Bij de bron, Crystal Suzanne Close

12 februari

Hoe kan ik mijn aanbidding van God verbeteren?

Johannes 2–4

Met elkaar overleggen

Onder leiding van een lid van het quorum- of klaspresidium; ongeveer 10–20 minuten

Zeg eerst samen het jongevrouwenthema of het thema Aäronische-priesterschapsquorums op. Breng daarna aan de hand van een of meer van de onderstaande vragen een gesprek over het werk van heil en verhoging op gang. Je kunt ook zelf vragen bedenken. (Zie Algemeen handboek, 10.2, 11.2.) Stel een actieplan op om het besprokene uit te voeren.

• Het evangelie naleven. Hoe zijn we dichter tot de Heiland gekomen? Wat doen we om meer op Hem te gaan lijken?

• Voor hulpbehoevenden zorgen. Aan wie hebben we de laatste tijd gedacht? Hoe kunnen we hem of haar helpen?

• Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangen. Hoe kunnen we de vragen van onze vrienden over de kerk beantwoorden zodat hun geloof in de Heiland groeit?

• Families voor eeuwig verenigen. Wat kunnen we doen om de band met familieleden te versterken, bijvoorbeeld met grootouders, neven en nichten?

Doe aan het eind van de les eventueel het volgende:

• Getuig van de behandelde beginselen.

• Herinner de quorum- of klasleden aan de plannen en uitnodigingen die je tijdens de les besproken hebt.

In de leer onderwijzen

Onder leiding van een volwassen leidinggevende of jongere; ongeveer 25–35 minuten

Je geestelijke voorbereiding

De vrouw uit Samaria die in Johannes 4 beschreven wordt, ging waarschijnlijk vaak naar de bron om water te putten. Maar deze keer was het anders. Ze kwam een Joodse man tegen die haar om wat te drinken vroeg. Dat alleen al was ongebruikelijk omdat Joden doorgaans niet met Samaritanen omgingen. Maar er was iets bijzonders aan deze man. Ze merkte dat Hij wel een profeet moest zijn. Daarom stelde ze Hem vragen over God aanbidden. Mocht men God daar in Samaria wel aanbidden? Of moest men naar Jeruzalem gaan om te aanbidden, zoals de Joden beweerden? (Zie Johannes 4:19–20.) De man legde uit dat wáár we aanbidden minder belangrijk is dan hóé we aanbidden: ‘Ware aanbidders [zullen] de Vader aanbidden in geest en waarheid, want de Vader zoekt wie Hem zo aanbidden’ (Johannes 4:23). Toen vertelde de man wie Hij was: de Christus, de Heiland van de wereld (zie Johannes 4:25–26).

Begrijpen de jongeren wat het betekent om onze hemelse Vader te aanbidden? Welke andere mogelijkheden dan in de kerk (zie Leer en Verbonden 59:9–10) hebben ze nog meer om Hem te aanbidden, ook als ze die niet als zodanig herkennen? Maak ze aan de hand van het volgende materiaal duidelijk hoe ze hun aanbidding van God kunnen verbeteren: Psalmen 95:1–7; Mattheüs 4:8–10; Alma 32:4–11; Leer en Verbonden 20:17–19; 93:19–20, en de toespraak van bisschop Dean M. Davies ‘De zegeningen van aanbidding’ (Liahona, november 2016, 93–95).

Samen leren

Breng een bespreking over beter aanbidden op gang door de klas- of quorumleden individueel Johannes 4:19–26 te laten lezen. Laat ze daarbij ook antwoorden opschrijven op vragen zoals: Waarom aanbid ik God? Wat betekent God aanbidden voor mij? Neem desgewenst samen ook de definitie door onder ‘Aanbidden, aanbidding’ in de Gids bij de Schriften (schriften.ChurchofJesusChrist.org). Als ze voldoende tijd hebben gekregen om deze vragen te overdenken, vraag ze dan naar hun gedachten. De volgende activiteiten dragen er mogelijk toe bij dat ze ingevingen van de Heilige Geest ontvangen.

• De klas- of quorumleden hebben vast waardevolle inzichten in wat God aanbidden inhoudt. Vraag wanneer ze naar hun idee God aanbaden. De volgende Schriftteksten kunnen hun begrip verruimen en ze ideeën geven om hun aanbidding van God zinvoller te maken: Psalmen 95:1–7; Mattheüs 4:8–10; Alma 32:4–11; Leer en Verbonden 20:17–19; 93:19–20. Ze kunnen ook het citaat van ouderling Bruce R. McConkie in ‘Aanvullend materiaal’ bespreken.

• Zet de volgende kopjes op het bord om de jongeren te helpen hun aanbidding van God te verbeteren: Wie, Waarom, Waar en Hoe. Laat ze de genoemde Schriftteksten onder ‘Aanbidden, aanbidding’ in de Gids bij de Schriften (schriften.ChurchofJesusChrist.org) doornemen en op verzen letten die aangeven wie, waarom, waar en hoe we moeten aanbidden. Laat ze een gevonden vers als klas of quorum bespreken en de verwijzing onder het desbetreffende kopje noteren. Vraag ze naar situaties waarin ze zich door aanbidding dichter bij God hebben gevoeld.

• In de toespraak van bisschop Dean M. Davies ‘De zegeningen van aanbidding’ staan voorbeelden van mensen die God aanbidden. Lees samen de paragraaf ‘Wat is aanbidding?’ Elke jongere kan daarna een van de voorbeelden van aanbidding in de volgende drie paragrafen van de toespraak doornemen. Wat komen we door elk voorbeeld over God aanbidden te weten? Wat zegt de laatste paragraaf van de toespraak over de zegeningen die ons toevloeien als we Hem met toewijding aanbidden? Waartoe worden we geïnspireerd om onze aanbidding van God te verbeteren?

Aanbidding omvat Schriftstudie en andere dingen die onze toewijding en liefde voor God tonen.

In geloof handelen

Spoor de quorum- of klasleden aan om te bedenken hoe ze met de ingevingen die ze vandaag hebben gekregen aan de slag willen gaan. Moedig ze aan om hun plan op te schrijven. Als ze dat willen, mogen ze vertellen wat ze van plan zijn. Laat ze zich afvragen hoe hun band met onze hemelse Vader en Jezus Christus wordt versterkt als ze naar hun ingevingen handelen.

Aanvullend materiaal

• ‘Aspecten van aanbidding’, Leringen van kerkpresidenten: David O. McKay (2003), 32–41

• Donald L. Hallstrom, ‘De bekering van Gods kinderen’ (uitzending seminarie en instituut voor godsdienstonderwijs, 13 juni 2017), broadcasts.ChurchofJesusChrist.org

• Ouderling Bruce R. McConkie heeft gezegd: ‘Ware en volmaakte aanbidding houdt in dat we in de voetsporen van de Zoon van God treden. We moeten de geboden onderhouden en doen wat de Vader van ons verwacht. Dan kunnen we van genade op genade vooruitgang maken totdat we in Christus verheerlijkt worden zoals Hij in de Vader verheerlijkt is. Aanbidding is veel meer dan bidden, preken en zingen. We moeten leven, doen en gehoorzamen. We moeten ons grote Voorbeeld volgen.’ (‘How to Worship’, Ensign, december 1971, 130.)

Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

De beginselen die in de Schriften en in de woorden van de hedendaagse profeten voorkomen, hebben de macht om harten te veranderen en geloof te doen toenemen. Als jij en wie je onderwijst ‘het met de kracht van het woord van God’ proberen, zul je merken dat ‘het woord het volk er dikwijls toe [beweegt] te doen wat rechtvaardig [is]’ (Alma 31:5).