9 januari

Hoe wil God dat ik voor zijn scheppingen zorg, en dus ook voor mijn lichaam?

Genesis 1–2; Mozes 2–3; Abraham 4–5

Met elkaar overleggen

Onder leiding van een lid van het quorum- of klaspresidium; 10–20 minuten

Zeg eerst samen het jongevrouwenthema of het thema Aäronische-priesterschapsquorums op. Breng daarna een gesprek op gang over het werk van heil en verhoging aan de hand van een of meer van de onderstaande vragen. Je kunt ook zelf vragen bedenken. (Zie Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, 10.2, 11.2, ChurchofJesusChrist.org.) Stel een actieplan op om het besprokene uit te voeren.

• Het evangelie naleven. Waarover ging de vorige les, en welke uitnodigingen of opdrachten hebben we toen gekregen? Wat hebben we gedaan om er gehoor aan te geven?

• Voor de behoeftigen zorgen. Wat kunnen we zeggen of doen om mensen de hand te reiken die zich alleen of ver van onze hemelse Vader verwijderd voelen?

• Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangen. Hoe kunnen we mensen de liefde van Jezus Christus laten voelen?

• Gezinsleden voor eeuwig verenigen. Welke tips kunnen we elkaar geven om ons gezin te versterken?

Doe aan het eind van de les eventueel het volgende:

• Getuig van de behandelde beginselen.

• Herinner de quorum- of klasleden aan de plannen en uitnodigingen die je tijdens de les besproken hebt.

In de leer onderwijzen

Onder leiding van een volwassen leider of jongere; 25–35 minuten

Samen leren

Schrijf de volgende kopjes op het bord om de jongeren te laten nadenken over manieren om beter voor Gods scheppingen te zorgen: De Schepper, De schepping en Onze taken. Laat ze Genesis 1–2 doornemen en noteren wat ze over de Schepper en de schepping te weten komen. Wat staat erin over onze taken? (Zie in het bijzonder Genesis 1:26–28; 2:15.) Hieronder staan enkele ideeën aan de hand waarvan de jongeren kunnen bespreken hoe we voor Gods scheppingen moeten zorgen.

• Hoe ga je de jongeren duidelijk maken dat hun lichaam een heilige schepping van God is? Je kunt bijvoorbeeld vragen wat we over ons lichaam te weten komen in 1 Korinthe 6:19–20; Mozes 2:26–27 en Abraham 4:26–27. Wat betekenen de woorden ‘beeld’ en ‘gelijkenis’? Maak samen een lijstje met dingen die we kunnen doen om zorg te dragen voor ons lichaam. (Zie ‘Lichamelijke en emotionele gezondheid’ in Voor de kracht van de jeugd [boekje, 2011], 25–27.)

• Jongeren worden vaak geconfronteerd met boodschappen waardoor ze zich onzeker voelen over hun lichaam. Moedig ze aan om het filmpje ‘God’s Greatest Creation’ te bekijken. Het staat op ChurchofJesusChrist.org. Laat ze letten op boodschappen waardoor ze dankbaar kunnen zijn voor hun lichaam. (Zie ook Russell M. Nelson, ‘Je lichaam: een prachtig geschenk om te koesteren’, Liahona, augustus 2019, 50–55.) Wat kunnen we zeggen als een vriend(in) of familielid zich onzeker voelt over zijn of haar lichaam?

• Laat de jongeren een of meer van de volgende verzen lezen, en letten op de redenen waarom God de aarde heeft geschapen en hoe Hij wil dat wij ervoor zorgen: Genesis 1:26–28; 2:15; 1 Nephi 17:36; Leer en Verbonden 49:19–21; 59:15–20; 104:13–18; Mozes 2:26–31; 3:15. Welke gedachten komen er bij elk van deze Schriftteksten bij hen op? Laat ze samen een lijst maken met dingen die ze zelf of als groep kunnen doen om hun taak te vervullen en goed voor de aarde te zorgen. (Er staan tips in het ‘Aanvullend materiaal’.) Wat moet er aan onze gedachten en daden veranderen zodat we beter voor de aarde kunnen zorgen?

• Vraag de klas- of quorumleden eventueel vooraf om iets mee naar de les te nemen dat de schoonheid van de aarde belicht die God heeft geschapen, zoals een tekening, een foto of een gedicht. Moedig ze aan om te laten zien wat ze hebben meegebracht en te vertellen wat Gods scheppingen voor hen betekenen. Laat het filmpje ‘Our Home’ (ChurchofJesusChrist.org) zien, en laat de jongeren letten op dingen die aangeven wat de aarde voor God betekent, en die hen inspireren om er zorg voor te dragen.

In geloof handelen

Spoor de quorum- of klasleden aan om te bedenken hoe ze met de ingevingen die ze vandaag hebben gekregen aan de slag willen gaan. Moedig ze aan om hun plan op te schrijven. Als ze dat willen, mogen ze vertellen wat ze van plan zijn. Laat ze zich afvragen hoe hun band met onze hemelse Vader en Jezus Christus wordt versterkt als ze naar hun ingevingen handelen.

Aanvullend materiaal

Manieren waarop we voor de aarde kunnen zorgen:

• Zaadjes zaaien, bomen planten of een tuin aanleggen.

• Zwerfvuil opruimen.

• Een schoonmaak- of recyclingproject organiseren.

• Een wandeling maken en je bezinnen over dingen waar je dankbaar voor bent.

• Kunstwerkjes maken van dingen die je anders zou weggooien, en die tentoonstellen.

• Manieren bedenken om zuinig met energie en water om te springen.

Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

Geef klas- of quorumleden vaak de mogelijkheid om elkaar te onderwijzen, want zij leren vaak het meeste van elkaar, en van dergelijke onderwijservaringen.