Het verhaal van het Boek van Mormon

Wat gebeurt er allemaal in het Boek van Mormon? Kom aan de hand van deze afbeeldingen meer te weten over de profeten en verhalen in dit geweldige Schriftuurlijke boek.

Het Boek van Mormon begint met een profeet die Lehi heet. Hij riep de goddeloze mensen in Jeruzalem op tot bekering, maar ze wilden niet luisteren. De Heer vertelde Lehi dat hij met zijn vrouw, Sariah, en zijn zonen — Laman, Lemuel, Sam en Nephi — de wildernis in moest trekken. (Zie 1 Nephi 1–2.)
Lehi stuurde zijn zonen terug om de Schriften te halen die op koperen platen gegraveerd waren. Die platen bevatten de geschiedenis van hun voorouders en andere dingen die de Heer hun had opgedragen op te schrijven. Lehi en Nephi namen die platen onder hun hoede. Ook schreven zij op metalen platen wat er met hun gezin gebeurde. (Zie 1 Nephi 3–5.)
De Heer gaf Lehi een kompas dat de Liahona werd genoemd om zijn gezin door de wildernis naar het beloofde land te leiden. (Zie 1 Nephi 16.)
De Heer gebood Nephi een schip te bouwen dat Lehi’s gezin naar het beloofde land moest brengen. Nephi gehoorzaamde zijn vader, maar Laman en Lemuël deden dat niet. (Zie 1 Nephi 17.)
Lehi en zijn gezin voeren met het door hen gebouwde schip naar het beloofde land. (Zie 1 Nephi 18.)
Laman en Lemuël bleven hun vader en de Heer ongehoorzaam. Hun nakomelingen worden de Lamanieten genoemd. Nephi bleef zijn vader en de Heer gehoorzamen. Zijn nakomelingen worden de Nephieten genoemd. (Zie 2 Nephi 4–5.)
Na de dood van Lehi en Nephi namen anderen, zoals Nephi’s broer Jakob, de taak over om belangrijke leringen en gebeurtenissen op de platen vast te leggen. (Zie Jakob 1.)
Enos bad om vergeving voor zijn zonden en kreeg die ook. (Zie Enos 1.)
Koning Benjamin bouwde een toren om zijn volk in het evangelie te onderwijzen. (Zie Mosiah 2–6.)
Een goddeloze koning, Noach geheten, liet de profeet Abinadi om het leven brengen. Maar een van de priesters van Noach, Alma, bekeerde zich op grond van de leringen van Abinadi. (Zie Mosiah 11–17.)
Alma ontvluchtte het hof van koning Noach, leerde andere mensen het evangelie en doopte hen. (Zie Mosiah 18.)
Alma’s zoon Alma was niet gehoorzaam. Hij en zijn vrienden, de zonen van Mosiah, waren slecht. Een engel riep hun tot bekering. Alma en de zonen van Mosiah bekeerden zich en predikten de rest van hun leven het evangelie. (Zie Mosiah 27–28.)
Mosiahs zoon Ammon bekeerde vele Lamanieten nadat Ammon koning Lamoni’s kudden had beschermd en zijn vertrouwen had gewonnen. (Zie Alma 17–19.)
Opperbevelhebber Moroni maakte de banier der vrijheid en streed om de vrijheid van zijn volk te verdedigen. (Zie Alma 46, 48.)
Helaman voerde een leger van tweeduizend rechtschapen jongemannen aan. (Zie Alma 53, 56–58.)
De Lamanitische profeet Samuël profeteerde dat Jezus Christus spoedig geboren zou worden. (Zie Helaman 13–16.)
Ver weg in Betlehem werd Jezus Christus geboren. Hij predikte het evangelie, genas en zegende mensen, en vestigde zijn kerk. Daarna is Hij gekruisigd en herrezen. (Zie 3 Nephi 1, 8–10.)
Na zijn opstanding bezocht Hij de rechtvaardige Nephieten en Lamanieten. Hij leerde hun het evangelie en genas en zegende hen, net zoals Hij in het land rondom Jeruzalem had gedaan. (Zie 3 Nephi 11–28.)
Een tienjarige jongen, Mormon, werd gekozen om op latere leeftijd op de platen te schrijven. Op vierentwintigjarige leeftijd begon hij de belangrijkste verhalen van alle kronieken bij elkaar op afzonderlijke metalen platen te graveren. (Zie Mormon 1.)
Voordat Mormon stierf, gaf hij de platen aan zijn zoon Moroni. Moroni was bevelhebber in het leger. Hij was de laatste Nephiet die een grote strijd tussen de Lamanieten en de Nephieten overleefde. (Zie Mormon 6, 8.)
Voordat Moroni stierf, begroef hij de platen in een heuvel, Cumorah genaamd. Ongeveer veertienhonderd jaar nadat Moroni de platen had begraven, bad de veertienjarige Joseph Smith welke kerk de ware was. (Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:5–16.)
Onze hemelse Vader en Jezus Christus bezochten Joseph Smith en vertelden hem dat geen van de kerken waar en volledig was. Joseph zou de ware kerk van Jezus Christus helpen herstellen. (Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:17–20.)
Moroni bezocht Joseph Smith en vertelde hem over de verborgen platen. Op latere leeftijd zou Joseph Smith de platen krijgen en ze vertalen. (Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:27–54.)
Toen Joseph Smith eenentwintig was, ging hij naar de heuvel Cumorah en ontving hij de platen op de plek waar Moroni ze begraven had. (Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:59.)
Joseph Smith vertaalde de woorden op de platen door de macht van God. Hij publiceerde die vertaling als het Boek van Mormon. (Zie het titelblad en de inleiding van het Boek van Mormon.)

Links: foto-illustratie Robert Casey; Gary Smith, Lehi reizend door de kuststreek van de Rode Zee, detail; Walter Rane, Ik gehoorzaamde de stem des Geestes: Joseph Brickey, Lehi en de Liahona; Arnold Friberg, Nephi vermaant zijn opstandige broers, © 1951 IRI; rechts: Arnold Friberg, Lehi en zijn volk komen aan in het beloofde land, © 1951 IRI; Walter Rane, Zij behandelden mij met grote hardvochtigheid; Paul Mann, Nephi schrijft op de gouden platen, © 1988; Walter Rane, Ik verhief mijn stem zodat zij tot de hemelen reikte; Walter Rane, In dienst van uw God; Arnold Friberg, Abinadi verschijnt voor koning Noach, detail, © 1951 IRI; Walter Rane, Tot de kudde Gods toetreden; Walter Rane, Alma, sta op; schilderijen door Walter Rane met dank aan het museum voor kerkgeschiedenis

Links: Arnold Friberg, Ammon verdedigt de kudde van koning Lamoni, © 1951 IRI; Walter Rane, Kom naar buiten, met dank aan het museum voor kerkgeschiedenis; Arnold Friberg, Tweeduizend jonge mannen trekken ten strijde, met dank aan het museum voor kerkgeschiedenis; Arnold Friberg, Samuël de Lamaniet profeteert, © 1951 IRI; Tom Lovell, Mormon maakt een samenvatting van de platen, © IRI; Walter Rane, Alleen ik ben overgebleven, met dank aan het museum voor kerkgeschiedenis; Tom Lovell, Moroni begraaft de platen, © IRI; Walter Rane, De verlangens van mijn hart II; rechts: Del Parson, Hij is opgewekt; Del Parson, Christus en de kinderen uit het Boek van Mormon, © 1995; Tom Lovell, De engel Moroni verschijnt aan Joseph Smith, © 2003 IRI; Jon McNaughton, De heuvel Cumorah; Del Parson, Joseph Smith vertaalt het Boek van Mormon, © 1996 IRI