Seminarie
Mosiah 27:24–37: ‘Geboren uit God’


‘Mosiah 27:24–37: ‘Geboren uit God’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek (2024)

‘Mosiah 27:24–37’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek

Mosiah 27:24–37

‘Geboren uit God’

Alma de jonge bidt

Het bekeringsverhaal van Alma de jonge en de zonen van Mosiah biedt hoop aan eenieder die zich afvraagt of verandering mogelijk is. De Heiland heeft deze jonge mannen, die omschreven worden als ‘de allerafschuwelijkste zondaars’ (Mosiah 28:4), geholpen zodat ze ‘in een staat van rechtvaardigheid’ (Mosiah 27:25) konden worden veranderd. Deze les draagt ertoe bij dat je je bekeert en geloof toont dat de Heiland je hart kan veranderen.

Cursisten helpen om Jezus Christus te leren kennen. Wanneer cursisten zelf de Heiland leren kennen, zullen ze van Hem leren en er bewust naar streven om meer op Hem te lijken. Ze leren zo zijn hulp, hoop en genezing te ontvangen. Dan zullen ze Gods liefde voelen.

Voorbereiding van de cursist: Vraag de cursisten te denken aan dingen in de natuur die grote veranderingen ondergaan (bijvoorbeeld een rups die in een vlinder verandert). Vraag ze eventueel daar een foto van te maken en die aan de klas te laten zien.

Mogelijke leeractiviteiten

Verandering

Vraag de cursisten welke dingen in de natuur grote veranderingen ondergaan, zoals een bloesem die uitgroeit tot een vrucht, of een zaadje dat uitgroeit tot een boom. Toon vervolgens deze afbeelding terwijl u de volgende vragen stelt.

een rups en een vlinder
  • Hoe kunnen we onze geestelijke vooruitgang vergelijken met een rups die in een vlinder verandert?

  • Hoe heeft God het mogelijk gemaakt dat we kunnen veranderen en zoals Hij kunnen worden?

Denk even na over waar je bent op je pad om meer op God te lijken. Is er iets dat je aan jezelf zou willen veranderen of verbeteren? Met welke obstakels zou je te maken kunnen krijgen wanneer je deze gewenste veranderingen wilt aanbrengen?

Vandaag bestudeer je een wonderbaarlijke verandering die de Heiland bij enkele jonge mannen teweeg heeft gebracht. Let tijdens je studie op de ingevingen van de Geest over hoe de Heiland jou ook kan helpen veranderen.

Alma de jonge en de zonen van Mosiah

Toon de volgende afbeelding en vraag een cursist om de klas kort het bijbehorende verhaal te vertellen. Gebruik alleen indien nodig de informatie in de volgende alinea.

een engel verschijnt aan Alma de jonge en de zonen van Mosiah

In het eerste gedeelte van Mosiah 27 lezen we dat God de gebeden van Alma verhoort. God stuurt een engel om Alma de jonge en de zonen van koning Mosiah te overtuigen van de dwaling van hun wegen. Na deze gebeurtenis kan Alma de jonge dagenlang niet spreken en zich niet bewegen (zie Mosiah 27:19, 23). In die tijd wordt hij onbeschrijflijk gekweld wegens zijn zonden. Als hij eindelijk weer kan spreken, beschrijft hij wat de Heer voor hem heeft gedaan.

Vraag een cursist het volgende voor de klas op het bord te zetten.

Zet ‘Verandering is mogelijk dankzij Jezus Christus’ bovenaan een vel papier. Deel vervolgens het vel papier op in drie kolommen. Zet bovenaan de linkerkolom ‘Voor’, bovenaan de middelste kolom ‘De rol van Jezus Christus’, en bovenaan de rechterkolom ‘Na’.

Laat de ene helft van de klas vers 8–10 lezen en de andere helft vers 32–37. Vraag de cursisten vervolgens hun bevindingen op het bord te zetten.

Lees Mosiah 27:8–10 en 28:4 om inzicht te krijgen in hoe Alma de jonge en de zonen van Mosiah eerder in hun leven waren. Zet de beschrijvingen in de kolom ‘Voor’.

Lees nu Mosiah 27:32–37 en noteer in de kolom ‘Na’ in wie ze waren veranderd.

Sta even stil bij de verandering die je hebt gezien bij iemand die zich met geloof in de Heiland heeft bekeerd. (Je kunt daarbij ook aan jezelf denken.) Zet in de kolommen hoe die persoon vóór en na zijn of haar verandering was (of doe dit voor jezelf).

Laat de cursisten naar het bord komen en onder elke kolom één manier zetten waarop ze de persoon die ze in gedachten hadden, hebben zien veranderen.

Lees Mosiah 27:23–26 en let op zinsneden waaruit blijkt wat er nodig is om zoals de Heiland te worden. Het is misschien nuttig om te weten dat het woord vleselijk (zie vers 25) naar werelds of zinnelijk verwijst, en dat de zinsnede ‘[Gods] zonen en dochters worden’ (vers 25) verwijst naar hen die ‘het koninkrijk van God beërven’ (vers 26).

Zet in de kolom ‘De rol van Jezus Christus’ zinsneden die je opvielen. Denk even na over de betekenis ervan. Zoek zo nodig de woorden die je beter wilt begrijpen op in de Gids bij de Schriften.

Vraag de cursisten welke zinsneden ze hebben genoteerd en wat de betekenis ervan is. U kunt ook vragen hoe deze zinsneden de veranderingen beschrijven die ze hebben gezien in hen die tot de Heiland komen. Enkele zinsneden die de cursisten mogelijk vinden, zijn:

  • Door de Heer verlost

  • Wedergeboren

  • Geboren uit God

  • Veranderd van hun vleselijke staat

  • Zijn zonen en dochters worden

  • Aldus worden zij nieuwe schepselen

Een van de waarheden in deze verzen is dat alle mensen door de verzoening van Jezus Christus veranderd dienen te worden.

Hang een afbeelding van Jezus Christus in het midden van het bord op en stel de volgende vragen:

  • Welke zinsneden waaruit de veranderingen blijken die mogelijk zijn dankzij Jezus Christus, hebben voor jou de meeste betekenis? Waarom?

  • Hoe leidt vergeving door de Heiland tot verandering?

  • Wat wordt er volgens vers 24 van ons gevraagd zodat de Heiland ons kan veranderen?

Bekering is een proces, niet een gebeurtenis

Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Hoewel het bekeringsproces zich voor sommigen, zoals Alma, op dramatische wijze voltrekt, is dat eerder uitzondering dan regel. De meesten van ons gaan stapje voor stapje, beetje bij beetje, voorwaarts op onze weg naar meer goedheid, meer nauwgezetheid in het naleven van onze verbonden, meer dienstbaarheid en meer toewijding. (Neil L. Andersen, The Divine Gift of Forgiveness [2019], 11.)

  • Waarom is het belangrijk om de uitspraak van ouderling Andersen in gedachten te houden?

Noteer enkele dingen die we kunnen doen om ons te bekeren en ons geleidelijk door de Heer te laten veranderen. (Lees eventueel de bovenstaande uitspraak van ouderling Andersen nog eens door en lees daarna enkele van de volgende verzen: Mosiah 26:29; 27:35; Alma 36:18; 3 Nephi 9:22; Leer en Verbonden 6:9; 58:42–43).

  • Wat kunnen we doen om ons tot de Heer te wenden en ons te bekeren?

  • Hoe kunnen die inspanningen ons helpen om ons geleidelijk door de Heiland te laten veranderen?

Bekijk de video ‘The Hope of God’s Light’ (6:46) en ga na hoe de Heiland deze persoon ‘stapje voor stapje, beetje bij beetje’ op zijn weg naar meer goedheid heeft geholpen.

6:46

Getuig dat uit het verslag in Mosiah 27 de macht en het verlangen van de Heiland blijkt om eenieder te helpen veranderen die zich met geloof in Hem bekeert.

Laat de cursisten vervolgens het volgende in hun studiedagboek doen.

Neem even de tijd om te bedenken hoe deze les op jou van toepassing is. Noteer in je studiedagboek je gedachten over de volgende vragen:

  1. Met welke geleidelijke veranderingen heeft de Heiland je al geholpen? Wat vind je van je eigen inspanningen en de hulp van de Heer?

  2. Wat is de volgende stap die de Heer wil dat je zet om je te bekeren en jezelf met zijn hulp te blijven veranderen?

  3. Waar zou je in dit proces tegenaan kunnen lopen en hoe kun je je tot de Heer wenden zodat je dit kunt overwinnen?