Seminarie
Mosiah 27:1–24: ‘Hij heeft met veel geloof aangaande u gebeden’


‘Mosiah 27:1–24: “Hij heeft met veel geloof aangaande u gebeden”’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek (2024)

‘Mosiah 27:1–24’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek

Mosiah 27:1–24

‘Hij heeft met veel geloof aangaande u gebeden’

een engel houdt Alma de jonge tegen

Weet je hoe het voelt als dierbaren de waarheid verwerpen? Alma de oude en koning Mosiah moeten met verdriet toezien hoe hun familieleden tegen de Heiland en zijn kerk in opstand komen. Dankzij de barmhartigheid van Christus kijken ze met vreugde toe hoe deze dierbaren zich bekeren. In deze les ontdek je hoe je mensen die de leringen van Jezus Christus verwerpen tot Hem kunt helpen terugkeren.

Cursisten vragen stil te staan bij hun gevoelens. Stel vragen die de cursisten uitnodigen over geestelijke ervaringen na te denken en stil te staan bij momenten waarop ze voelden dat een evangeliebeginsel waar was. Stilstaan bij hun gevoelens draagt ertoe bij dat ze het verlangen krijgen om het evangelie na te leven en het in hun hart te laten doordringen. Verzeker de cursisten ervan dat het niet erg is als ze nog geen ervaringen met een bepaald beginsel hebben gehad of die nog niet kunnen herkennen.

Voorbereiding van de cursist: Vraag de cursisten om in de les een verhaal uit de Schriften aan te halen waarin de Heer hulp biedt aan iemand die verloren of opstandig is.

Mogelijke leeractiviteiten

Er is hoop dankzij Christus

Laat de cursisten in stilte het volgende overdenken:

Maak je je zorgen om iemand die het geestelijk moeilijk heeft of die misschien zelfs in opstand komt tegen God? Als dat zo is, houd dan die persoon in gedachten tijdens je studie van vandaag. Als je het zelf geestelijk moeilijk hebt, denk dan gedurende de les aan je eigen situatie.

Laat de volgende zelfbeoordeling zien. Vraag de cursisten naar hun gedachten, waaronder voorbeelden van hun voorbereiding op de les.

Overweeg in hoeverre de volgende uitspraken op jou van toepassing zijn:

  1. Ik denk dat het nog niet te laat is voor iemand die het geestelijk moeilijk heeft of die opstandig is, om door Jezus Christus genezen te worden.

  2. Ik heb in de Schriften en bij mensen om me heen voorbeelden gezien, waardoor ik hoop heb voor mensen die het geestelijk moeilijk hebben of die opstandig zijn.

  3. Ik weet wat ik kan doen om mensen te helpen die het geestelijk moeilijk hebben of die opstandig zijn.

Zoek tijdens je studie van Mosiah 27 naar redenen om hoop te hebben, en wat je kunt doen om mensen te helpen die het geestelijk moeilijk hebben of die opstandig zijn.

De geestelijk verlorenen helpen

Lees Mosiah 27:1, 8–10 en ga na over wie de profeet Alma en koning Mosiah zich zorgen maakten.

  • Welke invloed zouden de keuzes van deze jonge mannen hebben gehad op hun ouders, broers, zussen en vrienden?

Lees Mosiah 27:11–16, 19 en ga na wat de Heer doet om Alma de jonge zijn leven te helpen veranderen en waarom. Bekijk desgewenst ook de video ‘Alma de jonge bekeert zich tot de Heer’ vanaf tijdcode 3:06 tot 6:59.

11:32
  • Welke woorden uit de boodschap van de engel zullen de meeste impact hebben gehad op deze jonge mannen?

  • Hoe blijkt uit deze ervaring Gods liefde en verlangen om deze jonge mannen (en anderen die geestelijk verloren zijn) te redden?

  • Wat zegt de engel in Mosiah 27:14 over de reden dat hij naar Alma de jonge en de zonen van Mosiah is gekomen? (Overweeg de antwoorden op deze vraag in je Schriften te markeren.)

Neem even de tijd om te bedenken over welke beginselen je in deze verzen meer te weten komt.

Vraag de cursisten naar verschillende beginselen. Zet de beginselen die ze noemen op het bord. Als de cursisten uit zichzelf niks noemen, kunt u het volgende beginsel op het bord zetten:

We leren onder meer dit beginsel: Als we met groot geloof bidden voor hen die het geestelijk moeilijk hebben of opstandig zijn, nodigen we de Heer uit om ze tot de kennis van de waarheid te helpen komen.

Bedenk wel dat de Heer de morele keuzevrijheid van degenen voor wie we bidden niet terzijde zal schuiven. Ondanks dat Alma en de zonen van Mosiah door een engel waren bezocht, hadden ze hun keuzevrijheid kunnen gebruiken om zich niet te bekeren. Hoewel onze hemelse Vader misschien geen engel naar onze dierbaren zal sturen, zal Hij onze gebeden op zijn manier en tijd verhoren. We kunnen erop vertrouwen dat Hij ons zal helpen. In de volgende les kom je meer te weten over hoe de Heer de verandering in Alma teweegbracht.

  • Hoe zal Alma de oude hebben gebeden? Wat betekent het volgens jou om ‘met veel geloof’ te bidden (Mosiah 27:14)?

    Hier volgen enkele mogelijke vervolgvragen: Waarom denken jullie dat we erop kunnen vertrouwen dat de Heer zal doen wat het beste is voor mensen die het moeilijk hebben? Waarom is het goed om in gebed te vragen dat ze ‘tot de kennis van de waarheid [zullen] worden gebracht’ (Mosiah 27:14)?

  • Waarom zou de Heer willen dat we bidden voor mensen die het geestelijk moeilijk hebben of die opstandig zijn?

    Vraag vrijwilligers om over hun ervaringen te vertellen als antwoord op de volgende vragen. U kunt ook over een ervaring van uzelf vertellen.

  • Hoe hebben jouw gebeden iemand anders weleens geholpen? Wanneer hebben de gebeden van een ander jou geholpen?

Denk na over dingen die je je hemelse Vader kunt vragen om iemand te helpen die het geestelijk moeilijk heeft. Je kunt ook nu even de tijd nemen om voor die persoon te bidden.

Wat kan ik nog meer doen?

Laat de cursisten in tweetallen werken en wijs elke partner een van de volgende Schriftteksten toe. Laat ze onderling hun bevindingen bespreken.

Lees de volgende Schriftteksten en ga na wat Alma en anderen doen (behalve bidden) om zijn zoon te helpen tot de Heer terug te keren.

Mosiah 27:20–24

Alma 36:17–19 (hier beschrijft Alma de jonge wat zijn vader had onderwezen en hoe zijn woorden hem hadden geholpen)

  • Wat doet Alma, behalve bidden, nog meer om zijn zoon te helpen?

Laat tweetallen eventueel zelf kiezen welke van de volgende onderwerpen ze samen willen bestuderen.

Bestudeer een van de volgende dingen die Alma doet en noteer je gedachten. Denk tijdens je studie aan een dierbare die het geestelijk moeilijk heeft of die misschien zelfs opstandig is:

  1. Vasten: kom meer over vasten te weten op ChurchofJesusChrist.org, in de app Evangeliebibliotheek, de Gids bij de Schriften of andere Schriftteksten, zoals Markus 9:17–18, 25–29. Hoe kan vasten jou of je dierbare helpen? Zijn er nog andere mensen die je kunt vragen om met je mee te vasten?

  2. Getuigen: vergelijk de ervaring van Alma in Alma 36:17–19 met de ervaring van Enos in Enos 1:1–5. Bedenk dat de Heilige Geest mensen de dingen die ze hebben gehoord in herinnering brengt wanneer ze dat nodig hebben (zie Johannes 14:26). Die wetenschap kan ons de moed geven om te getuigen van Christus, zelfs wanneer mensen daar niet open voor lijken te staan. Hij kan ons ook datgene wat we over de Heiland weten en geloven in herinnering brengen wanneer we dat het meest nodig hebben. Hoe kun jij van de Heiland getuigen?

Laat de tweetallen hun bevindingen klassikaal bespreken en over hun ervaringen met vasten of de Heilige Geest vertellen.

Toon eventueel de volgende vragen en geef de cursisten de tijd om deze in hun studiedagboek te beantwoorden.

  • Wat ben je door dit verhaal te weten gekomen over wat je kunt doen om mensen te helpen die het geestelijk moeilijk hebben?

  • Welk advies zou je geven aan iemand die een dierbare heeft die niet snel verandert?

  • Wat kan de Heiland doen voor onze dierbaren? Waarom kun je erop vertrouwen dat Hij ze zal helpen?

  • Waartoe voel je je aangespoord om iemand te helpen tot de Heiland terug te keren?