De wederkomst, Harry Anderson

22–28 mei

Mattheüs naar Joseph Smith 1; Mattheüs 24–25; Markus 12–13; Lukas 21

‘De Zoon des mensen [zal] komen’

Vraag u bij het lezen van Mattheüs naar Joseph Smith 1; Mattheüs 24–25; Markus 12–13 en Lukas 21 af: Wat voor boodschappen staan er in deze hoofdstukken voor mij? Voor mijn gezin? Voor mijn roeping?

Schrijf uw indrukken op

Jezus’ discipelen waren waarschijnlijk onthutst door zijn profetie: de machtige tempel van Jeruzalem, het geestelijke en culturele middelpunt van het Joodse volk, zou zo volslagen verwoest worden dat er ‘niet één steen op de andere steen gelaten [zou] worden’. De discipelen wilden uiteraard meer weten. ‘Wanneer zullen deze dingen gebeuren?’ vroegen ze. ‘En wat is het teken van uw komst?’ (Mattheüs naar Joseph Smith 1:2–4.) Uit de antwoorden van de Heiland bleek duidelijk dat de grote verwoesting van Jeruzalem – een profetie die in 70 n.C. in vervulling ging – relatief gering zou zijn in vergelijking met de tekenen van zijn komst in de laatste dagen. Dingen die nog stabieler dan de tempel in Jeruzalem lijken, zijn kennelijk van voorbijgaande aard: de zon, de maan, de sterren, de natiën en de zee. Zelfs ‘de machten van de hemelen zullen wankelen’ (Mattheüs naar Joseph Smith 1:33). Zijn we geestelijk alert, dan doen we er in al die commotie verstandig aan ons vertrouwen te stellen in iets wat echt blijvend is. Jezus heeft beloofd: ‘Hoewel de dagen zullen komen dat de hemel en de aarde voorbijgaan, zullen mijn woorden geenszins voorbijgaan, […] en wie mijn woord als een schat verzamelt, zal niet worden misleid’ (Mattheüs naar Joseph Smith 1:35, 37).

Ideeën voor individuele Schriftstudie

Wat is Mattheüs naar Joseph Smith?

Mattheüs naar Joseph Smith, in de Parel van grote waarde, is de vertaling van Joseph Smith van het laatste vers van Mattheüs 23 en heel Mattheüs 24. Joseph Smiths geïnspireerde bewerking herstelt waardevolle waarheden die verloren waren gegaan. De verzen 12–21 verwijzen naar de verwoesting van Jeruzalem in de oudheid. De verzen 21–55 bevatten profetieën over de laatste dagen.

Mattheüs naar Joseph Smith 1:21–37; Markus 13:21–37; Lukas 21:25–38

Met behulp van profetieën over de wederkomst van de Heiland kan ik de toekomst met geloof tegemoetzien.

Als u over de gebeurtenissen leest die aan de wederkomst van Jezus Christus voorafgaan, kunt u ongerust raken. Maar toen Jezus deze gebeurtenissen voorspelde, vertelde Hij zijn discipelen ‘niet verontrust’ te zijn (Mattheüs naar Joseph Smith 1:23). Hoe kunt u ‘niet verontrust’ zijn als u over aardbevingen, oorlogen, misleidingen en hongersnoden hoort? Denk over die vraag na terwijl u deze verzen leest. Markeer of noteer de geruststellende raad die u aantreft.

Zie ook ‘Wederkomst van Jezus Christus’ in Trouw aan het geloof en in de Gids bij de Schriften.

Mattheüs naar Joseph Smith 1:26–27, 38–55; Mattheüs 25:1–13; Lukas 21:29–36

Ik moet altijd op de wederkomst van de Heiland voorbereid zijn.

God heeft ‘de dag en ook het uur […] waarop de Zoon des mensen komen zal’ niet geopenbaard (Mattheüs 25:13). Maar Hij wil niet dat die dag ons ‘onverwachts overkomt’ (Lukas 21:34). Hij heeft ons dan ook raad ter voorbereiding gegeven.

Let in deze verzen op de gelijkenissen en andere vergelijkingen waarmee de Heiland ons duidelijk maakt dat we altijd op zijn wederkomst voorbereid moeten zijn. Wat leert u ervan? Waartoe voelt u zich geïnspireerd?

Overweeg ook hoe de Heiland wil dat u helpt met het voorbereiden van de wereld op zijn wederkomst. Wat betekent het volgens u om klaar te zijn om de Heiland bij zijn komst te ontvangen? Ouderling D. Todd Christoffersons toespraak, ‘Ons voorbereiden op de wederkomst van de Heer’ (Liahona, mei 2019, 81–84) kan u helpen bij het overdenken van die vraag.

Zie ook Russell M. Nelson, ‘Treed de toekomst vol geloof tegemoet’, Liahona, november 2020, 73–76.

Mattheüs 25:14–30

Onze hemelse Vader verwacht van mij dat ik zijn gaven verstandig gebruik.

Een ‘talent’ was in de gelijkenis van de Heiland een geldstuk. Maar de gelijkenis van de talenten kan ons helpen overdenken hoe we al onze zegeningen gebruiken, niet alleen geld. Lees deze gelijkenis en maak eventueel een lijst met zegeningen en taken die onze hemelse Vader u heeft toevertrouwd. Wat verwacht Hij dat u met deze zegeningen doet? Hoe kunt u deze gaven verstandiger gebruiken?

Mattheüs 25:31–46

Als ik anderen dien, dien ik God.

Lees de gelijkenis van de schapen en de bokken als u zich afvraagt hoe de Heer over uw leven zal oordelen. Hoe denkt u dat het helpen van behoeftigen u zal voorbereiden op het beërven van het koninkrijk van God?

In welk opzicht lijkt deze gelijkenis op de andere twee in Mattheüs 25? Welke boodschappen hebben deze drie gemeen?

Zie ook Mosiah 2:17; 5:13.

Ideeën voor Schriftstudie in gezinsverband en de thuisavond

Mattheüs naar Joseph Smith.Laat uw gezinsleden in dit hoofdstuk opzoeken wat we volgens de Heiland moeten doen om ons op zijn wederkomst voor te bereiden (zie bijvoorbeeld de verzen 22–23, 29–30, 37, 46–48). Wat kunnen we doen om zijn raad op te volgen? Wellicht vindt uw gezin het leuk om ‘Bij zijn wederkomst’ (Kinderliedjes, p. 46–47) te zingen en tekeningen te maken van hun beeld van de wederkomst van de Heiland.

Mattheüs naar Joseph Smith 1:22, 37.Wat betekent het om het woord van God als een schat te verzamelen? Hoe pakken we dat persoonlijk en in gezinsverband aan? Hoe kan dat ons voor misleiding behoeden?

Mattheüs 25:1–13.U kunt bij de bespreking van Mattheüs 25:1–13 de afbeelding van de tien meisjes in dit lesschema gebruiken. Welke details in deze verzen zien we in de afbeelding terug?

U kunt eventueel uit papier druppels olie knippen en de druppels in uw woning verstoppen. U kunt de druppels aan voorwerpen zoals de Schriften of een plaat van een tempel vastmaken. Als de gezinsleden de druppels vinden, kunt u bespreken hoe die dingen ons voorbereiden op de wederkomst.

Markus 12:38–44; Lukas 21:1–4.Wat staat er in deze verzen dat duidelijk maakt hoe de Heer onze offergaven ziet? Laat uw gezin zien hoe we tiende en vastengaven aan de Heer betalen. Hoe dragen die offergaven bij aan de opbouw van Gods koninkrijk? Hoe kunnen we op andere manieren ‘alles wat [we hebben]’ aan de Heer offeren? (Markus 12:44.)

Het muntje van de weduwe, Sandra Rast

U vindt meer ideeën voor onderwijs aan kinderen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.

Aanbevolen liedje: ‘Bij zijn wederkomst’, Kinderliedjes, p. 46–47.

Uw individuele studie verbeteren

Breng uw omgeving op orde. ‘Onze omgeving kan ons vermogen om te leren en waarheid te voelen fors beïnvloeden.’ (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 15.) Bestudeer de Schriften op een plek waar de invloed van de Heilige Geest aanwezig kan zijn. Opbouwende muziek en afbeeldingen kunnen de Geest ook uitnodigen.

Vijf van hen waren wijs, Walter Rane