Kom dan en volg Mij
18–24 februari. Mattheüs 5; Lukas 6: “Zalig bent u”


‘18–24 februari. Mattheüs 5; Lukas 6: “Zalig bent u”’ Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2019 (2019)

‘18–24 februari. Mattheüs 5; Lukas 6’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2019

De Bergrede

De Bergrede, Jorge Cocco

18–24 februari

Mattheüs 5; Lukas 6

‘Zalig bent u’

Lees eerst Mattheüs 5 en Lukas 6.In Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen vindt u meer uitleg over deze hoofdstukken. En in dit lesschema staan lesideeën.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Laat de kinderen vertellen wat ze deze week gedaan hebben om het licht van de Heer te verspreiden.

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Kleine kinderen

Mattheüs 5:9

Ik kan een vredestichter zijn.

De kinderen kunnen thuis een goede invloed op de anderen hebben door lief voor hen te zijn.

Mogelijke activiteiten

  • Lees Mattheüs 5:9 voor. Leg uit dat vredestichters overal waar ze komen vrede brengen. Schets een paar fictieve situaties en stel samen vast of de mensen in kwestie vredestichters zijn.

  • Nodig enkele ouders uit en vraag ze te vertellen over situaties waarin hun kinderen thuis vredestichters waren.

  • Schrijf op strookjes papier moeilijke situaties waarin de kinderen verzeild kunnen raken (zoals ruziemaken over speelgoed). Laat ieder kind een strookje kiezen. Lees ze voor en vraag hoe zij in die situaties een vredestichter kunnen zijn.

Mattheüs 5:14–16

Jezus wil dat ik een licht voor anderen ben.

Kleine kinderen kunnen een goede invloed op anderen hebben. Hoe kunt u hen inspireren om hun licht te laten schijnen?

Mogelijke activiteiten

  • Toon enkele voorwerpen die licht geven, waaronder een foto van kinderen. Lees Mattheüs 5:14–16 en leg uit dat we binnenin ons allemaal licht hebben. Hoe kunnen we met ons licht anderen tot God brengen?

  • Schijn met een zaklamp in het lokaal. Hoe helpt licht ons? Hoe kunnen wij een licht voor de wereld zijn? Bedek de zaklamp. Wat gebeurt er als we ons licht niet laten schijnen of als we het verstoppen?

  • Verstop een zaklamp in het lokaal en doe het licht uit. Laat de kinderen ernaar zoeken. Lees Mattheüs 5:15 en bespreek waarom we ons licht niet mogen verstoppen.

  • Schijn met een zaklamp op de muur en laat de kinderen het licht met hun ogen volgen. Leid hun blik naar een afbeelding van de Heiland. Vraag de kinderen hoe we anderen met ons licht naar Jezus Christus kunnen leiden.

  • Laat de kinderen de verborgen kaarsen op de doe-pagina van deze week zoeken en inkleuren.

  • Zing samen ‘Wees steeds een zonnestraaltje’, ‘Schijn voort’, of ‘Ik schijn als een ster’, Kinderliedjes, 38–39, 96, 84.

Mattheüs 5:44–45

Jezus Christus wil dat ik van iedereen hou.

Kleine kinderen kunnen leren om lief te zijn, zelfs als leeftijdgenootjes of hun broertjes of zusjes niet aardig voor hen zijn. Lees Mattheüs 5:44–45 en overweeg hoe de leringen van de Heiland op de kinderen van toepassing zijn.

Mogelijke activiteiten

  • Parafraseer Mattheüs 5:44. Gebruik woorden en situaties die de kinderen begrijpen en kennen. Vraag de kinderen wanneer ze lief voor iemand geweest zijn, zelfs als dat moeilijk was. Hoe voelden ze zich toen?

  • Zing samen ‘Ik hou van jou’, Kinderliedjes, 78–79. Hoe kunnen we volgens dit liedje van anderen houden?

  • Geef de kinderen een papieren hart met ‘Ik ga lief zijn voor iedereen’ erop. Laat ze hun hart versieren en thuis ophangen als geheugensteuntje om lief voor anderen te zijn.

  •  

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Grote kinderen

Mattheüs 5:3–12

Ik kan gelukkig zijn als ik Jezus’ raad opvolg.

Lees Mattheüs 5:3–12. Welke woorden en zinsneden vallen u op? Hoe kunnen deze leringen de kinderen tot zegen zijn?

Mogelijke activiteiten

  • Zet op het bord twee kolommen: Zalig zijn … en Zegening. Laat de kinderen in Mattheüs 5:3–12 nagaan wie volgens Jezus zalig zijn en welke zegening Hij hun belooft.

  • Zet de eigenschappen en bijbehorende zegeningen uit deze verzen op kaartjes. Laat de kinderen de eigenschappen en bijbehorende zegeningen bij elkaar leggen. Laat ze een van de eigenschappen in deze verzen uitkiezen om die verder te ontwikkelen.

Mattheüs 5:9, 21–24, 38–47

Ik kan een vredestichter zijn.

Jezus heeft gezegd dat vredestichters Gods kinderen genoemd zullen worden. Hoe kunt u de kinderen aanmoedigen om een vredestichter te zijn?

Mogelijke activiteiten

  • Laat een kind Mattheüs 5:9 voorlezen. Vraag vervolgens: ‘Wat is een vredestichter?’ en ‘Hoe kunnen we een vredestichter voor onze familie en vrienden zijn?’ (Zie de verzen 21–24, 38–47 voor ideeën.)

  • Laat ieder kind een situatie bedenken waarin een vredestichter nodig is. Wat zou een vredestichter in die situatie doen?

  • Laat de kinderen vertellen wanneer ze lief voor iemand geweest zijn, zelfs als die persoon anders was dan zij of als het moeilijk was om die persoon lief te hebben.

Mattheüs 5:14–16

Mijn voorbeeld kan het pad naar Jezus voor anderen verlichten.

Lees deze verzen en denk na over de kinderen die u onderwijst. Wat wil de Heer de kinderen in deze tekst duidelijk maken?

Mogelijke activiteiten

  • Help de kinderen om Mattheüs 5:16 uit het hoofd te leren. Zet het vers op het bord. Lees het samen een aantal keer en wis telkens enkele woorden. Als de kinderen het vers uit het hoofd kennen, kunt u samen ‘Schijn voort’, Kinderliedjes, 96 zingen.

  • Laat de kinderen voorwerpen tekenen die licht geven. Lees Mattheüs 5:14–16. Vraag ze waarom Jezus wil dat we een licht voor de wereld zijn.

  • Laat de kinderen tekenen wat ze kunnen doen om een licht voor anderen te zijn. U kunt de video ‘Verlicht de wereld: 25 dagen dienen’ op LDS.org tonen. Laat twee kinderen tegenover elkaar staan. Vraag het ene kind het andere tot een glimlach te brengen zonder hem of haar aan te raken. Leg uit dat de kinderen anderen gelukkig kunnen maken.

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Laat de kinderen deze week naar een vredestichter zoeken. Vraag ze aan het begin van de volgende les wie of wat ze gezien hebben.

Ons onderwijs verbeteren

Laat de kinderen actief bezig zijn. ‘Laat kinderen, tijdens uw onderwijs, bouwen, tekenen, kleuren, schrijven en knutselen. Deze activiteiten zijn niet alleen leuk – zij zijn fundamenteel voor het leerproces.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland25.)

doe-pagina: Jezus wil dat ik een licht ben