Bekering van Alma de jonge, Gary L. Kapp

27 mei–2 juni: ‘Zij werden het volk van God genoemd’

Mosiah 25–28

De Nephieten hadden bijna drie generaties lang in verschillende landen gewoond. Ze waren nu weer één volk. Het volk van Limhi, het volk van Alma, het volk van Mosiah en zelfs het volk van Zarahemla – dat niet van Nephi afstamde – werden voortaan allemaal ‘onder de Nephieten gerekend’ (Mosiah 25:13). Velen van hen wilden ook lid worden van de kerk van de Heer, net als het volk van Alma. ‘Wie ook verlangde de naam van Christus […] op zich te nemen’, liet zich dan ook dopen, ‘en zij werden het volk van God genoemd’ (Mosiah 25:23–24). Het leek erop dat de Nephieten na jaren van oorlog en knechtschap eindelijk een periode van vrede zouden genieten.

Maar ongelovigen begonnen de heiligen al snel te vervolgen. Dit was nog hartverscheurender als we bedenken dat veel ongelovigen de kinderen van de gelovigen zelf waren – ‘het opkomend geslacht’ (Mosiah 26:1). De zonen van Mosiah en een zoon van Alma hoorden daar ook bij. In dit verslag wordt een wonderbaarlijk bezoek van een engel beschreven. Maar het ware wonder van dit verhaal is niet alleen dat engelen aan opstandige zoons verschijnen. Bekering is een wonder dat, op de een of andere manier, in ons allemaal moet plaatsvinden.

Studietips voor thuis en in de kerk

Mosiah 26:1–6

Ik kan anderen tot Jezus Christus brengen.

Bekering is persoonlijk – het kan niet als een erfenis aan de kinderen worden doorgegeven. Denk bij het lezen van Mosiah 26:1–6 na over mogelijke redenen voor de afval van ‘het opkomend geslacht’ en let op de gevolgen van hun ongeloof. Denk ook aan mensen die je graag tot Christus zou willen brengen. Tijdens je studie van Mosiah 25–28 kan de Geest je influisteren wat je kunt doen om ze geloof te helpen ontwikkelen.

Mosiah 26:6–39

Gods trouwe dienstknechten streven ernaar zijn wil te doen.

We denken weleens dat een kerkleider zoals Alma altijd precies weet wat hem te doen staat. In Mosiah 26 lezen we over een probleem in de kerk waarmee Alma nooit eerder te maken had gehad. Wat deed Alma in die situatie? (Zie Mosiah 26:13–14, 33–34, 38–39.) Hoe kun je naar aanleiding van wat Alma overkwam, lastige problemen in jouw gezin of kerktaken aanpakken?

Wat leerde Alma in Mosiah 26:15–32 van de Heer? Alma kreeg zelfs antwoorden waar hij niet direct om gevraagd had. Wat zegt dit over gebed en persoonlijke openbaring?

Beginselen zijn eeuwig. Bedenk hoe je de verhalen en leringen in de Schriften kunt toepassen. Je kunt je bijvoorbeeld afvragen: welke ervaringen heb ik gehad die op die van Alma lijken? Of: welke waarheden waarin Alma onderwijst kunnen mij helpen?

Mosiah 26:15–31

God vergeeft mij vrijelijk als ik me bekeer en anderen vergeef.

Bekering en vergeving zijn terugkerende thema’s in Mosiah 26–27. Zoek in Mosiah 26:22–24, 29–31; 27:23–37 naar woorden en zinsneden over bekering en vergeving.

Sommige mensen vragen zich misschien af of God ze echt vergeeft. Welk advies zou Alma de oude daarover geven aan een lid van de kerk in Zarahemla dat zich daarover zorgen maakt? Wat leerde Alma van de Heer in Mosiah 26:15–31 waar dit kerklid iets aan kan hebben? (Zie ook Moroni 6:8; Leer en Verbonden 19:16–18; 58:42–43).

Mosiah 27:8–37; 28:1–4

Door Jezus Christus kan ik ten goede veranderen.

Het was duidelijk dat Alma de jonge een geestelijke wedergeboorte nodig had. Hij en de zonen van Mosiah ‘waren allerafschuwelijkste zondaars geweest’ (Mosiah 28:4). Maar Alma getuigde al snel na zijn bekering dat bekering voor iedereen noodzakelijk is: ‘Verwonder u niet’, zei hij, ‘dat het gehele mensdom moet worden wedergeboren’ (Mosiah 27:25; cursivering toegevoegd).

Probeer jezelf in Alma’s positie te verplaatsen terwijl je Mosiah 27:8–37 leest. Kun je bedenken wat je aan jezelf moet veranderen? Wie bidt, net als Alma’s vader, ‘met veel geloof’ voor jou? Waardoor ben je ‘van de macht en het gezag van God’ overtuigd geraakt? (Mosiah 27:14.) Welke ‘grote dingen’ heeft de Heer voor jou of je gezin gedaan die je dient te ‘bedenken’? (Mosiah 27:16.) Wat leer je uit de woorden en daden van Alma de jonge over de betekenis van wedergeboren zijn? Welke voorbeelden heb je daarvan gezien?

Neem de tijd om op te schrijven hoe de Heiland je helpt om te veranderen – of wedergeboren te worden – zelfs als jouw ervaringen niet zo dramatisch of plotseling zijn als die van Alma. Kun je een lofzang zingen of beluisteren die je gevoelens uitdrukt, zoals ‘’k Sta spraak’loos’? (Lofzangen, nr. 129.) Wie kan er baat bij hebben als je over je ervaringen vertelt?

Ouderling David A. Bednar vergeleek wedergeboren worden met het proces van een komkommer die een augurk wordt. (Zie ‘U moet wedergeboren worden’, Liahona, mei 2007, 19–22.) Wat leer je uit deze vergelijking over bekering?

Zie ook Gospel Topics, ‘Become like Jesus Christ’, Evangeliebibliotheek; ‘Alma Testifies He Has Been Born of God’ (video), Evangeliebibliotheek.

Mosiah 27:8–24

God hoort mijn gebeden en verhoort ze volgens zijn wil en timing.

Misschien ben je weleens in dezelfde situatie als Alma de oude geweest omdat een familielid destructieve keuzes maakte. Wat staat er in Mosiah 27:8–24 waar je hoop uit kunt putten? Hoe ga je door die verzen anders voor anderen bidden?

Zie voor meer ideeën de Liahona en Voor de kracht van de jeugd van deze maand.

Ideeën voor onderwijs aan kinderen

Mosiah 26:30–31

De Heer wil dat wij vergeven.

• Laat je kinderen Mosiah 26:29–31 lezen en tellen hoe vaak het woord ‘vergeven’ voorkomt om te ontdekken wat de Heer Alma over vergeving leerde. Wat leren we uit deze verzen over anderen vergeven? (Zie ook ‘Help mij, o Vader’, Kinderliedjes, p. 52.)

• Om het voorbeeld van de Heiland in vergeving te beklemtonen, kun je een afbeelding van Hem aan het kruis tonen en samen Lukas 23:33–34 lezen. Wat vroeg Jezus onze hemelse Vader te doen voor de mensen die Hem hadden gekruisigd? Na deze bespreking kunnen je kinderen een rollenspel doen waarbij ze elkaar vergeven.

• Soms is het moeilijk om onszelf te vergeven als we fouten maken. Hoe kunnen Gods woorden aan Alma daarbij helpen? Je kinderen kunnen zich voorstellen dat ze praten met iemand die denkt dat God hem of haar nooit zal vergeven. Laat je kinderen in Mosiah 26:22–23, 29–30 iets opzoeken waar die persoon iets aan kan hebben.

Mosiah 27:8–37

Jezus Christus helpt mij om stukje bij beetje zoals Hij te worden.

• De bekering van Alma de jonge en de zonen van Mosiah kan je kinderen tonen dat iedereen dankzij de macht van de Heiland een ander mens kan worden. Je kunt aan de hand van de afbeeldingen in deze les, de doe-pagina van deze week en enkele kernteksten uit Mosiah 27:8–37 het verhaal vertellen of je kinderen het verhaal laten vertellen. (Zie ook ‘Hoofdstuk 18: De bekering van Alma de jonge’, in Verhalen uit het Boek van Mormon, 49–52.) Leg in het bijzonder nadruk op vers 24, om duidelijk te maken dat Alma zich bekeerde en dat Jezus Christus hem hielp om te veranderen. Je kinderen zouden het verhaal ook kunnen naspelen.

Zijn vader was verheugd, Walter Rane

Mosiah 27:8–24

Ik kan bidden en vasten zodat God mijn dierbaren zegent.

• Lees samen Mosiah 27:8–24 en laat je kinderen opzoeken wat Alma en zijn volk deden om Alma de jonge te helpen. Heb je ooit voor iemand gevast en gebeden? Vertel je kinderen over jouw ervaringen en laat je kinderen over hun ervaringen vertellen.

• Kennen jullie iemand die Gods hulp nodig heeft? Jullie kunnen het voorbeeld van Alma volgen door samen voor diegene te bidden, en zo mogelijk ook voor hem of haar te vasten.

Zie voor meer ideeën de Vriend van deze maand.

Illustratie van een engel die aan Alma de jonge verschijnt, Kevin Keele