Tot mijn gedachtenis, Walter Rane

29 mei–4 juni

Mattheüs 26; Markus 14; Johannes 13

‘Ter gedachtenis’

Let op de indrukken die u krijgt terwijl u over de gebeurtenissen in Mattheüs 26; Markus 14 en Johannes 13 leest. Let vooral op indrukken die uw geloof in Jezus Christus en uw toewijding aan Hem verdiepen.

Schrijf uw indrukken op

Eén dag voor zijn dood gaf Jezus zijn discipelen iets waarmee ze Hem in gedachten konden houden. Hij nam ‘het brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en gaf het aan de discipelen en Hij zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam. Hij nam ook de drinkbeker en nadat Hij gedankt had, gaf Hij hun die, en zei: Drink allen daaruit, want dit is Mijn bloed’ (Mattheüs 26:26–28).

Dat gebeurde ongeveer tweeduizend jaar geleden, in een plaats die we waarschijnlijk nooit zullen zien, in een taal die weinigen spreken. Maar nu doen priesterschapsdragers, gemachtigd om in de naam van Jezus Christus te handelen, elke zondag in de kerk wat Hij eens heeft gedaan. Ze nemen brood en water, zegenen het, en geven het aan alle aanwezigen, zijn discipelen. Het is een eenvoudige handeling – is er iets eenvoudiger en fundamenteler dan brood eten en water drinken? Maar dat brood en dat water zijn heilig voor ons, omdat ze ons helpen Hem te gedenken. Het is onze manier om te zeggen: ‘Ik zal Hem nooit vergeten’ – wat verder gaat dan ‘Ik zal nooit vergeten wat ik over zijn leringen en zijn leven gelezen heb.’ We zeggen in feite: ‘Ik zal nooit vergeten wat Hij voor mij gedaan heeft.’ ‘Ik zal nooit vergeten dat Hij mij gered heeft toen ik om hulp riep.’ En ‘ik zal nooit zijn belofte aan mij vergeten en mijn belofte aan Hem – het verbond dat we hebben gesloten.’

Ideeën voor individuele Schriftstudie

Mattheüs 26:6–13; Markus 14:3–9

‘Zij heeft […] Mijn lichaam gezalfd voor de begrafenis.’

Met een nederige aanbiddingsdaad liet de vrouw in deze verzen zien dat ze wist wie Jezus was en wat Hij kort daarna zou doen (zie Mattheüs 26:12). Waarom denkt u dat haar daad veel voor de Heiland betekende? (Zie vers 13.) Wat spreekt u aan in de vrouw en haar geloof? Overdenk hoe u haar voorbeeld kunt volgen.

Zie ook Johannes 12:1–8.

Mattheüs 26:20–22; Markus 14:17–19

‘Ik ben het toch niet, Heere?’

Wat leert u over de discipelen uit de vraag die ze in deze verzen aan de Heiland stelden? Waarom zouden ze die gesteld hebben? Bedenk hoe u de vraag ‘Ik ben het toch niet?’ aan de Heer zou kunnen stellen.

Zie ook Dieter F. Uchtdorf, ‘Ben ik het, Heere?’, Liahona, november 2014, 56–59.

Mattheüs 26:26–29; Markus 14:22–25

Het avondmaal is een gelegenheid om de Heiland indachtig te zijn.

Welke gedachten en gevoelens zouden de discipelen gehad kunnen hebben toen de Heiland hun het avondmaal bediende? Denk hierover na terwijl u in Mattheüs 26:26–29 en Markus 14:22–25 over die gebeurtenis leest. Waarom denkt u dat Jezus deze manier koos om ons aan Hem te laten denken? Ook kunt u eventueel nadenken over de uitwerking die het avondmaal op u heeft. Is er iets wat u kunt doen om uw ervaring heiliger en geestelijker te maken?

Lees en overdenk deze verzen, en schrijf eventueel op waartoe u zich geïnspireerd voelde om de Heiland te gedenken. U kunt uw notities doornemen als u de volgende keer aan het avondmaal deelneemt. U kunt dat ook op andere tijden doen, om ‘Hem altijd indachtig te zijn’ (Moroni 4:3).

Zie ook Lukas 22:7–39; 3 Nephi 18:1–13; Leer en Verbonden 20:76–79; ‘Always Remember Him’ (video), ChurchofJesusChrist.org.

Johannes 13:1–17

De Heiland laat zien hoe we anderen nederig kunnen dienen.

In Jezus’ tijd was het wassen van voeten een taak van dienaars, niet van leiders. Maar Jezus wilde dat zijn discipelen anders gingen denken over leiden en dienen. Welke lessen leert u uit de woorden en daden van de Heiland in Johannes 13:1–17? In uw cultuur is voetwassing misschien niet de gebruikelijke manier van dienen. Maar laat uw gedachten eens gaan over wat u kunt doen om Jezus’ voorbeeld van een dienende houding te volgen.

Het kan ook interessant zijn om te letten op dingen die Jezus wist en voelde tijdens deze heilige tijd met zijn apostelen (zie de verzen 1 en 3). Wat komt u met deze inzichten over de Heiland te weten?

Zie ook Lukas 22:24–27.

Johannes 13:34–35

Mijn liefde voor anderen is een teken dat ik een ware discipel van Jezus Christus ben.

Eerder had Jezus een gebod gegeven: ‘U zult uw naaste liefhebben als uzelf’ (Mattheüs 22:39). Nu gaf Hij een ‘nieuw gebod’. Wat betekent het volgens u om van anderen te houden zoals Jezus van u houdt? (Zie Johannes 13:34.)

Ook kunt u eventueel overdenken hoe anderen weten dat u een discipel van Jezus Christus bent. Hoe kunt u ervoor zorgen dat liefde de eigenschap is die u als christen kenmerkt?

Ideeën voor Schriftstudie in gezinsverband en de thuisavond

Mattheüs 26:26–29; Markus 14:22–25.Hoe beleeft uw gezin elke week het avondmaal? Lezen over het eerste avondmaal kan een gesprek op gang brengen over het belang van het avondmaal, en hoe daar meer betekenis aan kan worden gegeven. Toon eventueel de plaat Het avondmaal ronddienen (Evangelieplatenboek, nr. 108). Bespreek met elkaar wat u vóór, tijdens en na het avondmaal kunt doen.

Het avondmaal herinnert ons aan Jezus Christus.

Mattheüs 26:30.Overweeg een lofzang te zingen, zoals Jezus en zijn apostelen dat deden – misschien een avondmaalslofzang. Hoe zou een lofzang Jezus en zijn apostelen in dat uur vertroosting hebben geboden? Hoe zijn lofzangen ons tot zegen?

Johannes 13:1–17.U kunt uw gezin de afbeelding aan het eind van dit lesschema laten zien terwijl u deze verzen leest. In welke waarheden onderwees de Heiland met zijn daden? Welke details in deze afbeelding maken die waarheden duidelijker? De gezinsleden kunnen eventueel vertellen hoe het naleven van deze waarheden hun geluk heeft gebracht (zie Johannes 13:17).

Johannes 13:34–35.Lees deze verzen en bespreek eventueel met elkaar hoe andere mensen kunnen weten dat uw gezin uit discipelen van Jezus Christus bestaat. Hoe wil de Heiland dat zijn volgelingen bekendstaan? U kunt uw gezinsleden vragen te praten over mensen die met hun naastenliefde laten zien dat ze ware discipelen van Jezus Christus zijn. U kunt ook bespreken hoe u als gezin meer liefde kunt tonen.

U vindt meer ideeën voor onderwijs aan kinderen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.

Aanbevolen liedje: ‘Houd van elkander’, Kinderliedjes, p. 74.

Uw individuele studie verbeteren

Overdenken. De Schriften hebben geestelijk betekenissen die ons kunnen ontgaan als we vluchtig lezen zoals we andere lectuur lezen. Haast u niet door een hoofdstuk heen. Neem de tijd om wat u leest te overdenken.

De belangrijkste in het Koninkrijk, J. Kirk Richards