‘5–11 april. Leer en Verbonden 30–36: “U bent geroepen om mijn evangelie te prediken”’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: Leer en Verbonden 2021 (2020)
‘5–11 april. Leer en Verbonden 30–36’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: 2021
5–11 april
Leer en Verbonden 30–36
‘U bent geroepen om mijn evangelie te prediken’
In de Schriften kunnen we inzichten opdoen waar we in onze eigen unieke omstandigheden iets aan kunnen hebben. Vraag de Heer of u in Leer en Verbonden 30–36 een boodschap voor uzelf mag vinden.
Schrijf uw ingevingen op
Parley P. Pratt was ongeveer een maand lang lid van de kerk toen hij ‘de wildernis’ in werd gestuurd om het evangelie te prediken (Leer en Verbonden 32:2). Thomas B. Marsh was zelfs nog korter lid toen hem werd gezegd: ‘Het uur van uw zending is gekomen’ (Leer en Verbonden 31:3). Orson Pratt, Edward Partridge en veel anderen waren nauwelijks gedoopt toen zij hun zendingsoproep kregen. Maar misschien was deze timing gewoon nodig: in de herfst van 1830 was niemand langer dan zes maanden lid van de kerk. Maar wij kunnen ook een les uit dit patroon leren: als we genoeg weten om met de doop het herstelde evangelie te aanvaarden, weten we genoeg om anderen erover te vertellen. Natuurlijk willen we altijd meer over het evangelie te weten komen, maar God heeft nooit geaarzeld om ‘zij die ongeleerd zijn’ voor de prediking van zijn evangelie te roepen (Leer en Verbonden 35:13). In feite vraagt Hij van ieder van ons: ‘dat u uw mond open doet om mijn evangelie te verkondigen’ (Leer en Verbonden 30:5). En dat doen wij niet zozeer door onze eigen wijsheid en ervaring, maar ‘door de macht van [de] Geest’ (Leer en Verbonden 35:13).
Zie ook ‘The Faith and Fall of Thomas Marsh’, ‘Ezra Thayer: From Skeptic to Believer’, ‘Orson Pratt’s Call to Serve’, Revelations in Context, 54–69.
Ideeën voor individuele Schriftstudie
Ik ben geroepen om het evangelie van Jezus Christus te prediken.
Of u nu wel of niet formeel als zendeling bent geroepen, de Heer wil dat u zijn evangelie verkondigt, en veel van zijn woorden aan de eerste zendelingen uit deze bedeling gelden ook voor u. Schrijf bij uw studie van Leer en Verbonden 30–36 op wat u over de oproep om het evangelie te prediken te weten komt. U zou een lijst kunnen maken van wat de Heer van zijn zendelingen verlangt (zie bijvoorbeeld Leer en Verbonden 30:8) en een andere lijst met dingen die de Heer hun belooft (zie bijvoorbeeld Leer en Verbonden 30:11).
Hoe kunnen die verzen iemand aanmoedigen die zich op een evangelisatiezending of kerkwerkzending voorbereidt, of al op zending is? Wat inspireert u om anderen over het evangelie te vertellen?
Zie ook Leer en Verbonden 35:13–15; Russell M. Nelson en Wendy W. Nelson, ‘Hoop van Israël’ (wereldwijde devotional voor jongeren, 3 juni 2018), HopeofIsrael.ChurchofJesusChrist.org; Silvia H. Allred, ‘Gaat dan henen’, Liahona, november 2008, 10–12.
Leer en Verbonden 31:1–2, 5–6, 9, 13
De Heer kan mij helpen met mijn gezinsrelaties.
Gezinnen in de jaren 1830 worstelden met veel soortgelijke kwesties als gezinnen in deze tijd. Welke leiding en beloften gaf de Heer Thomas B. Marsh voor zijn gezin? Wat kunt u in uw gezinsrelaties aan zijn woorden hebben?
Zie Heiligen, deel 1, hoofdstuk 8 voor meer informatie over Thomas B. Marsh.
Was de zending onder de Lamanieten geen succes?
Toen Oliver Cowdery, Peter Whitmer jr., Parley P. Pratt en Ziba Peterson op pad gingen om ten westen van Missouri tot de indianen te prediken, geloofden zij dat zij profetieën uit het Boek van Mormon zouden vervullen waarin stond dat de Lamanieten in de laatste dagen het evangelie aan zouden nemen (zie bijvoorbeeld 1 Nephi 13:34–41; Enos 1:11–18). Maar aan het eind van hun zending hadden ze wel positieve ontmoetingen met enkele groepen indianen gehad, maar geen enkele indiaan had zich laten dopen. Ze hadden in de buurt van Kirtland (in de staat Ohio), waar ze op reis naar Missouri halt hadden gehouden, wel meer dan honderd mensen gedoopt. Onder die bekeerlingen bevonden zich mensen die invloedrijke kerkleiders zouden worden, zoals Sidney Rigdon. En Kirtland werd later een belangrijke vergaderplek voor de kerk. Wat kunnen we hieruit leren over de manier waarop de Heer zijn werk volbrengt?
Zie ook ‘A Mission to the Lamanites’, Revelations in Context, 45–49.
Als ik mijn leven op het evangeliefundament van de Heiland bouw, zal ik niet vallen.
Leer en Verbonden 33 was gericht aan Northrop Sweet en Ezra Thayer, twee recente bekeerlingen. Northrop verliet de kerk kort na het ontvangen van deze openbaring. Ezra bleef enige tijd getrouw, maar viel uiteindelijk ook af. Dit zou een goede gelegenheid kunnen zijn om te evalueren hoe stevig de ‘rots’ van het evangelie is (vers 13) waarop u hebt gebouwd. Hoe kan de inhoud van deze verzen u helpen om de Heiland trouw te blijven?
Ideeën voor Schriftstudie in gezinsverband en op de thuisavond
-
Leer en Verbonden 30:2.Hoe goed concentreren wij ons als gezin op de zaken van God in plaats van ‘de dingen van de aarde’?
-
Leer en Verbonden 31.Onder het lezen van de beloften van de Heer aan Thomas B. Marsh over zijn gezin zou u de zegeningen kunnen bespreken die uw gezin door zendingswerk ontvangen heeft. U kunt ook een lofzang over dat onderwerp zingen, zoals ‘Ik ga daar waarheen Gij mij zendt’ (Lofzangen, nr. 179). In welke opzichten is uw gezin gezegend door anderen over het evangelie te vertellen?
-
Leer en Verbonden 33:7–10.Welke beeldspraak gebruikte de Heer in deze verzen als beschrijving van evangelieprediking? Welke andere vormen van beeldspraak of metaforen kan uw gezin bedenken? Misschien kunnen uw gezinsleden door deze beeldspraak creatieve manieren bedenken om anderen over het evangelie te vertellen. Dan kan deze bespreking ertoe leiden dat u een plan opstelt om anderen over het evangelie te vertellen. U kunt eventueel potentiële praktijksituaties in een rollenspel oefenen.
-
Leer en Verbonden 34:10.Kies een zinsnede uit vers 10 en vraag een gezinslid om die te fluisteren. Andere gezinsleden kunnen proberen te raden wat de zinsnede is. Laat dan een gezinslid de zinsnede hardop zeggen. Hoe kunnen wij door deze activiteit begrijpen waarom de Heer ons gebiedt: ‘Verhef uw stem’?
U vindt meer ideeën voor onderwijs aan kinderen in de lesideeën van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.
Aanbevolen liedje: ‘Een zending hoop ik te volbrengen’, Kinderliedjes, 91.
Stemmen van de herstelling
Bekeerlingen uit de begintijd van de kerk
Nog voordat de kerk was opgericht, verklaarde de Heer: ‘Het veld is reeds wit om te oogsten’ (Leer en Verbonden 4:4). In de daaropvolgende maanden bleek deze verklaring waar te zijn, want veel zoekenden naar waarheid werden door Gods Geest naar de herstelde Kerk van Jezus Christus geleid.
Veel van deze bekeerlingen uit de begintijd van de kerk legden het fundament van de herstelling, en hun bekeringsverhalen hebben ook voor ons waarde. Zij gaven blijk van hetzelfde geloof dat wij nodig hebben om ons tot het evangelie van Jezus Christus te bekeren.
Abigail Calkins Leonard
Toen Abigail Calkins Leonard ongeveer vijfendertig was, had zij een verlangen om vergeving van haar zonden te ontvangen. Ze las af en toe in de Bijbel, en mensen van christelijke kerken bezochten haar thuis, maar het was haar niet helemaal duidelijk hoe de ene kerk van de andere verschilde. Ze vertelt: ‘Op een ochtend pakte ik mijn Bijbel en ging ik naar het bos, waar ik mij op mijn knieën liet vallen.’ Ze bad vurig tot de Heer. ‘Onmiddellijk kreeg ik een visioen,’ zegt ze, ‘en de verschillende sekten werden aan mij getoond, waarop een stem mij aanriep en zei: “Deze zijn voor profijt opgericht.” In de verte kon ik een sterk licht zien, en een stem van boven riep: “Ik zal een volk verwekken dat ik tot mijn vreugde het mijne zal noemen en zal zegenen.”’ Korte tijd later hoorde Abigail over het Boek van Mormon. Hoewel ze er nog geen exemplaar van had, probeerde ze ‘door de gave en macht van de Heilige Geest achter de waarheid van dit boek te komen’. Ze ‘voelde onmiddellijk zijn tegenwoordigheid’. Toen ze eindelijk in het Boek van Mormon kon gaan lezen, was ze ‘klaar om het te ontvangen’. In 1831 lieten haar man, Lyman, en zij zich dopen.1
Thomas B. Marsh
Thomas B. Marsh bestudeerde als jongvolwassene de Bijbel en trad tot een christelijke kerk toe. Maar hij was niet tevreden, en trok zich uiteindelijk uit alle kerken terug. ‘Ik had in zekere mate de geest van profetie,’ zei hij, ‘en ik zei tegen [de leider van een kerk] dat ik verwachtte dat er een nieuwe kerk zou verschijnen, die de zuivere waarheid zou hebben.’ Niet lang daarna kreeg Thomas een geestelijke ingeving om zijn woning in Boston (Massachusetts) te verlaten en naar het westen te reizen. Hij had drie maanden lang in het westen van de staat New York vruchteloos naar die nieuwe kerk gezocht, en ving toen de thuisreis aan. Onderweg vroeg een vrouw aan Thomas of hij weleens had gehoord over ‘het gouden boek dat een jongeman genaamd Joseph Smith gevonden had’. Thomas vond dit een intrigerende gedachte en hij reisde onmiddellijk naar Palmyra, waar hij in de drukkerij Martin Harris tegenkwam, precies op het moment dat de eerste 16 pagina’s van het Boek van Mormon van de pers rolden. Thomas mocht een afschrift van die 16 pagina’s mee naar huis nemen, naar zijn vrouw, Elizabeth. Hij herinnert zich: ‘Ze was erg blij’ met het boek ‘en geloofde dat het Gods werk was.’ Thomas en Elizabeth verhuisden later met hun kinderen naar New York en werden gedoopt.2 (Zie Leer en Verbonden 31 voor meer informatie over Thomas B. Marsh.)
Parley en Thankful Pratt
Net als Thomas Marsh gaven Parley en Thankful Pratt gehoor aan geestelijke ingevingen om hun welvarende boerderij in Ohio te verlaten met de bedoeling om het evangelie te prediken zoals zij dat uit de Bijbel geïnterpreteerd hadden. Parley zei tegen zijn broer: ‘De geest van deze dingen hield mij de laatste tijd zo bezig dat ik geen rust had.’3 Toen zij het oosten van de staat New York bereikt hadden, kreeg Parley de ingeving om een tijdje in die omgeving te blijven. Ze besloten dat Thankful alleen verder zou reizen. ‘Ik heb in dit deel van het land een werk te doen’, zei Parley tegen haar. ‘Wat dat is, of hoelang het zal duren, weet ik niet; maar ik kom wanneer ik het gedaan heb.’4 Daar hoorde Parley voor het eerst van het Boek van Mormon. ‘Ik kreeg een vreemd soort belangstelling voor het boek’, zei hij.5 Hij vroeg om een exemplaar en bleef er de hele nacht in lezen. Tegen de ochtend wist hij dat het boek waar was, en stelde hij het ‘meer op prijs dan alle rijkdommen in de wereld.’6 Binnen enkele dagen had Parley zich laten dopen. Hij keerde toen terug naar Thankful, die zich ook liet dopen. (Zie Leer en Verbonden 32 voor meer informatie over Parley P. Pratt.)
Sidney en Phebe Rigdon
Onderweg van New York naar een zending in Missouri hielden Parley Pratt en zijn medezendelingen halt in Mentor (Ohio). Daar logeerden ze bij Sidney en Phebe Rigdon – oude vrienden van Parley uit zijn tijd in Ohio. Sidney was predikant in een christelijke kerk, en Parley was ooit lid van zijn kerkgemeente geweest en beschouwde hem als zijn geestelijke mentor. Parley vertelde zijn vrienden enthousiast over het Boek van Mormon en de herstelling van het evangelie van Jezus Christus. Sidney was ook op zoek geweest naar de herstelling van de ware kerk waarvan hij in het Nieuwe Testament een beschrijving had gevonden, maar hij stond aanvankelijk sceptisch tegenover het Boek van Mormon. ‘Ik zal je boek lezen,’ zei hij tegen zijn vriend Parley, ‘en ik zal trachten vast te stellen of het een openbaring van God is of niet.’7 Na twee weken studie en gebed was zowel hij als Phebe ervan overtuigd dat het boek waar was. Maar Sidney wist ook dat het een grote opoffering voor zijn gezin zou betekenen om lid van de kerk te worden. Uiteraard zou hij zijn baan als predikant verliezen, maar ook zijn sociale status in de gemeenschap. Toen hij met Phebe deze mogelijkheid besprak, zei Phebe: ‘Ik heb de te betalen prijs vastgesteld, en […] het is mijn verlangen om op leven of dood de wil van God te doen.’8