Stemmen van de herstelling

Geestelijke manifestaties en de Kirtlandtempel

Hier volgen de woorden van heiligen der laatste dagen die de inwijding van de Kirtlandtempel en daaropvolgende bijeenkomsten hebben bijgewoond. Velen vergeleken hun ervaringen met die van de heiligen in de oudheid toen ze op Pinksterdag ‘met kracht uit de hoogte bekleed’ werden (Lukas 24:49; zie ook Handelingen 2:1–4; Leer en Verbonden 109:36–37).

Eliza R. Snow

‘Men kan wel over die inwijdingsceremoniën vertellen, maar geen sterveling kan beschrijven welke hemelse manifestaties die gedenkwaardige dag hebben plaatsgevonden. Aan sommigen verschenen engelen, terwijl alle aanwezigen een goddelijke aanwezigheid bespeurden, en ieders hart was vervuld met onuitsprekelijke en heerlijke vreugde.’¹

Sylvia Cutler Webb

‘Een van mijn vroegste herinneringen is aan de inwijding van de tempel. Mijn vader trok ons op schoot en vertelde waar we heengingen, en wat het inhield om een huis aan God te wijden. En hoewel ik toen nog erg jong was, herinner ik me de gelegenheid duidelijk. Na alle vervlogen jaren kan ik terugkijken en zien wat ik toen zag: de profeet Joseph die met zijn handen opgeheven naar de hemel, zijn gezicht lijkbleek, met de tranen op zijn gezicht, op die gedenkwaardige dag stond te spreken. Vrijwel iedereen leek in tranen te zijn. Het gebouw was zo vol dat kinderen vooral bij volwassenen op schoot zaten; mijn zus zat bij mijn vader op schoot, ik bij mijn moeder. Ik kan me zelfs herinneren welke jurkjes we droegen. Mijn verstand was toen nog te jong om het belang van dit alles helemaal te vatten, maar met het verstrijken van de tijd daagde het me steeds meer, en ik ben erg dankbaar dat ik het voorrecht had om erbij aanwezig te zijn.’²

Oliver Cowdery

‘Ik vergaderde ’s avonds met de functionarissen van de kerk in het huis des Heren. De Geest werd [op ons] uitgestort. Ik zag de heerlijkheid Gods die als een grote wolk neerdaalde en op het gebouw rustte, en het vervulde als een sterke, ruisende wind. Ik zag ook gespleten tongen als vlammen op velen rusten […] die in andere talen spraken, en profeteerden.’³

Benjamin Brown

‘Velen zagen visioenen. Een [van de aanwezigen] zag een kussenvormige wolk op het gebouw rusten, zo helder als het gouden zonlicht dat op een wolk schijnt. Twee anderen zagen drie personages in de ruimte zweven met helder lichtende sleutels en een helder lichtende ketting in hun handen.’⁴

Orson Pratt

‘God was er, zijn engelen waren er, de Heilige Geest was te midden van de mensen […] en ze waren van top tot teen vervuld van de macht en inspiratie van de Heilige Geest.’⁵

Nancy Naomi Alexander Tracy

‘[De dagen waarop] de tempel voltooid en ingewijd werd, […] waren de twee gelukkigste dagen van mijn leven. “Gods Geest brandt in ’t harte” was een gepaste lofzang die voor de gelegenheid was gecomponeerd. Het was echt waar dat de invloed van de hemel op dat gebouw rustte. […] Voor mij voelde het als de hemel op aarde.’⁶

Noten

1. In Edward W. Tullidge, The Women of Mormondom (1877), 95.

2. In Karl Ricks Anderson, Joseph Smith’s Kirtland: Eyewitness Accounts (1996), 182–183.

3. Dagboek Oliver Cowdery, 27 maart 1836, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City.

4. Brief van Benjamin Brown aan zijn vrouw, Sarah, circa april 1836, bezit van de familie van Benjamin Brown, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City.

5. Orson Pratt, ‘Remarks’, Deseret News, 12 januari 1876, 788.

6. In Richard E. Turley jr. en Brittany A. Chapman, red., Women of Faith in the Latter Days (2011), deel 1, 442.