7–13 augustus

Romeinen 1–6

‘Een kracht van God tot zaligheid’

Als u ingevingen opschrijft, onthoudt u beter wat de Geest u influistert. Noteer eventueel ook uw gevoelens bij die ingevingen.

Schrijf uw indrukken op

Tegen de tijd dat Paulus zijn zendbrief aan de Romeinse kerkleden (een heterogene groep Joden en niet-Joden) schreef, was de Kerk van Jezus Christus al veel meer dan een handjevol gelovigen uit Galilea. Zo’n twintig jaar na de opstanding van de Heiland waren er vrijwel overal waar de apostelen redelijkerwijs heen konden reizen gemeenten van christenen. Rome, de hoofdstad van een machtig rijk, hoorde daar ook bij. In vergelijking met de uitgestrektheid van het Romeinse Rijk was de kerk echter klein en vaak het doelwit van vervolging. Onder die omstandigheden zullen sommigen zich wellicht geschaamd hebben voor het evangelie van Christus, maar Paulus uiteraard niet. Hij wist en getuigde dat ware kracht, de ‘kracht van God tot zaligheid’, voortkomt uit het evangelie van Jezus Christus (Romeinen 1:16).

Ideeën voor individuele Schriftstudie

Wat zijn de zendbrieven en hoe zijn ze geordend?

De zendbrieven zijn door kerkleiders aan heiligen in verschillende delen van de wereld geschreven. De apostel Paulus schreef de meeste zendbrieven in het Nieuwe Testament: van Romeinen tot en met Hebreeën. Zijn brieven zijn op lengte gerangschikt, behalve de brief aan de Hebreeën. (Zie Gids bij de Schriften, ‘Zendbrieven van Paulus’.) Romeinen is weliswaar de eerste zendbrief in het Nieuwe Testament, maar werd eigenlijk aan het eind van Paulus’ zendingsreizen geschreven.

Romeinen 1–6

‘De rechtvaardige zal uit het geloof leven’

De volgende definities maken de brief aan de Romeinen inzichtelijker:

De wet.Paulus bedoelde met ‘de wet’ de wet van Mozes. Het woord ‘werken’ in de geschriften van Paulus verwees vaak naar de uiterlijke daden die met de wet van Mozes verband hielden. Overweeg hoe de wet van Mozes en de werken die eronder vielen, verschillen van ‘de wet van het geloof’, in Romeinen 3:23–31 omschreven.

Besnedene, onbesnedene.Besnijdenis was vroeger een teken of symbool van het verbond dat God met Abraham had gesloten. Paulus doelde met de term ‘besnedene’ op de Joden (het verbondsvolk) en met ‘onbesnedene’ op andere volken. Overdenk hoe Romeinen 2:25–29 ons leert wat het werkelijk betekent om Gods verbondsvolk te zijn. Besnijdenis is niet langer als teken van Gods verbond met zijn volk vereist (zie Handelingen 15:23–29).

Rechtvaardiging, rechtvaardigen, gerechtvaardigd.Deze term verwijst naar de vergeving, of kwijtschelding, van zonde. Rechtvaardiging wil zeggen dat we vergeven zijn, schuldeloos zijn verklaard en van eeuwige straf voor onze zonden zijn verlost. Als u deze termen ziet, kijk dan wat volgens Paulus rechtvaardiging mogelijk maakt. (Zie ook Gids bij de Schriften, ‘Rechtvaardigen, rechtvaardiging’, schriften.ChurchofJesusChrist.org; D. Todd Christofferson, ‘Justification and Sanctification’, Ensign, juni 2001, 18–25.) In Romeinen kunnen ‘rechtvaardig’ en ‘rechtvaardigheid’ als synoniem voor ‘rechtvaardiging’ worden opgevat.

Genade.Genade is ‘goddelijke […] hulp of kracht die we door de overvloedige barmhartigheid en liefde van Jezus Christus krijgen.’ Door de genade zullen alle mensen uit de dood opstaan en onsterfelijk worden. Genade is bovendien ‘een stimulerende kracht die mannen en vrouwen in staat stelt om het eeuwige leven en de verhoging te verkrijgen als zij zelf hun uiterste best hebben gedaan.’ We verdienen genade niet door onze inzet. Genade geeft ons juist de ‘kracht en steun om goede werken te doen die [we] anders […] niet hadden kunnen doen’. (Bible Dictionary, ‘Grace’; zie ook 2 Nephi 25:23; Dieter F. Uchtdorf, ‘De gave van genade’, Liahona, mei 2015, 107–110; Brad Wilcox, ‘Zijn genade is genoeg’, Liahona, september 2013, 43–45.) Schrijf op wat u bij het lezen van Romeinen te weten bent gekomen over de genade van de Heiland.

Romeinen 2:17–29

Mijn daden dienen mijn bekering te weerspiegelen en te versterken.

Sommige Joodse christenen in Rome geloofden kennelijk nog steeds dat de riten en rituelen van de wet van Mozes het eeuwig heil konden bewerkstelligen. Dat lijkt misschien een probleem dat niet meer opgaat. We leven immers niet meer naar de wet van Mozes. Maar denk aan uw eigen inspanningen om het evangelie na te leven terwijl u de geschriften van Paulus leest, in het bijzonder Romeinen 2:17–29. Verdiepen en versterken uw uiterlijke riten, zoals aan het avondmaal deelnemen of naar de tempel gaan, uw bekering en uw geloof in Christus? (Zie Alma 25:15–16.) Is er iets wat u dient te veranderen zodat uw uiterlijke handelingen tot een verandering van hart zullen leiden?

Zie ook Dallin H. Oaks, ‘Opdracht tot wording’, Liahona, januari 2001, 40–43.

Romeinen 3:10–31; 5

Dankzij Jezus Christus kan ik vergeving van mijn zonden krijgen.

Sommige mensen raken misschien ontmoedigd door de krasse uitspraak van Paulus: ‘Er is niemand rechtvaardig, ook niet één’ (Romeinen 3:10). Maar er staan ook hoopvolle boodschappen in Romeinen. Let daarop in hoofdstukken 3 en 5. Bedenk ook waarom het besef dat ‘allen hebben gezondigd en […] de heerlijkheid van God’ missen (Romeinen 3:23) een belangrijke stap is om te kunnen ‘roemen in de hoop’ door Jezus Christus (Romeinen 5:2).

Romeinen 6

Jezus Christus nodigt me uit om ‘in een nieuw leven [te] wandelen’.

Paulus legde uit dat het evangelie van Jezus Christus onze manier van leven dient te veranderen. Welke woorden uit Romeinen 6 omschrijven hoe het volgen van de Heiland u heeft geholpen ‘in een nieuw leven [te] wandelen’ (vers 4)?

Ideeën voor Schriftstudie in gezinsverband en de thuisavond

Romeinen 1:16–17.Hoe kunnen we laten zien dat we ons niet voor het evangelie van Jezus Christus schamen?

Romeinen 3:23–28.Lees deze verzen en bespreek het verschil tussen Gods genade ‘verdienen’, wat we nooit zullen kunnen, en haar ontvangen, wat we zeker moeten doen. Wanneer hebben wij Gods genade gevoeld? Hoe kunnen we haar volledig ontvangen?

Romeinen 5:3–5.Wat voor verdrukkingen hebben wij zoal gekend? Hoe hebben we door die verdrukkingen volharding, ondervinding en hoop kunnen ontwikkelen?

Romeinen 6:3–6.Wat zei Paulus in deze verzen over de symboliek van de doop? Misschien kunt u met uw gezin een doopdienst bijwonen. Of iemand in het gezin kan foto’s laten zien of herinneringen ophalen van zijn of haar doop. Hoe kunnen we door het sluiten en nakomen van onze doopverbonden ‘in een nieuw leven […] wandelen’?

De doop is een symbool van een nieuw leven als discipel van Christus.

U vindt meer ideeën voor onderwijs aan kinderen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.

Aanbevolen liedje: ‘Als ik gedoopt ben’, Kinderliedjes, p. 53.

Uw individuele studie verbeteren

Stel vragen terwijl u studeert. Er komen tijdens uw Schriftstudie misschien vragen bij u op. Overdenk die vragen en zoek naar antwoorden. Zoek in Romeinen 1–6 bijvoorbeeld naar antwoorden op de vraag: ‘Wat is genade?’

Wees niet bevreesd, Greg K. Olsen