Jezus en de overspelige vrouw

26 februari

Hoe helpen de leringen van de Heiland mij om rechtvaardig te oordelen?

Mattheüs 6–7

met elkaar overleggen (pictogram)

Met elkaar overleggen

Onder leiding van een lid van het quorum- of klaspresidium; ongeveer 10–20 minuten

Zeg eerst samen het jongevrouwenthema of het thema Aäronische-priesterschapsquorums op. Breng daarna aan de hand van een of meer van de onderstaande vragen een gesprek over het werk van heil en verhoging op gang. Je kunt ook zelf vragen bedenken. (Zie Algemeen handboek, 10.2, 11.2.) Stel een actieplan op om het besprokene uit te voeren.

• Het evangelie naleven. Welke thema’s heeft de bisschap in de jongerenwijkraad besproken? Hoe kunnen we daar als klas of quorum mee verder?

• Voor hulpbehoevenden zorgen. Hoe kunnen we als goede christenen iets voor andere mensen betekenen als we een behoefte zien en niet weten wat we moeten zeggen?

• Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangen. Wat hebben we in het evangelie van Jezus Christus gevonden dat ons vreugde brengt? Hoe kunnen we die vreugde doorgeven?

• Families voor eeuwig verenigen. Wat doen we om namen te vinden van onze voorouders die de tempelverordeningen nog moeten ontvangen? Hoe kunnen we anderen helpen om de namen van hun voorouders te vinden?

Doe aan het eind van de les eventueel het volgende:

• Getuig van de behandelde beginselen.

• Herinner de quorum- of klasleden aan de plannen en uitnodigingen die je tijdens de les besproken hebt.

in de leer onderwijzen (pictogram)

In de leer onderwijzen

Onder leiding van een volwassen leidinggevende of jongere; ongeveer 25–35 minuten

Je geestelijke voorbereiding

Iedereen heeft omwille van de natuurlijke mens in ons de neiging om anderen soms onrechtvaardig of zelfingenomen te oordelen. Maar de Heiland leert ons: ‘Oordeel niet onrechtvaardig, opdat u niet geoordeeld wordt; maar oordeel met een rechtvaardig oordeel’ (Mattheüs 7:2, BJS). Bedenk hoe het opvolgen van deze raad jou en de jongeren tot zegen kan zijn. De Heiland toonde door zijn voorbeeld wat Hij met ‘een rechtvaardig oordeel’ bedoelt. Overweeg bijvoorbeeld hoe Hij de overspelige vrouw behandelde. Hij veroordeelde haar niet, maar keurde haar zonde ook niet goed. Hij spoorde haar aan: ‘Ga heen en zondig niet meer’ (Johannes 8:11). Wat heb je van de Heiland over rechtvaardig oordelen geleerd?

Bestudeer daartoe Mattheüs 7:1–2 en de toespraak van ouderling Lynn G. Robbins ‘De rechtvaardige rechter’ (Liahona, november 2016, 96–98).

Samen leren

Breng een bespreking over rechtvaardig oordelen op gang door de klas- of quorumleden te vragen wanneer ze zich door anderen verkeerd beoordeeld voelden. Hoe voelde je je toen? Wat leren we over oordelen uit de leringen van de Heiland in Mattheüs 7:1–5? (Zie ook Mattheüs 7:1–2, 4–8, BJS.) Wat zou de zinsnede ‘met een rechtvaardig oordeel’ betekenen? Bespreek deze verzen door de klas- of quorumleden elk vers in hun eigen woorden te laten weergeven. Activiteiten zoals de volgende kunnen de jongeren ook helpen om rechtvaardig te oordelen.

• De leringen van de Heiland in Mattheüs 6–7 kunnen ons helpen om ‘met een rechtvaardig oordeel’ te oordelen. Maak de klas- of quorumleden met deze leringen vertrouwd door ieder een van de volgende passages te laten overdenken: Mattheüs 6:14–15; 7:3–5; 7:12; 7:15–20. Wat houdt rechtvaardig oordelen volgens de woorden van de Heiland in deze verzen in? Wat kunnen we van het voorbeeld van de Heiland in Johannes 8:1–11 en Mattheüs 9:10–13 leren? Welke verschillen zien we tussen de manier waarop de Heiland ons oordeelt en hoe we elkaar vaak oordelen?

• Omdat we allemaal keuzevrijheid hebben, moeten we voortdurend beoordelen wat we wel en niet doen. Maar als volgelingen van de Heiland proberen we anderen niet te oordelen of te bekritiseren. Maak de jongeren aan de hand van president Dallin H. Oaks’ citaat in ‘Aanvullend materiaal’ het verschil duidelijk. Bedenk samen met de klas of het quorum voorbeelden van een situatie beoordelen – zoals een activiteit, een gebeurtenis of een gesprek – in plaats van een betrokkene te oordelen. Waarom is het beter om over een situatie dan over een persoon te oordelen? De jongeren hebben misschien andere vragen over rechtvaardig oordelen. (Zie voorbeelden in ‘Aanvullend materiaal’.) Bespreek hun vragen samen aan de hand van de informatie onder ‘Aanvullend materiaal’ om antwoorden te vinden. Laat de jongeren overdenken en vertellen wat ze gaan doen met wat ze aan het leren zijn.

• Ouderling Gregory A. Schwitzer haalde in zijn conferentietoespraak ‘Goed leren oordelen zonder te veroordelen’ (Liahona, mei 2010, 103–105) twee verhalen aan – eentje over Martha, een vriendin van Jezus, en eentje over een man die ouderling Schwitzer hielp. Hoe moeten we andere mensen volgens deze verhalen beschouwen en behandelen? Welke beginselen kunnen ons helpen meer op Christus te lijken en rechtvaardig te oordelen? De video’s ‘Looking through Windows’ en ‘Judging Others? Stop It!’ (ChurchofJesusChrist.org) werpen meer licht op dit onderwerp.

jongvolwassenen in gesprek

Als we leren om meer op Christus te lijken, kunnen we rechtvaardiger oordelen.

In geloof handelen

Spoor de quorum- of klasleden aan om te bedenken hoe ze met de ingevingen die ze vandaag hebben gekregen aan de slag willen gaan. Moedig ze aan om hun plan op te schrijven. Als ze dat willen, mogen ze vertellen wat ze van plan zijn. Laat ze zich afvragen hoe hun band met onze hemelse Vader en Jezus Christus wordt versterkt als ze naar hun ingevingen handelen.

Aanvullend materiaal

• Voorbeelden van vragen over anderen oordelen: ‘Mij is geleerd om mijn vrienden zorgvuldig te kiezen. Maar hoe doe ik dat zonder mensen te oordelen?’ ‘Als ik het evangelie probeer na te leven, word ik ervan beschuldigd dat ik altijd mijn oordeel klaar heb. Hoe kan ik trouw zijn aan wat ik geloof en liefde tonen aan de mensen die het niet met me eens zijn?’

• 1 Samuel 16:7; Moroni 7:12–19; Leer en Verbonden 11:12

• Gospel Topics, ‘Judging Others’, topics.ChurchofJesusChrist.org

• President Dallin H. Oaks heeft gezegd: ‘We [beoordelen] zoveel mogelijk de situatie en niet de persoon zelf. Dat is essentieel als we andere normen nastreven dan de mensen met wie we omgaan – thuis, op het werk of in de samenleving. We kunnen hoge normen voor onszelf of ons gezin aanhouden en ernaar handelen zonder hen te veroordelen die het anders doen.’ (‘“Judge Not” and Judging’, Ensign, augustus 1999, 11.)

Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

Je inspanningen moeten de inspanningen van de ouders ondersteunen. Vertel de ouders wat je hun jongeren onderwijst. Vraag hun welke behoeften de jonge mensen in je klas of quorum hebben en op welke manier je daar het beste aan tegemoetkomt.