Leer en Verbonden 2021
1–7 november. Leer en Verbonden 125–128: ‘Een stem van blijdschap voor de levenden en de doden’


‘1–7 november. Leer en Verbonden 125–128: “Een stem van blijdschap voor de levenden en de doden”’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: Leer en Verbonden 2021 (2020)

‘1–7 november. Leer en Verbonden 125–128’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: 2021

gezin met voorouders in de geestenwereld

Wij met hen en zij met ons, Caitlin Connolly

1–7 november

Leer en Verbonden 125–128

‘Een stem van blijdschap voor de levenden en de doden’

Denk eraan om bij het bestuderen van Leer en Verbonden 125–28 uw gevoelens te noteren, zodat u er later over na kunt denken en ze met anderen kunt bespreken.

Schrijf uw ingevingen op

In augustus 1840 luisterde Jane Neyman, die in de rouw was, naar een grafrede die de profeet Joseph bij de begrafenis van zijn vriend Seymour Brunson hield. Jane’s tienerzoon Cyrus was onlangs overleden. Haar rouw was des te meer schrijnend omdat Cyrus niet was gedoopt. Jane maakte zich zorgen over zijn eeuwig heil. Joseph wist hoe ze zich voelde, want hij had zich datzelfde over zijn geliefde broer Alvin afgevraagd, die ook ongedoopt was overleden. Dus besloot de profeet Jane en de andere aanwezigen bij de uitvaart te vertellen wat de Heer hem had geopenbaard over hen die zijn gestorven zonder de evangelieverordeningen te ontvangen – en hoe wij ze kunnen helpen.

De leer van de doop voor de doden ontroerde de heiligen; ze dachten meteen aan overleden ouders, grootouders en andere familieleden. Nu was er hoop voor ze! Joseph deelde in hun vreugde. Hij legde in enthousiaste bewoordingen uit wat de Heer hem over het heil voor de doden had geleerd: ‘Laten de bergen van vreugde juichen, en alle valleien het uitroepen; en alle zeeën en al het droge land de wonderen van uw eeuwige Koning verhalen!’ (Leer en Verbonden 128:23.)

Zie Saints, 1:415–427; ‘Letters on Baptism for the Dead’, Revelations in Context, 272–276.

individuele studie (pictogram)

Ideeën voor individuele Schriftstudie

Leer en Verbonden 126

De Heer wil dat ik voor mijn gezin zorg.

Toen Brigham Young weer van een van zijn zendingen naar Engeland was teruggekeerd, kreeg hij van de Heer een andere belangrijke roeping: ‘bijzondere zorg aan [zijn] gezin te besteden’ (vers 3). Zijn vrouw en kinderen hadden namelijk onder zijn afwezigheid geleden. Overweeg hoe deze en andere raad in afdeling 126 op u van toepassing is in het licht van de volgende woorden van Bonnie L. Oscarson, voormalig algemeen jongevrouwenpresidente:

‘Bedenk dat de belangrijkste behoeften zich misschien vlak voor [je] neus bevinden. Begin thuis […] met dienstbetoon. Die banden kunnen eeuwig zijn. Zelfs als je gezinssituatie niet volmaakt is, en vooral als dat het geval is, kun je manieren vinden om te dienen, steunen en sterken. Begin waar je bent, houd van ze zoals ze zijn en bereid je voor op het gezin dat je in de toekomst hoopt te hebben.’ (‘In behoeften voorzien’, Liahona, november 2017, 27.)

Zie ook ‘Take Special Care of Your Family’, Revelations in Context, 242–249.

Leer en Verbonden 127:2–4

De Heer kent mijn vreugde en verdriet.

In augustus 1842 was Joseph Smith wegens valse beschuldigingen en de dreiging van een arrestatie weer gedwongen om zich schuil te houden. Toch spreken er optimisme en vreugde uit wat hij de heiligen in die periode schreef (zie Leer en Verbonden 127). Wat komen we uit de verzen 2–4 over God te weten? Of over de manier waarop u uw beproevingen onder ogen kunt zien?

U kunt eventueel opschrijven hoe de Heer u in het ‘diepe water’ van uw leven steunt.

Leer en Verbonden 127:5–8; 128:1–8

‘Wat u ook optekent op aarde, zal worden opgetekend in de hemel.’

Zoek bij het lezen van Leer en Verbonden 127:5–8; 128:1–8 de redenen op waarom de Heer aan Joseph Smith zulke specifieke instructies voor het registreren van dopen voor de doden gaf. Wat kunnen we daaruit over de Heer en zijn werk concluderen?

jongeman met familienaamkaartjes

Als we tempelwerk voor onze voorouders doen, wordt ons hart met hun hart verbonden.

Leer en Verbonden 128:5–25

Het heil van mijn voorouders is van onmisbaar belang voor mijn heil.

Uit de openbaringen die God aan Joseph Smith gaf, blijkt duidelijk waarom onze voorouders die in dit leven niet gedoopt zijn onze hulp voor hun heil nodig hebben. Maar waarom zou het heil van onze voorouders ‘noodzakelijk en onontbeerlijk voor ons heil’ zijn? (Zie Leer en Verbonden 128:15–18; cursivering toegevoegd.)

In vers 5 lezen we dat de verordening van de doop voor de doden ‘vóór de grondlegging van de wereld’ bereid was. Wat zegt dat ons over God en zijn plan? Wat voegt de boodschap van president Henry B. Eyring, ‘Het gezin van God bijeen vergaderen’, aan uw begrip toe? (Liahona, mei 2017, 19–22.)

Joseph Smith hanteerde zinsneden zoals ‘bindende bevoegdheid’, ‘verbindende schakel’ en ‘volmaakte eenwording’ in zijn leringen over priesterschapsverordeningen en dopen voor de doden. Let op deze en soortgelijke zinsneden bij het lezen van Leer en Verbonden 128:5–25. Welke dingen kunnen door Jezus Christus middels priesterschapsverordeningen voor de doden samengebonden worden? Waarom is ‘stoutmoedige’ een goed woord om de leer van het heil voor de doden te beschrijven? (Zie de verzen 9–11.)

Wat valt u op aan de woorden van Joseph Smith in de verzen 19–25? Wat voor invloed hebben deze verzen op uw gevoelens ten aanzien van tempelwerk voor uw voorouders? En ten aanzien van Jezus Christus? Waartoe voelt u zich geïnspireerd? (Zie FamilySearch.org/discovery voor ideeën.)

Zie ook 1 Korinthe 15:29; Dale G. Renlund, ‘Familiegeschiedenis en tempelwerk: verzegeling en genezing’, Liahona, mei 2018, 46–49; ‘A Sacrifice of Time’ en ‘Their Hearts Are Bound to You’, video’s, ChurchofJesusChrist.org.

2:54
studie in gezinsverband (pictogram)

Ideeën voor Schriftstudie in gezinsverband en op de thuisavond

Leer en Verbonden 126.Deze raad aan Brigham Young samen met uw gezinsleden lezen, kan hen inspireren om te bespreken hoe u meer tijd aan ‘bijzondere zorg’ (vers 3) aan elkaar kunt besteden.

Leer en Verbonden 128:15–18.Wat zijn enkele verlossende en vervolmakende zegeningen van familiehistorisch werk? U kunt wat ideeën opdoen uit de video ‘The Promised Blessings of Family History’ (ChurchofJesusChrist.org), of uit een lied over familiegeschiedenis, zoals ‘Mijn familiegeschiedenis’ (Kinderliedjes, p 100).

3:23

Leer en Verbonden 128:18.Maak eventueel een papieren keten met op elke schakel de naam van een gezinslid of een voorouder, om te laten zien dat we met familiehistorisch en tempelwerk een ‘verbindende schakel’ tussen onszelf en onze voorouders smeden. Misschien kunt u op FamilySearch.org meer familieleden zoeken en kijken hoe lang uw keten dan wordt.

Leer en Verbonden 128:19–23.Misschien kunnen de gezinsleden in deze verzen woorden opzoeken waaruit blijkt dat Joseph Smith enthousiast was over het evangelie van Jezus Christus en de verlossing van de doden. De gezinsleden kunnen vertellen hoe zij zelf enthousiast over dit werk zijn geworden, of u kunt samen op FamilySearch.org/discovery op zoek gaan naar manieren om dat enthousiasme op te doen.

U vindt meer ideeën voor onderwijs aan kinderen in de lesideeën van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.

Aanbevolen lied: ‘Mijn familiegeschiedenis’, Kinderliedjes, p. 100.

stemmen van de herstelling (pictogram)

Stemmen van de herstelling

Doop voor de doden, ‘een nieuw en heerlijk onderwerp’

schets van de doopvont in de Nauvootempel

In deze schets ziet u de doopvont van de Nauvootempel op twaalf runderen rusten.

Phebe en Wilford Woodruff

Phebe Woodruff woonde in de buurt van Nauvoo toen Joseph Smith de leer van de doop voor de doden begon te verkondigen. Ze schreef erover aan haar man, Wilford, die een zending in Engeland vervulde:

‘Broeder Joseph […] heeft door openbaring vernomen dat de leden van deze kerk zich kunnen laten dopen voor hun familieleden die zijn overleden zonder het voorrecht te hebben gehad om het evangelie te horen. Dat geldt zelfs voor hun kinderen, ouders, broers, zussen, grootouders, ooms en tantes. […] Zodra zij voor hun vrienden zijn gedoopt, worden deze uit de gevangenis gelaten en kunnen zij hen in de opstanding opeisen en ze het celestiale koninkrijk inbrengen. De kerk ontvangt deze leer vol enthousiasme, en de leden laten zich in drommen dopen. Sommigen wel 16 keer […] op één dag.’1

Wilford Woodruff zei later over dit beginsel: ‘Zodra ik dit hoorde, sprong mijn ziel op van vreugde. […] Ik liet me dopen voor alle overleden familieleden die ik kon bedenken. […] Ik wilde vanuit het diepst van mijn ziel halleluja roepen toen mij de openbaring over de doop voor de doden ter ore kwam. Ik had het gevoel dat we ons met recht konden verheugen in de zegeningen des hemels.’2

Vilate Kimball

Net als zuster Woodruff hoorde Vilate Kimball over de doop voor de doden toen haar man, Heber, weg was om het evangelie te prediken. Ze schreef hem:

‘President Smith heeft een nieuw en heerlijk onderwerp aangeroerd […] dat nogal een opleving in de kerk heeft veroorzaakt. Het is de doop voor de doden. Paulus spreekt erover in 1 Korinthe, hoofdstuk 15, vers 29. Joseph heeft er door openbaring een vollediger uitleg van ontvangen. […] Het is de leden van deze kerk vergund om zich voor al hun verwanten te laten dopen die overleden zijn voordat dit evangelie voortkwam; zelfs tot aan hun overgrootvader en -moeder toe. […] Daarmee treden wij namens hen op en bieden wij hun het voorrecht om in de eerste opstanding voort te komen. Hij zegt dat het evangelie in de gevangenis tot hen gepredikt zal worden […] maar dat er geen doop voor geesten bestaat. […] Sinds dat gebruik hier is verkondigd, zijn de wateren voortdurend in beroering geweest. Tijdens de conferentie waren er soms wel acht tot tien ouderlingen tegelijk in de rivier aan het dopen. […] Ik wil me voor mijn moeder laten dopen. Ik wilde wachten tot je thuiskwam, maar de laatste keer dat Joseph over het onderwerp sprak, raadde hij iedereen aan om er wat aan te doen, en hun vrienden zo snel mogelijk uit gevangenschap te verlossen. Dus ik denk dat ik deze week ga, daar enkele buren ook gaan. Sommigen zijn al meerdere malen gedoopt. […] Dus je ziet dat iedereen een kans krijgt. Is dat geen heerlijke leer?’3

Phebe Chase

Toen de doopvont in de Nauvootempel was voltooid, werden de dopen voor de dopen daar verricht, en niet meer in de rivier. Phebe Chase, inwoonster van Nauvoo, schreef haar moeder over de tempel en legde uit dat de doopvont een plek was waar ‘wij ons voor onze doden laten dopen, zodat we verlossers op de berg Zion worden.’ Ze legde verder uit dat ‘ik [in deze vont] voor mijn lieve vader en al mijn andere overleden vrienden gedoopt ben. […] Nu wil ik de namen van je vader en moeder weten zodat ik ze kan bevrijden, want ik wens de doden te verlossen. […] De Heer heeft weer gesproken en de orde uit de oudheid hersteld.’4

Sally Randall

Sally Randall schreef haar vrienden en familieleden over de doop voor de doden en vertelde ze over het heengaan van haar zoon George:

‘O, wat een beproeving was die tijd voor mij. Het lijkt erop dat ik me nog steeds niet met de situatie kan verzoenen, maar […] zijn vader heeft zich voor hem laten dopen. Wat is het heerlijk dat wij de volheid van het evangelie ontvangen en geloven zoals het nu verkondigd wordt, zodat we ons kunnen laten dopen voor al onze overleden vrienden en hen te verlossen, zodra we hun gegevens achterhalen.

‘Zouden jullie mij de voornamen van al onze overleden verwanten willen sturen, maar in elk geval zo ver terug als grootvader en grootmoeder. Het is mijn bedoeling alles in het werk te stellen om mijn vrienden te verlossen, en het zou mij verheugen als enkelen van jullie mij zouden komen helpen, want het is een omvangrijk werk voor één persoon. […] Ik ga ervan uit dat jullie dit een vreemde leer vinden, maar je zult erachter komen dat die waar is.’5

Noten

  1. Brief van Phebe Woodruff aan Wilford Woodruff, 6 oktober 1840, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City.

  2. Wilford Woodruff, ‘Remarks’, Deseret News, 27 mei 1857, 91.

  3. Brief van Vilate Kimball aan Heber C. Kimball, 11 oktober 1840, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City.

  4. Brief van Phebe Chase, geen datum, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City. Toen de heiligen voor het eerst dopen voor de doden verrichtten, werd men soms ten behoeve van voorouders van beide geslachten gedoopt. Later werd geopenbaard dat mannen zich voor mannen moesten laten dopen, en vrouwen voor vrouwen.

  5. Brief van Sally Randall, 21 april 1844, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City.

doopvont in de Ogdentempel (Utah, VS)

De doopvont in de Ogdentempel (Utah) rust op de rug van twaalf runderen.