‘17–23 juni: “Jezus Christus komt om zijn volk te verlossen.” Alma 8–12’, Kom dan en volg Mij – voor thuis en in de kerk: Boek van Mormon 2024 (2024)
‘17–23 juni. Alma 8–12’, Kom dan en volg Mij – voor thuis en in de kerk: 2024 (2024)
17–23 juni: Jezus Christus komt om zijn volk te verlossen
Alma 8–12
Gods werk zal niet falen. Maar onze pogingen om Hem met zijn werk te helpen, lijken soms wel te falen – we zien tenminste niet altijd meteen de resultaten waar we op hopen. We voelen ons dan misschien net zoals Alma toen hij het evangelie in Ammonihah predikte: afgewezen, bespuwd en uitgeworpen. Toch keerde Alma moedig ‘met spoed terug’ (Alma 8:18) toen een engel hem opdroeg terug te gaan en het opnieuw te proberen. God bereidde vervolgens de weg voor hem. Hij voorzag Alma niet alleen van voedsel en onderdak, maar Hij bereidde ook Amulek voor. Amulek werd namelijk een medearbeider, een onverschrokken voorvechter van het evangelie en een trouwe vriend. Wanneer we met tegenslagen en teleurstellingen in ons dienstbetoon in het koninkrijk van de Heer te maken krijgen, kunnen we eraan denken hoe God Alma steunde en leidde. We kunnen erop vertrouwen dat God ook ons in moeilijke omstandigheden zal steunen en leiden.
Studietips voor thuis en in de kerk
Mijn inspanningen om het evangelie van Jezus Christus uit te dragen, vergen geduld.
Heb je weleens meegemaakt dat je het evangelie van Jezus Christus met iemand probeerde te delen, maar dat je uitnodiging werd verworpen? Dat overkwam Alma ook. Wat leer je van de manier waarop hij in Alma 8:13–16 het evangelie ondanks moeilijkheden en tegenstand verkondigde? Lees vers 17–32 en let op zinsneden die je inspireren om het evangelie te blijven verkondigen, zelfs als je daar geen succes mee lijkt te hebben.
Profeten en apostelen zijn bijzondere getuigen van Christus, dus ze kunnen ons veel geïnspireerde raad geven over getuigen van Hem. Lees wat ouderling Dieter F. Uchtdorf heeft gezegd in ‘Maar als het nu moeilijk is?’ (een paragraaf in ‘Zendingswerk: verkondigen wat u in uw hart voelt’, Liahona, mei 2019, 18) of wat ouderling Gary E. Stevenson heeft gezegd in ‘Liefhebben, delen, uitnodigen’ (Liahona, mei 2022, 84–87). Wat staat er in die toespraken dat iemand kan helpen die zich ontmoedigd begint te voelen?
Hoe zou je alles wat je hebt geleerd samenvatten in een of twee bemoedigende zinnen over het evangelie verkondigen? Maak eventueel een poster of meme die jou (en anderen) kan inspireren om het te blijven proberen.
Zie ook ‘Help mij bij het onderwijzen’, Lofzangen, nr. 181; ‘Alma Is Commanded by an Angel to Return to Ammonihah’ (video), Evangeliebibliotheek; Gospel Topics, ‘Inviting All to Receive the Gospel of Jesus Christ’, Evangeliebibliotheek.
Bij Gods zegeningen hoort een grote verantwoordelijkheid.
Wanneer we lezen hoe de Nephieten in Ammonihah de dienstknechten van de Heer behandelden, zouden we bijna vergeten dat ze eens het evangelie naleefden en een ‘hoogbegunstigd volk van de Heer’ waren (Alma 9:20). Als je over de grote zegeningen leest die God het volk van Nephi had geschonken (zie in het bijzonder Alma 9:14–23), denk dan eens na over de grote zegeningen die hij jou heeft geschonken. Welke verantwoordelijkheden horen er bij deze zegeningen? Wat doe je om je zo goed mogelijk van die verantwoordelijkheden te kwijten?
Zie ook Leer en Verbonden 50:24; 82:3; 93:39.
Gods plan is een plan van verlossing.
Alma en Amulek noemden Gods plan in Alma 11–12 het verlossingsplan. Vraag je bij het lezen van dit hoofdstuk af waarom het woord verlossing wordt gebruikt om Gods plan te beschrijven. Schrijf desgewenst in het kort op wat Alma en Amulek over deze aspecten van het plan uiteenzetten:
-
De val
-
De Verlosser
-
Bekering
-
Dood
-
Opstanding
-
Oordeel
Let op de uitwerking van Amuleks woorden op het volk (zie Alma 11:46). Wat voor invloed heeft kennis van Gods plan op jou?
Zie ook Dallin H. Oaks, ‘Het grote plan’, Liahona, mei 2020, 93–96; ‘Amulek Testifies of Jesus Christ’ (video), Evangeliebibliotheek.
Als ik mijn hart niet verstok, kan ik meer van Gods woord ontvangen.
Sommige mensen vragen zich misschien af waarom onze hemelse Vader ons niet alles bekendmaakt. Alma legt in Alma 12:9–14 één mogelijke reden uit. De volgende vragen kunnen je aan het nadenken zetten:
-
Wat houdt je hart verstokken in? Wat zijn de gevolgen van een verstokt hart? (Zie ook Alma 8:9–11; 9:5, 30–31 en 10:6, 25.)
-
Wat kun je doen om je hart tot God te wenden? (Zie Jeremia 24:7; Alma 16:16; Helaman 3:35.)
-
Hoe kun je ervoor zorgen dat Gods woord ‘in [je] te vinden is’? (Alma 12:13.) Wat voor effect heeft Gods woord in je op je ‘woorden’, ‘werken’ en ‘gedachten’? (Alma 12:14.)
Wat leer je uit Amuleks ervaring over de zegeningen van een verzacht hart? (Zie Alma 10:1–11.)
Zie ook ‘Alma Warns Zeezrom’ (video), Evangeliebibliotheek.
Ideeën voor onderwijs aan kinderen
Ik kan het evangelie van Jezus Christus delen.
-
Met behulp van de doe-pagina van deze week kun je de gebeurtenissen in Alma 8–10 voor je kinderen samenvatten. Je kunt ze beginselen laten opzoeken waardoor Alma en Amulek goede zendelingen waren. Ze gaven bijvoorbeeld niet op (zie Alma 8:8–13), ze getuigden van Christus (zie Alma 9:26–27) en ze werkten samen (zie Alma 10:12).
-
Door een liedje over zendingswerk te zingen, zoals ‘Een zendeling wil ik vandaag al zijn’ (Kinderliedjes, p. 90), kunnen je kinderen ideeën opdoen om hun vrienden over het evangelie te vertellen. Laat ze een lijstje maken van die ideeën en van mensen met wie ze het evangelie zouden kunnen delen. Je kunt ze ook een rollenspel laten spelen om te oefenen wat ze zouden kunnen zeggen of doen.
Gods plan is een plan van verlossing.
-
Je kinderen kunnen een tekening maken van onderdelen van het verlossingsplan, zoals de val van Adam en Eva, de verzoening van Jezus Christus, bekering, dood, opstanding en oordeel. Daarna kun je ze helpen om de verzen in Alma 11–12 op te zoeken die bij hun tekeningen horen.
Ik kan een goede vriend zijn.
-
Laat twee kinderen doen alsof ze Amulek en Alma zijn terwijl je Alma 8:18–22 voorleest. Waarom was Amulek een goede vriend voor Alma? Vraag je kinderen om te vertellen over situaties waarin iemand een vriend voor hen was, en hoe dat voelde.
-
Jullie kunnen een vriendschapspuzzel maken. Zoek of teken een afbeelding die vriendschap voorstelt en knip de afbeelding zo in stukken dat het een puzzel wordt. Schrijf op de achterkant van elk stukje iets wat we kunnen doen om een goede vriend te zijn, waaronder de dingen die Alma en Amulek deden. Laat je kinderen om de beurt een puzzelstukje kiezen en de puzzel maken, terwijl je voorleest wat er op de achterkant staat. Wie heeft onze vriendschap nodig?
Dankzij Jezus Christus zal ik uit het graf opstaan.
-
Je kunt aanschouwelijk onderwijs gebruiken om de opstanding uit te leggen. Je hand stelt dan je geest voor en een handschoen stelt je lichaam voor. Trek de handschoen uit om te laten zien dat onze geest en ons lichaam bij de dood van elkaar worden gescheiden. Trek de handschoen weer aan om te laten zien dat onze geest en ons lichaam bij de opstanding zullen worden herenigd. Laat je kinderen de handschoen om de beurt aan- en uittrekken terwijl je Alma 11:43 voorleest. Laat een afbeelding van de herrezen Heiland zien (zie Evangelieplatenboek, nr. 59), en getuig dat Jezus Christus het voor iedereen mogelijk heeft gemaakt om op te staan.