2013
De reddende hand bieden
oktober 2013


Boodschap van het Eerste Presidium

De reddende hand bieden

President Thomas S. Monson

De noodzaak om onze broeders en zusters te redden die om de een of andere reden van het kerkpad zijn afgedwaald, is voor heiligen der laatste dagen van eeuwige betekenis. Kennen wij mensen die eens het evangelie in hun leven hadden? Zo ja, wat is dan onze reddende taak?

Overweeg de verlorenen onder de bejaarden, de weduwen en weduwnaars, en de zieken. Al te vaak vinden we hen in de droge en afgelegen woestijn van afzondering die eenzaamheid wordt genoemd. Als de jaren gaan tellen, als de gezondheid achteruitgaat, als de levenskracht afneemt, als de vlam van hoop laag flakkert, kunnen een helpende hand en een meedogend hart zoveel goed doen.

Er zijn uiteraard ook anderen die hulp nodig hebben. Sommigen kampen met zonden en anderen dolen in angst, lusteloosheid of onwetendheid. Ieder heeft zo zijn eigen redenen om afstand te nemen van de kerk. En dat zal bijna zeker zo blijven totdat er in ons — de actieve leden van de kerk — het verlangen ontstaat om te redden.

Iemand die de weg wijst

Enkele jaren geleden ontving ik een brief van een man die van de kerk was afgedwaald. De brief is typerend voor veel van onze leden. Na uitgelegd te hebben hoe hij inactief was geworden, schreef hij:

‘Ik had zoveel, maar nu heb ik nog zo weinig. Ik ben ongelukkig en heb het gevoel dat ik overal in faal. Het evangelie is nooit helemaal uit mijn hart gewist, hoewel het geen plaats in mijn leven meer inneemt. Zou u voor mij willen bidden?

‘Vergeet alstublieft de mensen die zijn afgedwaald niet — de verloren heiligen der laatste dagen. Ik weet waar de kerk is, maar soms heb ik het gevoel dat ik iemand anders nodig heb die mij de weg wijst, me aanmoedigt, mijn angst wegneemt en zijn getuigenis geeft.’

Toen ik die brief las, dacht ik terug aan mijn bezoek aan een van de grootste kunstgalerijen van de wereld, het beroemde Victoria and Albert Museum in Londen. Daar hing, prachtig ingelijst, een meesterwerk uit 1831 van Joseph Mallord William Turner. Het is een schilderij met donkere wolken en een woeste zee die gevaar en dood voorspellen. In de verte zie je een lichtje van een schip dat aan de grond is gelopen. Op de voorgrond zie je op de kolkende golven een grote reddingsboot. De mannen trekken hard aan de riemen van deze reddingsboot en trotseren de storm. Op het strand staat een vrouw met twee kinderen in de stromende regen en de snijdende wind. Ze turen angstig over zee. In gedachten korte ik de titel van het schilderij in. Voor mij werd het ‘De reddende hand’.1

In de stormen van het leven schuilt ook gevaar. Er zijn mannen en vrouwen, jongens en meisjes die aan de grond lopen en schipbreuk lijden. Wie zal vrouw en kinderen achterlaten en de reddingsboot bemannen om de reddende hand te bieden?

Onze taak is niet onmogelijk. We zijn in dienst van de Heer en hebben recht op zijn hulp.

Toen de Meester in Galilea werkzaam was, riep Hij vissers op om hun netten achter te laten en Hem te volgen. Hij zei: ‘Ik zal u vissers van mensen maken.’2 Laten we ons bij de vissers van mannen en vrouwen aansluiten en de hulp geven die we te bieden hebben.

Het is onze plicht om de leden te redden die de veiligheid van de kerk hebben verlaten, zodat zij zich weer aan de tafel van de Heer aan zijn woord kunnen vergasten, het gezelschap van de Geest genieten, en ‘geen vreemdelingen en bijwoners meer [zijn], maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods.’3

Het beginsel van liefde

Er zijn twee fundamentele redenen voor deze terugkeer naar de kerk en een verandering in houding, gewoonte of gedrag. Ten eerste komen mensen terug omdat iemand hun hun eeuwige mogelijkheden heeft laten zien en hen weet te motiveren om die te benutten. De minderactieven zullen niet lang tevreden zijn met middelmatigheid als ze zien dat uitmuntendheid binnen hun bereik ligt.

Ten tweede keren mensen terug omdat dierbaren of ‘medeburgers der heiligen’ gehoor geven aan de aansporing van de Heiland om hun naasten als zichzelf lief te hebben4 en eraan meewerken dat de dromen van die mensen uitkomen en hun ambities worden verwezenlijkt.

De katalysator in dit proces is het beginsel van de liefde — en dat zal altijd zo blijven.

De mensen die op het gestrande schip in de storm in Turners schilderij zitten, zijn in zekere zin te vergelijken met velen van onze minderactieve leden die op hulp wachten van hen die de reddingsboten bemannen. Zij smachten naar hulp. Ouders bidden voor hun kinderen. Vrouwen bidden ernstig dat hun echtgenoot bereikt zal worden. Soms bidden kinderen voor hun ouders.

Ik bid dat we het verlangen zullen hebben om de minderactieven te redden en ze tot de vreugde van het evangelie van Jezus Christus terug te brengen, opdat ze met ons zullen deelnemen aan alles wat een volledig lidmaatschap te bieden heeft.

Mogen wij de helpende hand bieden aan de verlorenen om ons heen: de bejaarden, de weduwen, de zieken, de gehandicapten, de minderactieven, en wie de geboden niet in acht nemen. Mogen wij met een mededogend hart onze helpende hand naar hen uitstrekken. Dat zal vreugde in hun hart brengen en ons de diepe voldoening geven die we ervaren als we een ander de helpende hand bieden op het pad naar het eeuwige leven.

Lesgeven met deze boodschap

Overweeg de mensen die u bezoekt te vragen of zij iemand kennen die zelden naar de kerk komt. U kunt iemand uitkiezen en bespreken hoe zij hem of haar liefde kunnen tonen, zoals hem of haar uitnodigen voor een gezinsavond of een maaltijd.

Life-Boat and Manby Apparatus Going Off to a Stranded Vessel Making Signal (Blue Lights) of Distress, Joseph Mallord William Turner © Victoria and Albert Museum (Londen), www.vandaimages.com