Oude Testament 2022
11 september. Hoe kan ik weer rein en gelukkig worden nadat ik heb gezondigd? Jesaja 1–12


‘11 september. Hoe kan ik weer rein en gelukkig worden nadat ik heb gezondigd? Jesaja 1–12’, Kom dan en volg Mij – voor Aäronische-priesterschapsquorums en jongevrouwenklassen: leerstellige onderwerpen 2022 (2021)

‘11 september. Hoe kan ik weer rein en gelukkig worden nadat ik heb gezondigd?’, Kom dan en volg Mij – voor Aäronische-priesterschapsquorums en jongevrouwenklassen: leerstellige onderwerpen 2022

jongeman glimlacht

11 september

Hoe kan ik weer rein en gelukkig worden nadat ik heb gezondigd?

Jesaja 1–12

met elkaar overleggen (pictogram)

Met elkaar overleggen

Onder leiding van een lid van het quorum- of klaspresidium; 10–20 minuten

Zeg eerst samen het jongevrouwenthema of het thema Aäronische-priesterschapsquorums op. Breng daarna aan de hand van een of meer van de onderstaande vragen een gesprek over het werk van heil en verhoging op gang. Je kunt ook zelf vragen bedenken. (Zie Algemeen handboek, 10.2, 11.2, ChurchofJesusChrist.org.) Stel een actieplan op om het besprokene uit te voeren.

  • Het evangelie naleven. Hoe kunnen we beter met problemen en beproevingen omgaan door ons tot de Heer te wenden?

  • Voor de behoeftigen zorgen. Wie van onze kennissen heeft behoefte aan onze gebeden en onze vriendschap?

  • Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangen. Welke plannen om het evangelie uit te dragen zijn er in de jongerenwijkraad besproken? Hoe kan onze klas of ons quorum daaraan meewerken?

  • Gezinsleden voor eeuwig verenigen. Hoe kunnen we onze band met onze hemelse Vader en Jezus versterken door aan onze familiegeschiedenis te werken?

Doe aan het eind van de les eventueel het volgende:

  • Getuig van de behandelde beginselen.

  • Herinner de quorum- of klasleden aan de plannen en uitnodigingen die je tijdens de les besproken hebt.

In de leer onderwijzen

Onder leiding van een volwassen leider of jongere; 25–35 minuten

Je geestelijke voorbereiding

Als we ons schuldig voelen nadat we hebben gezondigd, moeten we een keuze maken. Hoewel die gevoelens pijnlijk zijn, kunnen ze ons tot zegen zijn als we erdoor tot bekering worden gebracht. Maar Satan wil ons wijsmaken dat die gevoelens bewijzen dat God niet van ons houdt. Hij wil dat we ons ontmoedigd en hopeloos voelen. Er zitten wellicht jongeren in je klas of quorum die door dergelijke gevoelens worden geplaagd. Misschien vragen ze zich af of ze ooit nog rein en gelukkig kunnen zijn. Hoe kun je ze helpen om hoop in de verzoening van de Heiland te vinden?

De profeet Jesaja veroordeelde mensen in niet mis te verstane bewoordingen omwille van hun zonden. Maar hij getuigde ook wat de Heiland kon doen: ‘Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw’ (Jesaja 1:18). Denk hier deze week bij je studie van Jesaja 1–12 over na. Wat kan de jongeren ertoe aanzetten om zich tot Jezus Christus te wenden met het geloof dat de last van hun zonden kan worden weggenomen? Bestudeer ook het getuigenis dat zuster Sharon Eubank in haar toespraak ‘Christus: het licht dat in de duisternis schijnt’ (Liahona, mei 2019, 73–76) van Christus geeft.

jongevrouwenklas

Dankzij Jezus Christus kan onze zondenlast worden weggenomen.

Samen leren

Vraag de jongeren vooraf om iets roods en iets wits mee te brengen ter illustratie van Jesaja 1–12. Je kunt die voorwerpen laten zien terwijl jullie samen Jesaja 1:16–18 lezen. Laat de jongeren dan in hun eigen woorden vertellen wat ze uit deze verzen leren. (Zie wat zuster Sharon Eubank over vers 18 zegt in ‘Christus: het licht dat in de duisternis schijnt’.) Hieronder staan nog meer activiteiten die het geloof in de macht van de Heiland om ons geestelijk te reinigen, kunnen aanwakkeren.

  • Door in de Schriften voorbeelden van bekering te bestuderen, kunnen de jongeren erop gaan vertrouwen dat Jezus Christus hen geestelijk kan reinigen. Schrijf de volgende of soortgelijke namen op het bord: Saulus (later Paulus), Alma de jonge, Zeëzrom, de Anti-Nephi-Lehieten. Je kunt ook twee reeksen Schriftuurplaatsen op het bord schrijven: Handelingen 8:3; Mosiah 27:8–10; Alma 11:21–23; Alma 17:12–15 (deze mensen in hun zondige staat) en Handelingen 9:13–20; Alma 36:17–24; Alma 15:5–12; Alma 23:6–12 (nadat deze mensen zich tot de Heiland hadden gewend en zich hadden bekeerd). Laat de jongeren uitzoeken welke naam bij welke Schrifttekst hoort. Wat deden deze mensen om zich te bekeren? Wat komen we in deze verhalen te weten over de bereidheid van de Heiland om te vergeven? Zit er een patroon in dat wij kunnen volgen?

  • Om de leden van je klas of quorum een dieper begrip van vergeving van zonde bij te brengen, laat je elke jongere een metafoor of een gelijkenis bestuderen. Bijvoorbeeld: de verloren zoon (zie Lukas 15:11–24); de Heiland is onze Herder (alinea 5–8 in de toespraak van ouderling Dale G. Renlund ‘Onze goede Herder’ [Liahona, mei 2017, 29–32]); de kapotte piano (het begin van de toespraak van zuster Cristina B. Franco ‘De genezende kracht van Jezus Christus’ [Liahona, november 2020, 60–62]). Laat de jongeren de metafoor of gelijkenis samenvatten en bespreken wat er over de liefde en verzoeningsmacht van de Heiland wordt gezegd.

  • Het helpt als we spijt van onze zonden hebben; dat is de eerste stap naar bekering. Het helpt niet als we ons vanwege onze zonden ontmoedigd of waardeloos voelen; dat staat bekering in de weg. Lees met je klas of quorum het gedeelte ‘Goddelijk verdriet’ in de toespraak van president Dieter F. Uchtdorf ‘Je kunt het nu wel!’ (Liahona, november 2013, 55–57). Wat is het verschil tussen verdriet over zonden dat aanzet tot bekering en het verdriet dat aanzet tot wanhoop? (Zie ook 2 Korinthe 7:9–10; Mormon 2:12–14.) Als iemand gebukt gaat onder schuldgevoelens en wanhoop omwille van zonde, hoe kunnen we hem of haar dan aanmoedigen om zich tot de Heiland te wenden? Moedig de jongeren aan om hun getuigenis van de Heiland en zijn genade te geven.

In geloof handelen

Spoor de quorum- of klasleden aan om te bedenken hoe ze met de ingevingen die ze vandaag hebben gekregen aan de slag willen gaan. Moedig ze aan om hun plan op te schrijven. Als ze dat willen, mogen ze vertellen wat ze van plan zijn. Laat ze zich afvragen hoe hun band met onze hemelse Vader en Jezus Christus wordt versterkt als ze naar hun ingevingen handelen.

Aanvullend materiaal

Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

‘Het persoonlijke getuigenis van de Heiland verleende zijn woorden gezag. […] Als u getuigt van de ware leer zal de Geest de waarheid van de leer bevestigen in de harten van diegenen die u onderwijst’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 21).