Kom dan en volg Mij
20–26 juli. Alma 36–38: ‘Zie toe dat je vertrouwt op God en leeft’


‘20–26 juli. Alma 36–38: “Zie toe dat je vertrouwt op God en leeft”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Boek van Mormon 2020 (2020)

‘20–26 juli. Alma 36–38’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2020

Afbeelding
man in gebed

Illustratie Joshua Dennis

20–26 juli

Alma 36–38

‘Zie toe dat je vertrouwt op God en leeft’

Terwijl u Alma 36–38 onder gebed bestudeert, kunt u ingevingen ontvangen over de kinderen in uw klas. Schrijf die ingevingen op. U kunt er inspiratie voor lesideeën uit opdoen.

Schrijf uw ingevingen op

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Laat alle kinderen vertellen over iets wat hun ouders hun hebben geleerd. Vraag of ze weten wat Alma zijn zonen leerde.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Alma 36:6, 20, 24

Bekering brengt mij vreugde.

Als kinderen over de vreugde van bekering leren wanneer ze nog klein zijn, kan dat hun later tot bekering aanzetten.

Mogelijke activiteiten

  • Lees Alma 36:20 voor en laat de kinderen letten op hoe Alma zich voelde. Laat ze dingen noemen die hun vreugde brengen. Laat een afbeelding van de Heiland zien, en leg uit dat Alma vreugde voelde omdat Jezus Christus hem zijn zonden had vergeven.

  • Geef elk kind een blaadje papier met een vrolijk gezichtje op de ene kant en een droevig gezichtje op de andere kant. Laat ze opletten terwijl u Alma 36:6 leest en het juiste gezichtje omhoog houden. Leg uit dat Alma zich bekeerde, en dat hij vreugde voelde toen Jezus Christus hem zijn verkeerde keuzes vergaf. Lees Alma 36:24 voor. Laat de kinderen intussen letten op de goede keuzes die Alma later maakte, en laat ze het juiste gezichtje omhoog houden.

  • Zing met de klas een liedje over Jezus Christus, zoals ‘Hij zond zijn Zoon’ (Kinderliedjes, 20–21). Getuig dat Jezus naar de aarde is gekomen om ons van onze zonden te redden en ons vreugde te brengen.

Alma 37:6–7

Door kleine en eenvoudige dingen worden grote dingen teweeggebracht.

Hoe kunt u de kinderen laten inzien dat de Heer zijn werk met kleine of eenvoudige dingen verwezenlijkt?

Mogelijke activiteiten

  • Lees Alma 37:6–7. Laat de kinderen op hun hurken gaan zitten als ze het woord ‘kleine’ horen. Laat een paar kleine dingen zien die grote dingen aan de praat of in beweging brengen, zoals een batterij of een autosleutel. Welke grote dingen worden door deze kleine dingen aan de praat of in beweging gebracht? Bedenk samen welke kleine of eenvoudige dingen God van ons vraagt. Welke grote dingen worden door deze kleine of eenvoudige geboden teweeggebracht?

  • Laat een paar afbeeldingen zien van kleine dingen die samen iets groots vormen, zoals een grassprietje en een voetbalveld, of een waterdruppel en een meer. Getuig dat zelfs kleine, eenvoudige daden voor ons en anderen een groot verschil kunnen maken. Laat de kinderen vertellen over eenvoudige, goede dingen die ze elke dag doen, of geef zelf een paar voorbeelden. Laat de kinderen iets eenvoudigs en goeds tekenen dat ze de komende week kunnen doen. Moedig ze aan hun tekening mee naar huis te nemen en erover te vertellen.

Alma 37:38–47

De Schriften kunnen ons elke dag tot nut zijn.

De meeste kleine kinderen kunnen nog niet lezen. Toch kunt u ze helpen een getuigenis te krijgen van de kracht waarmee de Schriften hun dagelijks leven richting geven.

Mogelijke activiteiten

  • Toon een plaat van de Liahona (zie bijvoorbeeld Evangelieplatenboek, nr. 68), of laat de kinderen de Liahona tekenen en vertellen wat ze erover weten (zie 1 Nephi 16:10, 28–29). Laat de Schriften zien, en vraag de kinderen in welk opzicht de Schriften op de Liahona lijken. U kunt Alma 37:38–47 en de doe-pagina van deze week bij de bespreking gebruiken.

  • Zing met de klas een liedje over Schriftstudie, zoals ‘Lees, denk en bid’ of ‘Bij mijn studie van de Schriften’ (Kinderliedjes, 66; Lofzangen, nr. 178). Welke zegeningen van Schriftstudie worden er in het liedje of de lofzang genoemd?

    Afbeelding
    vrouw leest in de Schriften

    De Schriften leren ons hoe we God kunnen volgen.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Alma 36

Ik kan ‘uit God geboren’ worden als ik Jezus volg en mij van mijn zonden bekeer.

‘Bekering […] is een verandering van ons wezen. Het is zo’n ingrijpende verandering dat de Heer en zijn profeten over een wedergeboorte spreken’ (‘Bekering’, Trouw aan het geloof: evangeliewijzer [2004]).

Mogelijke activiteiten

  • Neem samen het bekeringsverhaal van Alma de jonge in Alma 36:6–21 door. Schrijf woorden en zinsneden die aangeven hoe Alma zich voelde op strookjes papier, en hang ze aan het bord. Laat de kinderen de strookjes in twee groepen verdelen: hoe Alma zich voelde voordat hij zich herinnerde wat zijn vader over de Heiland had gezegd, en hoe hij zich voelde toen hij het zich herinnerde. Lees samen Alma 36:17–20 en getuig dat Jezus Christus ons vergeeft als wij ons bekeren.

  • Schrijf Uit God geboren en de volgende tekstverwijzingen op het bord: 1 Johannes 4:7; Mosiah 5:7; 27:25–26; Alma 5:14; 22:15. Lees de teksten met de klas, en zoek op welke zinsneden beschrijven wat het inhoudt om uit God geboren te worden. Hoe gedraagt iemand die uit God geboren is zich? Hoe kunnen we laten zien dat we uit God geboren zijn?

Alma 37:6–9, 38–47

Door kleine en eenvoudige dingen worden grote dingen teweeggebracht.

Zorg dat de kinderen begrijpen dat zelfs een korte dagelijkse Schriftstudie hen rijkelijk kan zegenen.

Mogelijke activiteiten

  • Toon of teken een emmer. Hoeveel druppels zijn er nodig om de emmer te vullen? Zorg dat de kinderen begrijpen dat er veel druppels nodig zijn om de emmer te vullen. Wat heeft dit met Alma 37:6–7 te maken? In welk opzicht is Schriftstudie te vergelijken met druppels die een emmer vullen?

  • Laat de kinderen in Alma 37:6–9 opzoeken welke zegeningen er uit de ‘kronieken’, of Schriften, voortvloeien. Schrijf alle antwoorden op. Hoe is Schriftstudie ons tot zegen? Getuig van de Schriften, en moedig de kinderen aan om dat ook te doen.

  • Toon een plaat van de Liahona (zie bijvoorbeeld Evangelieplatenboek, nr. 68). Vraag de kinderen wat ze zich uit 1 Nephi 16:10, 28 over de Liahona herinneren. Lees met de klas Alma 37:38–42. Hoe werkte de Liahona? Hoe is dat te vergelijken met de manier waarop de Schriften werken? Lees samen de verzen 43–47 om deze vraag te beantwoorden. Moedig de kinderen aan om de activiteit op de doe-pagina uit te voeren.

Afbeelding
Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Moedig de kinderen aan om thuis te vertellen waarom ze dankbaar zijn voor de Schriften, en laat ze hun gezinsleden vragen om dat ook te doen.

Ons onderwijs verbeteren

Help de kinderen om betere leerlingen te worden. Uw doelstelling als leerkracht is niet alleen om waarheid over te brengen. U dient de kinderen ook te helpen uitgroeien tot mensen die zelfstandig naar de waarheid zoeken. Zo kunt u hen zelf waarheden in Alma’s bekeringsverhaal laten ontdekken door middel van activiteiten, in plaats van het verhaal alleen maar te vertellen.

Afdrukken