Nieuwe Testament 2023
23 april. Hoe kan ik de mensen om mij heen meer liefde tonen? Mattheüs 18; Lukas 10


‘23 april. Hoe kan ik de mensen om mij heen meer liefde tonen? Mattheüs 18; Lukas 10’, Kom dan en volg Mij – voor Aäronische-priesterschapsquorums en jongevrouwenklassen: leerstellige onderwerpen 2023 (2022)

‘23 april. Hoe kan ik de mensen om mij heen meer liefde tonen?’, Kom dan en volg Mij – voor Aäronische-priesterschapsquorums en jongevrouwenklassen: leerstellige onderwerpen 2023

Barmhartige Samaritaan, Annie Henrie Nader

Barmhartige Samaritaan, Annie Henrie Nader

23 april

Hoe kan ik de mensen om mij heen meer liefde tonen?

Mattheüs 18; Lukas 10

met elkaar overleggen (pictogram)

Met elkaar overleggen

Onder leiding van een lid van het quorum- of klaspresidium; ongeveer 10–20 minuten

Zeg eerst samen het jongevrouwenthema of het thema Aäronische-priesterschapsquorums op. Breng daarna aan de hand van een of meer van de onderstaande vragen een gesprek over het werk van heil en verhoging op gang. Je kunt ook zelf vragen bedenken. (Zie Algemeen handboek, 10.2, 11.2.) Stel een actieplan op om het besprokene uit te voeren.

  • Het evangelie naleven. Welke recente ervaringen hebben ons dichter bij onze hemelse Vader en Jezus Christus gebracht?

  • Voor hulpbehoevenden zorgen. Zijn er mensen die pas in onze wijk zijn komen wonen of lid van de kerk zijn geworden? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ze zich welkom voelen?

  • Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangen. Zijn er binnenkort activiteiten waarvoor we onze vrienden kunnen uitnodigen?

  • Families voor eeuwig verenigen. Hoe kunnen we onze levensgeschiedenis optekenen?

Doe aan het eind van de les eventueel het volgende:

  • Getuig van de behandelde beginselen.

  • Herinner de quorum- of klasleden aan de plannen en uitnodigingen die je tijdens de les besproken hebt.

in de leer onderwijzen (pictogram)

In de leer onderwijzen

Onder leiding van een volwassen leidinggevende of jongere; ongeveer 25–35 minuten

Je geestelijke voorbereiding

Nadat Jezus een zekere ‘wetgeleerde’ het belang van de twee grote geboden had uitgelegd – God liefhebben en onze naaste liefhebben – vroeg de wetgeleerde: ‘Wie is mijn naaste?’ (Zie Lukas 10:25–29; Mattheüs 22:35–40.) Als antwoord vertelde de Heiland een gelijkenis over een Samaritaan die zijn leven riskeerde om voor een gewonde Joodse man te zorgen. Hij bracht de man naar een plek waar hij verzorgd werd en betaalde de kosten voor zijn herstel. De Samaritaan lette niet op de verschillen tussen hem en de man, die door zijn volk als vijand werd beschouwd. Hij veroordeelde hem evenmin en zocht geen uitvluchten om niet te hoeven helpen. Hij was er voor de man in nood, en had daar persoonlijk ongemak en opoffering voor over. Zo toonde hij liefde voor de man en voor God. Sta bij het overpeinzen van de leringen van de Heiland in Lukas 10:25–37 stil bij de werkelijke betekenis van je naaste als jezelf liefhebben (zie vers 27).

Hoe maak je de jongeren duidelijk dat ze, als ze de mensen om zich heen dienen, hun liefde voor God tonen? Wat kan ze inspireren om anderen lief te hebben en van dienst te zijn? Neem bij je voorbereiding eventueel de toespraak van president Russell M. Nelson ‘Het tweede grote gebod’ door (Liahona, november 2019, 96–100).

Samen leren

Breng een bespreking over meer liefde voor de mensen om ons heen tonen op gang door de klas- of quorumleden te vragen wat ze uit de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan in Lukas 10:25–37 over anderen liefhebben hebben geleerd. Wat leren we uit Lukas 10:27 over het verband tussen het eerste en tweede grote gebod en het citaat van president Dallin H. Oaks onder ‘Aanvullend materiaal’? Met de volgende ideeën kun je de bespreking over meer liefde tonen aan de mensen om ons heen voortzetten.

  • Jezus Christus is ons grote voorbeeld van liefde voor God tonen door anderen te dienen. De klas- of quorumleden zullen geïnspireerd worden door zijn voorbeeld te bestuderen. Laat de jongeren over het aardse leven van Jezus Christus nadenken en een ervaring uit zijn leven kiezen waaruit zijn grote liefde voor andere mensen blijkt. Vraag welke ervaring ze gekozen hebben en waarom die voor hen van betekenis is. Laat de jongeren een manier bedenken waarop ze het liefdevolle voorbeeld van de Heiland willen volgen. Ze kunnen ook vertellen over iemand die ze kennen die dit voorbeeld volgt.

  • Bespreek met de klas- of quorumleden het citaat van president Russell M. Nelson in ‘Aanvullend materiaal’. Laat de klas- of quorumleden een of meer conferentietoespraken in dit lesschema doornemen en letten op leringen die ons aanzetten om anderen lief te hebben. Ze kunnen zich op het volgende richten: voorbeelden van hoe we kunnen dienen uit ‘Het tweede grote gebod’ van president Nelson; paragraaf I, II en VI in de toespraak van president Oaks ‘Anderen liefhebben en omgaan met verschillen’; en het verhaal over konijnen en de raad aan jongeren uit ‘Verweven harten’ van ouderling Gary E. Stevenson. Lees eventueel ook Mosiah 2:17 en Moroni 7:45–48 samen. Zet de besproken leringen desgewenst op het bord. Dan kunnen de jongeren met hun klas of quorum overleggen hoe ze deze leringen beter kunnen toepassen in hun relatie met familieleden, met vrienden en in hun gemeenschap, ook als mensen onze liefde niet lijken te verdienen.

  • De bijdrage van klas- of quorumleden aan het werk van heil en verhoging zal zinvoller en vreugdevoller zijn als er liefde aan ten grondslag ligt. Zet de vier aspecten van het werk van heil en verhoging (zie Algemeen handboek, 1.2) op het bord om ze te laten inzien hoe elk aspect door liefde wordt ingegeven. Laat de jongeren vervolgens bespreken hoe een hart vol liefde voor anderen kan bepalen hoe ze aan elk aspect deelnemen. Ze kunnen mogelijk iets uit eigen of andermans ervaring aandragen.

Jongemannen en jongevrouwen versieren een taart

President Nelson heeft gezegd: ‘Als we God met heel ons hart liefhebben, richt Hij ons in een prachtige, heilzame cyclus op het welzijn van anderen.’

In geloof handelen

Spoor de quorum- of klasleden aan om te bedenken hoe ze met de ingevingen die ze vandaag hebben gekregen aan de slag willen gaan. Moedig ze aan om hun plan op te schrijven. Als ze dat willen, mogen ze vertellen wat ze van plan zijn. Laat ze zich afvragen hoe hun band met onze hemelse Vader en Jezus Christus wordt versterkt als ze naar hun ingevingen handelen.

Aanvullend materiaal

  • Dallin H. Oaks, ‘Anderen liefhebben en omgaan met verschillen’, Liahona, november 2014, 25–28

  • Gary E. Stevenson, ‘Verweven harten’, Liahona, mei 2021, 19–23

  • A Good Samaritan’, ‘The Greatest Commandment’ (video’s), ChurchofJesusChrist.org

  • President Dallin H. Oaks heeft gezegd: ‘Onze ijver om [het] tweede gebod na te komen, mag er niet toe leiden dat we het eerste vergeten: God met heel ons hart, onze ziel en ons verstand lief te hebben. […] We moeten proberen om de grote geboden allebei na te leven. Om dat te doen, moeten we het delicate evenwicht tussen de wet en de liefde bewaren: de geboden onderhouden en het verbondspad volgen, terwijl we onderweg onze naasten liefhebben. Hiervoor moeten we naar goddelijke inspiratie streven, zodat we weten wat we moeten steunen en waar we ons tegen moeten verzetten, en hoe we ondertussen met respect kunnen liefhebben en luisteren en onderwijzen. We mogen op deze weg niet met de geboden schipperen, maar moeten wel een volledige mate van begrip en liefde tonen.’ (‘Twee grote geboden’, Liahona, november 2019, 73–75.)

  • President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Heiligen der laatste dagen […] proberen oprecht het eerste en tweede grote gebod na te leven. Als we God met heel ons hart liefhebben, richt Hij ons in een prachtige, heilzame cyclus op het welzijn van anderen. […] Anderen helpen – bewust proberen om net zoveel of meer om anderen te geven dan om onszelf – maakt ons gelukkig. Vooral, voeg ik daaraan toe, als het niet goed uitkomt en als het ons uit onze comfortzone haalt. Dat tweede grote gebod naleven is de sleutel om een waar discipel van Jezus Christus te worden.’ (‘Het tweede grote gebod’, Liahona, november 2019, 97, 100.)

Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

Als je het evangelie zelf naleeft, ben je in staat krachtig te getuigen van de beginselen waarin je onderwijst. Omdat je ze in praktijk brengt, kan de Heilige Geest getuigen dat wat je aan het onderwijzen bent de waarheid is.