‘18–24 januari. Leer en Verbonden 3–5: “Mijn werk zal voortgaan”’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: Leer en Verbonden 2021 (2020)
‘18–24 januari. Leer en Verbonden 3–5’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: 2021
18–24 januari
Leer en Verbonden 3–5
‘Mijn werk zal voortgaan’
Schrijf op wat u bij uw studie van de Schriften leert en voelt. Dan wordt het makkelijker om die ingevingen te onthouden en anderen erover te vertellen.
Schrijf uw ingevingen op
In zijn eerste jaren als profeet van de Heer wist Joseph Smith nog niet alles over het ‘wonderbaar werk’ waartoe hij geroepen was. Maar hij leerde al gauw dat als hij voor Gods werk in aanmerking wilde komen, zijn oog werkelijk ‘alleen gericht op de eer van God’ moest zijn (Leer en Verbonden 4:1, 5). Als de Heer hem bijvoorbeeld raad gaf die tegen zijn eigen verlangens indruiste, moest hij de raad van de Heer opvolgen. En zelfs al kreeg hij ‘vele openbaringen, en […] de macht om vele machtige werken te doen’, als zijn eigen wil in zijn ogen belangrijker werd dan Gods wil, moest hij ‘vallen’ (Leer en Verbonden 3:4). Maar Joseph leerde ook iets anders dat net zo belangrijk was in Gods werk: ‘dat God barmhartig is’, en als Joseph zich oprecht bekeerde, was hij ‘nog steeds gekozen’ (vers 10). Gods werk is tenslotte een verlossingswerk. En dat werk kan ‘niet worden verijdeld’ (vers 1).
Ideeën voor individuele Schriftstudie
Ik zou de mens niet meer moeten vrezen dan God.
In het begin van de bediening van Joseph Smith was het moeilijk voor hem om goede vrienden te vinden – met name vrienden zoals Martin Harris, een gerespecteerd, welvarend man, die zich in een positie bevond om waardevolle steun te verlenen. En Martin steunde Joseph bereidwillig, hoewel dat hem het respect van zijn kennissen en financiële offers kostte.
Daarom is het goed te begrijpen waarom Joseph graag aan Martins verzoek voldeed om het eerste deel van de vertaling van het Boek van Mormon mee te nemen en aan zijn vrouw te laten zien, die twijfelde aan de waarheid van het Boek van Mormon. Joseph bleef dit verzoek aan de Heer voorleggen, hoewel Hij het verbood. Nadat Joseph het een derde keer gevraagd had, zei de Heer uiteindelijk ja. Jammer genoeg raakte Martin het manuscript kwijt en werden Joseph en Martin door de Heer streng bestraft (zie Heiligen, deel 1, hoofdstuk 5).
Bedenk bij het lezen van Leer en Verbonden 3:1–15 wat voor invloed de mening van andere mensen op u kan hebben. Het valt u misschien ook op dat de Heer Joseph Smith niet alleen vermaande, maar ook barmhartige woorden tot hem sprak. Wat leert u van de manier waarop de Heer Joseph bijstuurde en aanmoedigde? Aan welke raadgeving kunt u wat hebben als u in de verleiding bent om andere mensen meer te vrezen dan God?
Zie ook ‘The Contributions of Martin Harris’, Revelations in Context, 1–9, history.ChurchofJesusChrist.org.
De Heer vraagt mij om Hem met heel mijn hart te dienen.
Afdeling 4 wordt vaak op voltijdzendelingen toegepast. Het is echter interessant om op te merken dat deze openbaring aanvankelijk aan Joseph Smith sr. werd gegeven, die niet op zending werd geroepen, maar toch ‘verlangens [had] om God te dienen’ (vers 3).
Bij het lezen van deze afdeling kunt u zich indenken dat het een functiebeschrijving is voor iemand die het werk van de Heer wil doen. Wat zijn de vereisten? Waarom zijn deze vaardigheden of eigenschappen nodig? Misschien kunt u onder gebed één ding uitkiezen dat u beter kunt doen om ‘geschikt voor het werk’ te worden (vers 5).
Ik kan mijn eigen getuigenis van het Boek van Mormon krijgen.
Als u voor de rechtbank moest getuigen dat het Boek van Mormon waar is, wat voor bewijs zou u daar dan voor geven? Martin Harris zat met die vraag toen zijn vrouw, Lucy, een klacht indiende, en beweerde dat Joseph Smith de mensen misleidde door zijn bewering dat hij gouden platen aan het vertalen was (zie Heiligen, deel 1, hoofdstuk 6). Daarom vroeg Martin Joseph om meer bewijs dat de gouden platen echt bestonden. Leer en Verbonden 5 is een openbaring met het antwoord op Martins verzoek.
Wat komt u in Leer en Verbonden 5 over het volgende te weten:
-
Wat de Heer vindt van hen die alleen op grond van bewijs in geestelijke waarheden geloven (zie verzen 5–8; zie ook Johannes 20:24–29).
-
De rol van getuigen in het werk van de Heer (zie verzen 11–15; zie ook 2 Korinthe 13:1).
-
Hoe u zelf een getuigenis van het Boek van Mormon kunt krijgen (zie vers 16; zie ook Moroni 10:3–5).
Deze generatie zal door Joseph Smith Gods woord ontvangen.
Wat komt u in Leer en Verbonden 5:1–10 te weten over de belangrijke rol die Joseph Smith in onze bedeling – en in ons leven – speelt? Bedenk hoe u door de profeet Joseph Smith het woord van God ontvangen hebt. Overweeg in uw dagboek op te schrijven of iemand te vertellen hoe dankbaar u bent voor de waarheden die door hem hersteld of verduidelijkt zijn.
Zie ook 2 Nephi 3:6–24.
Ideeën voor Schriftstudie in gezinsverband en op de thuisavond
-
Leer en Verbonden 3:1–4.Vraag een gezinslid om eerst in een ‘kromme’ lijn te lopen, en vervolgens in een ‘rechte’ lijn. Wat betekent het voor ons gezin om te weten dat ‘Gods paden recht zijn’?
-
Leer en Verbonden 3:7–10.Als iemand ons onder druk zet om God ongehoorzaam te zijn, welke beginselen in deze verzen kunnen ons dan helpen om getrouw te blijven? Misschien kunnen de gezinsleden in een rollenspel een situatie spelen waarin iemand ondanks druk om God ongehoorzaam te zijn getrouw blijft.
-
Leer en Verbonden 4.Als uw familie bespreekt wat het inhoudt om op Gods veld te werken, kunnen ze wat werk in een tuin doen (of net doen alsof). Wat voor gereedschap hebben we bij tuinwerk nodig? Wat beschrijft God in afdeling 4 dat we als werktuigen kunnen beschouwen die nodig zijn om zijn werk te doen? Uw gezin zou kunnen bespreken waarom elk werktuig van belang voor Gods werk is.
-
Leer en Verbonden 5:7.Welke dingen geloven we maar kunnen we niet zien? Wat kunnen we zeggen tegen een vriend die bewijs wil dat het Boek van Mormon waar is?
U vindt meer ideeën voor onderwijs aan kinderen in de lesideeën van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.
Aanbevolen liedje: ‘Ik kan een held zijn’, Kinderliedjes, 85.