie van Jezus Christus ontvangen en veilig naar huis vergaderd worden.
Als apostel getuig ik met zekerheid van de goddelijkheid van Jezus Christus en het plan van onze Vader in de hemel voor ons. In de naam van Jezus Christus. Amen.