‘Alma 2–3: Wie wij verkiezen te gehoorzamen’, Het Boek van Mormon — cursistenboek (2024)
‘Alma 2–3’, Het Boek van Mormon — cursistenboek
Alma 2–3
Wie wij verkiezen te gehoorzamen
Overal in de Schriften hebben profeten ons voortdurend gewaarschuwd dat we met de gevolgen van onze daden te maken zullen krijgen, op basis van wie we verkiezen te volgen. Na een conflict tussen de Nephieten en Amlicieten zette de profeet Mormon bijvoorbeeld uiteen dat de gestorvenen ‘eeuwig geluk of eeuwige ellende [zouden] oogsten volgens de geest die zij hadden beliefd te gehoorzamen, hetzij een goede geest hetzij een kwade’ (Alma 3:26). Deze les kan je meer inzicht geven in de gevolgen van wie je in dit leven verkiest te volgen.
Wat is de moraal van het verhaal?
-
Ken je een verhaal of fabel waaruit een levensles spreekt?
Een klassieke fabel die aan Aesopus, een oude Griekse verhalenverteller, wordt toegeschreven, is ‘De herdersjongen en de wolf’. Het verhaal gaat over een jonge herdersjongen die zijn buren twee keer voor de gek hield dat een wolf de schaapskudde van het dorp aanviel. Tot grote hilariteit van de jongen kwamen diverse dorpelingen aangesneld om hulp te bieden, maar beseften ze dat er geen wolf was. Uiteindelijk viel een echte wolf de kudde aan. Maar toen de jongen de derde keer om hulp riep, schoot niemand hem te hulp.
-
Welke moraal of les schuilt er in dit verhaal?
Net als verhalen en fabels vaak een moraal hebben, komen in de Schriften ook lessen aan de orde en illustreren ze beginselen. Een nuttige Schriftstudievaardigheid bij je studie van het Boek van Mormon is opletten wanneer Mormon duidelijk aangeeft wat zijn doel is om bepaalde verhalen in de kroniek op te nemen. Hij gebruikt vaak zinsneden zoals ‘aldus kunnen wij duidelijk zien’, ‘aldus zien wij’, ‘voorwaar, voorwaar’ of ‘zie’ om ons op beginselen en lessen te wijzen (zie Alma 24:30; 30:60; 48:17; 62:41; Helaman 3:27–28). Als je de lessen en waarheden herkent die Mormon beklemtoonde, kun je daar vaak ook iets mee in je eigen leven. Het kan je Schriftstudie ook doeltreffender maken.
Lees Alma 3:26–27 en let op een beginsel dat Mormon ons met het verhaal in Alma 2–3 wilde overbrengen. Je kunt wat je vindt eventueel markeren.
-
Wat heb je ontdekt?
Let op de zinsnede ‘iedereen ontvangt loon van hem die hij belieft te gehoorzamen’. Om deze passage beter te begrijpen, moet je je indenken dat we werknemers zijn, waarbij onze keuzes bepalen of onze werkgever onze hemelse Vader of Satan is (zie Alma 3:27). In die context verwijst het woord believen naar de voorkeur voor of neiging naar de ene of de andere kant. Iemand die dus neigt naar Satan, bevindt zich al snel bij hem in dienst en ontvangt ‘eeuwige ellende’ als beloning (Alma 3:26). Uiteindelijk onthullen onze keuzes wie we als onze eeuwige werkgever hebben gekozen.
Een mogelijke waarheid uit Alma 3:26–27 is: Wie we in dit leven verkiezen te gehoorzamen, bepaalt ons eeuwige geluk of onze eeuwige ellende.
Denk na over je leven en wie jij verkiest te gehoorzamen. Streef je ernaar om Jezus Christus te volgen? Of volg je iemand anders? Denk vandaag bij je verdere studie over die vragen na.
Amlici wil koning worden
In de beginjaren van de regering van de rechters ondervonden Alma en zijn volk een zware beproeving van hun geloof en geluk.
Lees Alma 2:1–12 en ga na hoe de Nephieten beproefd worden.
-
Wat wil Amlici doen als hij koning wordt? (Zie vers 4.)
-
Hoe reageren de Nephieten?
-
Hoe tonen de Nephieten hun verlangen om de Heiland te volgen?
Keuzes en gevolgen
Neem het volgende schema over in je studiedagboek. Lees de onderstaande verzen en noteer in de desbetreffende kolom welk ‘loon’ we ontvangen als we God of de duivel volgen.
‘Loon van hem die hij belieft te gehoorzamen’ (Alma 3:27)
God volgen |
De duivel of zijn dienstknechten volgen |
---|---|
Alma 2:16–18, 26–31 (Alma en de Nephieten)
Alma 3:4, 13–14, 18–19 (de Amlicieten)
-
Wat is je in deze twee verhalen opgevallen?
NB De vervloeking die zowel de Amlicieten als de Lamanieten ondervonden, was van God afgescheiden zijn wegens hun opstandigheid en ongehoorzaamheid (zie 2 Nephi 5:20–21). Het teken dat de Lamanieten in die tijd van de Nephieten onderscheidde, was dat ‘de huid van de Lamanieten donker [was]’ (Alma 3:6). Het is belangrijk om te bedenken dat we niet precies weten wat dat teken inhield en wat de zichtbare gevolgen ervan waren. Profeten in het Boek van Mormon en hedendaagse profeten hebben aangegeven dat het verkeerd is om mensen vanwege hun huidskleur te beschimpen of op ze neer te kijken (zie Jakob 3:9).
Lees de volgende Schriftteksten en voeg je bevindingen aan je schema toe.
Persoonlijke toepassing
-
Wat heb je opgemerkt of meegemaakt waardoor je de waarheid van het beginsel in Alma 3:26–27 bent gaan inzien?
Denk na over recente keuzes die je helpen om je hemelse Vader en Jezus Christus te volgen. Hoe leiden die tot eeuwig geluk? Maak je keuzes die je mogelijk van de Heiland wegleiden? Besluit wat je wellicht moet doen om te veranderen. Bedenk hoe je hemelse Vader en Jezus Christus je kunnen zegenen en sterken als je ernaar streeft om de juiste keuzes te maken die je naar Hen terugleiden.