22 mei

Hoe kan ik God mijn dankbaarheid tonen?

Deuteronomium 6–8; 15; 18; 29–30; 34

Met elkaar overleggen

Onder leiding van een lid van het quorum- of klaspresidium; 10–20 minuten

Zeg eerst samen het jongevrouwenthema of het thema Aäronische-priesterschapsquorums op. Breng daarna aan de hand van een of meer van de onderstaande vragen een gesprek over het werk van heil en verhoging op gang. Je kunt ook zelf vragen bedenken. (Zie Algemeen handboek, 10.2, 11.2, ChurchofJesusChrist.org.) Stel een actieplan op om het besprokene uit te voeren.

• Het evangelie naleven. Waarover ging de vorige les, en welke uitnodigingen of opdrachten hebben we toen gekregen? Wat hebben we gedaan om er gehoor aan te geven?

• Voor de behoeftigen zorgen. Wat kunnen we doen of zeggen om iets te betekenen voor mensen die zich alleen of ver van onze hemelse Vader verwijderd voelen?

• Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangen. Hoe kunnen we mensen de liefde van Jezus Christus laten voelen?

• Gezinsleden voor eeuwig verenigen. Welke tips kunnen we elkaar geven om ons gezin te versterken?

Doe aan het eind van de les eventueel het volgende:

• Getuig van de behandelde beginselen.

• Herinner de quorum- of klasleden aan de plannen en uitnodigingen die je tijdens de les besproken hebt.

In de leer onderwijzen

Onder leiding van een volwassen leider of jongere; 25–35 minuten

Je geestelijke voorbereiding

God waakt voortdurend over ons en zegent ons. Maar met alle afleiding en verleiding om ons heen is het makkelijk om Hem te vergeten. Dat overkwam de Israëlieten vaak, bijvoorbeeld toen ze in de woestijn ronddoolden en het erg moeilijk hadden. Maar de Heer was genadig en leidde ze naar het beloofde land – daar hadden ze het makkelijker en waren er meer verleidingen, en dus was de kans groot dat ze Hem weer zouden vergeten. De instructies van de Heer in Deuteronomium 6 waren bedoeld om de Israëlieten voortdurend aan Hem en zijn woorden te herinneren (zie vers 6–9).

Hoe zorg je ervoor dat je de Heer en zijn woorden in je hart bewaart, en dat je ‘de Heere […] niet vergeet’? (Deuteronomium 6:12.) Hoe zorgt aan de Heer denken ervoor dat we in alle omstandigheden dankbaar kunnen zijn? Lees bij je lesvoorbereiding Deuteronomium 12:6–9, 12 en Lukas 17:11–19. Lees eventueel ook de toespraak van president Dieter F. Uchtdorf ‘Dankbaar onder alle omstandigheden’ (Liahona, mei 2014, 70–77).

Als we veel aan de Heer denken, kunnen we in alle omstandigheden dankbaar zijn.

Samen leren

Breng een gesprek over de Heer indachtig zijn op gang door de jongeren te vragen of ze weleens iets belangrijks zijn vergeten. Wat gebeurde er toen? Wat gebeurt er als we vergeten welke geweldige dingen de Heer voor ons heeft gedaan? Laat je klas of quorum Deuteronomium 6:4–9, 20–25 doornemen. Wat staat er in deze verzen over denken aan Gods goedheid in ons leven? Kies een of meer van de onderstaande activiteiten uit om de jongeren meer dankbaarheid voor Gods goedheid bij te brengen, en ze te leren Hem te danken.

• Door samen Lukas 17:11–19 te lezen gaan de jongeren overwegen waarom het belangrijk is dat we God onze dankbaarheid tonen. Stel eventueel vragen waardoor ze dit verhaal op zichzelf gaan toepassen. Bijvoorbeeld: Waarom zouden 9 van de 10 melaatsen niet zijn teruggekomen om de Heiland te bedanken? Hoe komt het dat we soms nalaten God onze dankbaarheid te betuigen? Laat de jongeren denken aan situaties waarin ze dankbaar waren, ook al was dat moeilijk. Welke invloed kan dankbaarheid tonen op ons hebben? Waarom is het belangrijk dat we God onze dankbaarheid betuigen? (Er zijn antwoorden te vinden in de Schriftverwijzingen in het ‘Aanvullend materiaal’.) Wat kunnen we doen om God onze dankbaarheid te tonen?

• Er zijn veel lofzangen van dankzegging, zoals ‘Gij zijt groot’ en ‘Tel uw zegeningen’ (Lofzangen, nr. 54, 163). Je kunt de jongeren in de tekst van deze lofzangen laten zoeken naar dingen waarvoor ze dankbaar zijn. Laat ze vertellen wat ze hebben gevonden en waarom ze er dankbaar voor zijn. Je kunt samen een paar lofzangen zingen.

• De toespraak van president Dieter F. Uchtdorf ‘Dankbaar onder alle omstandigheden’ geeft tips om dankbaarder te zijn. Je kunt de jongeren helpen iets van deze toespraak op te steken door ze in groepjes op te delen en elk groepje een deel van de toespraak te geven. Laat ze een zin(snede) voorlezen die volgens hen het advies van president Uchtdorf samenvat. Moedig ze aan om te vertellen wat ze over dankbaarheid hebben geleerd. Zie ‘President Russell M. Nelson: een profetisch gebed van dankbaarheid, hoop en genezing voor de wereld’ (ChurchofJesusChrist.org). Wat kunnen we doen om ‘dankbaar onder alle omstandigheden’ te zijn, wat die omstandigheden ook mogen zijn? Welke voorbeelden kennen we van mensen die ondanks hun moeilijke omstandigheden dankbaar waren?

In geloof handelen

Spoor de quorum- of klasleden aan om te bedenken hoe ze met de ingevingen die ze vandaag hebben gekregen aan de slag willen gaan. Moedig ze aan om hun plan op te schrijven. Als ze dat willen, mogen ze vertellen wat ze van plan zijn. Laat ze zich afvragen hoe hun band met onze hemelse Vader en Jezus Christus wordt versterkt als ze naar hun ingevingen handelen.

Aanvullend materiaal

• Mosiah 2:19–24 (We moeten God loven en danken.)

• Alma 34:38; 37:37; Leer en Verbonden 46:32; 59:7, 15–21 (We moeten voor alles danken.)

• Psalmen 107:8–9; Filippenzen 4:6–7; Leer en Verbonden 78:19 (De zegeningen van dankbaarheid.)

• Dale G. Renlund, ‘Sta stil bij de goedheid en grootheid van God’, Liahona, mei 2020, 41–44

• ‘Dankbaarheid’ in Voor de kracht van de jeugd (boekje, 2011), 18

Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

De Heiland kende zijn volgelingen en wist wie zij konden worden. Die kennis beïnvloedde de manier waarop Hij hen onderwees. Hoe kun je te weten komen wat de interesses, behoeften en problemen van de jongeren zijn, zodat je ze effectiever kunt onderwijzen?