jongevrouw glimlacht

28 augustus

Hoe kan de Heiland mij bij mijn beproevingen helpen?

Psalmen 102–103; 110; 116–119; 127–128; 135–139; 146–150

met elkaar overleggen (pictogram)

Met elkaar overleggen

Onder leiding van een lid van het quorum- of klaspresidium; 10–20 minuten

Zeg eerst samen het jongevrouwenthema of het thema Aäronische-priesterschapsquorums op. Breng daarna aan de hand van een of meer van de onderstaande vragen een gesprek over het werk van heil en verhoging op gang. Je kunt ook zelf vragen bedenken. (Zie Algemeen handboek, 10.2, 11.2, ChurchofJesusChrist.org.) Stel een actieplan op om het besprokene uit te voeren.

• Het evangelie naleven. Welke recente ervaringen hebben ons dichter bij onze hemelse Vader en Jezus Christus gebracht?

• Voor de behoeftigen zorgen. Zijn er mensen die pas in onze wijk zijn komen wonen of lid van de kerk zijn geworden? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ze zich welkom voelen?

• Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangen. Zijn er binnenkort activiteiten waarvoor we onze vrienden kunnen uitnodigen?

• Gezinsleden voor eeuwig verenigen. Hoe kunnen we onze levensgeschiedenis optekenen?

Doe aan het eind van de les eventueel het volgende:

• Getuig van de behandelde beginselen.

• Herinner de quorum- of klasleden aan de plannen en uitnodigingen die je tijdens de les besproken hebt.

In de leer onderwijzen

Onder leiding van een volwassen leider of jongere; 25–35 minuten

Je geestelijke voorbereiding

Als we onder problemen gebukt gaan, kunnen we ons uitgeput, gefrustreerd, verslagen en eenzaam voelen. De schrijvers van de psalmen kenden deze gevoelens en formuleerden ze met krachtige bewoordingen: ‘Mijn hart is geslagen en verdord als gras. […] Ik lig wakker, ik ben geworden als een eenzame mus op het dak’ (Psalmen 102: 5, 8). Maar ze getuigden even krachtig dat we verlichting vinden als we ons tot de Heiland wenden: ‘Loof de Heere, mijn ziel, en vergeet niet een van Zijn weldaden. Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw ziekten geneest, Die uw leven verlost van het verderf, Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid’ (Psalmen 103:2–4).

Denk na over de zegeningen die de leden van je klas of quorum krijgen als ze beter gaan begrijpen hoe de Heiland ze kan helpen wanneer ze het moeilijk hebben. Hoe helpt de Heiland jou? Lees bij je lesvoorbereiding de toespraak van president Henry B. Eyring ‘Beproefd, bewezen en gepolijst’ (Liahona, november 2020, 96–99) en ‘Tegenslag’ in ‘Trouw aan het geloof: Evangeliewijzer’, 152–155.

jeugdconferentie

De Heiland zal ons helpen en troosten als we het moeilijk hebben.

Samen leren

Laat de leden van je klas of quorum Psalmen 102, 103 en 116 doornemen en opzoeken hoe de Heiland ons helpt als we moeite doen om onze problemen te overwinnen. De jongeren kunnen alleen of in een groepje een paar zinnen noteren die samenvatten wat ze hebben gevonden, en die met de anderen delen. Kies een of meer van de volgende activiteiten om hun begrip van dit onderwerp te verdiepen.

• Lofzangen kunnen de Geest uitnodigen en leerstellingen laten doordringen. Bestudeer eventueel een lofzang over de Heiland en hoe Hij ons in moeilijke tijden helpt, zoals ‘O, vast als een rotssteen’ (Lofzangen, nr. 53). Wat leren we uit die lofzang over de hulp die de Heiland ons biedt? Laat de jongeren dan de Schriftteksten in het ‘Aanvullend materiaal’ lezen. Het kan goed voor ze zijn om een zinsnede uit de lofzang of uit de Schriften te noteren die hen eraan herinnert zich tot de Heiland te wenden als ze ergens mee zitten.

• De toespraak van president Henry B. Eyring ‘Beproefd, bewezen en gepolijst’ kan antwoord bieden op de volgende vragen: Waarom krijgen we in ons sterfelijk leven met moeilijkheden te maken? Hoe helpt de Heiland ons als we het moeilijk hebben? Wat kunnen we doen om de hulp en kracht van de Heiland in te roepen? Je kunt deze vragen op het bord zetten. De jongeren kunnen in de toespraak van president Eyring naar antwoorden zoeken. Wat leren we bijvoorbeeld uit de verhalen over de moeder van president Eyring aan het begin en het einde van de toespraak? Moedig de leden van je klas of quorum aan om te bedenken hoe ze het geleerde op hun eigen problemen kunnen toepassen. Misschien zijn enkele jongeren bereid om te vertellen wat ze gaan doen.

• Zuster Lisa L. Harkness vertelde het verhaal van de Heiland die de storm bedaart om duidelijk te maken dat Hij ook de stormen in ons leven kan bedaren. (Zie Markus 4:35–41; ‘Zwijg, wees stil’, Liahona, november 2020, 80–82.) Je kunt een van de jongeren vooraf vragen om op zondag te vertellen wat hij of zij uit dat Schriftverhaal over de Heiland te weten is gekomen. Hij of zij kan ook een afbeelding laten zien (zie Evangelieplatenboek, nr. 40). Volgens zuster Harkness ‘vaart Jezus mee in onze boot’ als we het moeilijk hebben. Moedig de jongeren aan om te vertellen hoe de Heiland hen met hun problemen heeft geholpen, bijvoorbeeld via andere mensen. Moedig ze aan om hun ervaringen te delen met iemand die behoefte heeft aan de vrede van de Heiland.

In geloof handelen

Spoor de quorum- of klasleden aan om te bedenken hoe ze met de ingevingen die ze vandaag hebben gekregen aan de slag willen gaan. Moedig ze aan om hun plan op te schrijven. Als ze dat willen, mogen ze vertellen wat ze van plan zijn. Laat ze zich afvragen hoe hun band met onze hemelse Vader en Jezus Christus wordt versterkt als ze naar hun ingevingen handelen.

Aanvullend materiaal

• Jesaja 53:3–5; Hebreeën 2:17–18; Alma 7:11–13; 36:3; Ether 12:27 (De Heiland zal ons helpen als we het moeilijk hebben.)

• Dieter F. Uchtdorf, ‘God zal iets onvoorstelbaars doen’, Liahona, november 2020, 51–54

• Cristina B. Franco, ‘De genezende kracht van Jezus Christus’, Liahona, november 2020, 60–62

• ‘Bergen bedwingen’ (video), ChurchofJesusChrist.org

Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

‘Vragen stellen die de aanwezigen ertoe aanmoedigen hun getuigenis over de onderwezen beginselen te geven, kan een krachtige manier zijn om de Geest uit te nodigen. […] Hun getuigenis – en het getuigenis van anderen in de les – zal groeien omdat de Geest van de waarheid getuigt’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 32).