De doeleinden van de Heer voor onze beproevingen en moeilijkheden
Hoe zou je aan iemand uitleggen waarom de Heer het toestaat dat we met beproevingen en moeilijkheden te maken krijgen? Mosiah 21–24 gaat over het volk van Limhi en het volk van Alma, die allebei met moeilijkheden te maken krijgen. Het doel van deze les is om je meer vertrouwen te geven in onze hemelse Vader en Jezus Christus op momenten van beproevingen en moeilijkheden.
Mogelijke leeractiviteiten
Lasten dragen
Stel je voor dat je beproevingen, lasten en moeilijkheden stenen zijn die je in een tas of rugzak meezeult.
Met welke beproevingen of lasten krijgen tieners te maken, die als zware stenen in een rugzak kunnen voelen?
Welke vragen zouden mensen kunnen hebben over de lasten die ze dragen?
Let tijdens je studie van vandaag op beginselen waardoor je beter kunt begrijpen waarom de Heer het toestaat dat je deze beproevingen doormaakt.
Het volk van Limhi en het volk van Alma
In Mosiah 21–24 lezen we over twee groepen mensen die zware beproevingen en moeilijkheden ondervinden. De eerste groep woont in het land Nephi en wordt geleid door Limhi, de zoon van koning Noach. De tweede groep woont in het land Helam en wordt geleid door Alma.
Het volk van Limhi
Als de Nephieten, die ondertussen door koning Limhi worden geleid, de leringen en waarschuwingen van Abinadi hebben verworpen, worden ze door de Lamanieten in het land Nephi gevangengenomen en moeten ze hoge belastingen betalen (zie Mosiah 19:15). Zoals de profeet Abinadi heeft geprofeteerd (zie Mosiah 12:5), wordt het volk van Limhi gedwongen voor de Lamanieten te werken en zware lasten te dragen (zie Mosiah 21:3).
Het volk van Alma
Na de dood van Abinadi vluchten Alma en zijn volgelingen naar de wateren van Mormon, waar zij zich laten dopen (zie Mosiah 17:1–4; 18:1–14). Later vluchten ze en stichten ze een rechtschapen nederzetting in het land Helam (zie Mosiah 18:32–34; 23:1–4, 19–20). Het volk van Alma wordt uiteindelijk door de Lamanieten ontdekt en gevangengenomen (zie Mosiah 23:25–29, 36–37). Amulon, een van Noachs goddeloze priesters, krijgt gezag over het volk en begint Alma en zijn volk te onderdrukken (zie Mosiah 24:8–9).
Waarom de Heer het toestaat dat we worden beproefd
Lees de volgende Schriftteksten en let op leringen die verduidelijken waarom de Heer het toestaat dat we met beproevingen en moeilijkheden te maken krijgen. Als je wilt, kun je woorden en zinsneden markeren die voor jou een speciale betekenis hebben.
Welke overeenkomsten en verschillen zijn er tussen de twee groepen mensen en hun beproevingen?
Waaruit blijkt de liefde en zorg van de Heer voor de twee volken?
Waarom staat de Heer toe dat mensen met beproevingen en moeilijkheden te maken krijgen?
De Heer staat toe dat we met beproevingen te maken krijgen, zodat we nederig worden en meer op Hem vertrouwen (zie Mosiah 21:5–14).
Sommige beproevingen en moeilijkheden zijn het gevolg van ongehoorzaamheid (zie Mosiah 21:15).
Onze beproevingen bieden ons de mogelijkheid om de macht van de Heer uit te nodigen en te ervaren (zie Mosiah 21:15–16; 24:14).
De Heer kastijdt zijn volk en beproeft hun geduld en geloof (zie Mosiah 23:21).
Veel mensen denken dat kastijden (zie Mosiah 23:21) hetzelfde is als straffen. Ouderling Lynn G. Robbins van de Zeventig heeft uitgelegd: ‘Het woord kastijden is afkomstig van het Latijnse castigare, wat straffen, tuchtigen betekent, maar etymologisch kan worden herleid tot verbeteren, zuiveren, kuisen van verkeerdheden. [Zie Vroegmiddelnederlands Woordenboek, “kastijden”; Van Dale, Groot woordenboek van de Nederlandse taal, “castigeren”.]’ (‘The Righteous Judge’, , november 2016, 97.) Bedenk hoe de Heer jou nu door je beproevingen en moeilijkheden zuivert.
Hoe kan begrip van deze waarheden de manier beïnvloeden waarop je met je beproevingen omgaat?
Door welke ervaringen ben je gaan inzien waarom de Heer het toestaat dat je met beproevingen te maken krijgt?
Wat heb je vandaag geleerd waardoor je je beproevingen beter kunt begrijpen?