‘25 februari–3 maart. Mattheüs 6–7: “Hij onderwees hen als gezaghebbende”’ Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2019 (2019)
‘25 februari–3 maart. Mattheüs 6–7’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2019
25 februari–3 maart
Mattheüs 6–7
‘Hij onderwees hen als gezaghebbende’
Lees eerst Mattheüs 6–7 en houd de kinderen die u onderwijst in gedachten. Welke boodschappen in deze hoofdstukken zijn belangrijk voor hen? In Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen en in dit lesschema vindt u aanvullende lesideeën.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Vraag de kinderen wat ze deze week gedaan hebben om een licht of voorbeeld voor iemand anders te zijn.
In de leer onderwijzen
Kleine kinderen
Ik kan net als Jezus tot mijn hemelse Vader bidden.
Kinderen leren bidden door te luisteren hoe anderen bidden. Wat kunt u ze uit Jezus Christus’ gebed in deze verzen leren?
Mogelijke activiteiten
-
Neem de leringen van Jezus over het gebed in Mattheüs 6:5–13 door. U kunt ‘Hoofdstuk 20: Jezus leert ons hoe we moeten bidden’, Verhalen uit het Nieuwe Testament, 51–52 gebruiken, of de bijbehorende video op LDS.org.
-
Herhaal de verschillende onderdelen van het gebed aan de hand van de doe-pagina van deze week.
-
Maak voor ieder kind op een blad papier een omtrek van zijn of haar hand. Bespreek wat we met onze handen en armen doen als we bidden. Schrijf op elke omtrek iets wat we tijdens het bidden doen om onze eerbied te tonen (bijvoorbeeld: ons hoofd buigen, onze ogen sluiten enzovoort).
-
Maak samen een poster of schema dat de kinderen eraan herinnert om ’s morgens en ’s avonds te bidden. Laat ze de poster of het schema thuis tonen.
-
Zing samen een liedje over bidden (zoals ‘Wij buigen stil ons hoofdje nu’, Kinderliedjes, 18) en getuig van de kracht van het gebed. U kunt de kinderen ook naar hun ervaringen met bidden vragen.
Ik moet anderen behandelen zoals ik behandeld wil worden.
Jezus’ leerstelling in Mattheüs 7:12, die we de gulden regel noemen, leert ons hoe we anderen moeten behandelen. Hoe kunt u de kinderen aansporen om dit beginsel toe te passen?
Mogelijke activiteiten
-
Lees Mattheüs 7:12 en leg het vers in eenvoudige woorden uit. Bedenk samen verschillende manieren om deze zin te vervolledigen: ‘Ik vind het leuk als anderen voor mij .’ Laat ze na elke zin samen zeggen: ‘Dus ik moet voor anderen .’
-
Zing samen ‘Jezus zegt: wees altijd lief’, Kinderliedjes, 39 en bedenk eenvoudige gebaren die bij de tekst passen. Vraag de kinderen wat ze van het voorbeeld van de Heiland leren over hoe we anderen behoren te behandelen.
-
Vraag de kinderen wat voor lieve dingen hun ouders of andere familieleden voor ze doen. Lees Mattheüs 7:12 en laat de kinderen een lijstje maken met lieve dingen die zij thuis kunnen doen.
Ik bouw op een sterk fundament door Jezus te volgen.
U kunt de gelijkenis van de Heiland over de wijze en de dwaze bouwer gebruiken om de kinderen te leren dat het belangrijk is te handelen naar wat we leren.
Mogelijke activiteiten
-
Zing samen ‘De wijze en de dwaze man’, Kinderliedjes, 132. Maak gebaren die bij de tekst passen.
-
Leg aan de hand van Mattheüs 7:24 de verschillen tussen de wijze en de dwaze bouwer uit. Laat de kinderen doen alsof ze een huis bouwen. Hoe kunnen wij net als de wijze man zijn?
-
Laat de kinderen een tekening van de gelijkenis van de wijze en de dwaze bouwer maken.
In de leer onderwijzen
Grote kinderen
De Bergrede bevat boodschappen voor mij.
In deze hoofdstukken staan boodschappen die op de kinderen van toepassing zijn. Lees ze terwijl u de kinderen in gedachten houdt. Wat valt u op?
Mogelijke activiteiten
-
Herinner de kinderen eraan dat ze over de leringen van Jezus in de Bergrede aan het leren zijn. Wat weten ze nog van de les van vorige week?
-
Zet wat zinsneden uit de Bergrede en zinsneden die niet in de Schriften staan op het bord. Vraag de kinderen welke zinnen uit de Bergrede komen en wat ze daarvan leren.
-
Selecteer een aantal verzen in Mattheüs 6–7 die de kinderen volgens u interessant zullen vinden. Zet de tekstverwijzingen op kaartjes en verstop die in het lokaal. Laat de kinderen ze zoeken, de verzen lezen en uitleggen waarom die leringen belangrijk voor hen zijn.
-
Lees een van uw lievelingsverzen uit Mattheüs 6–7 voor en leg uit waarom u dat vers interessant vindt. Als een van de teksten de kinderen aanspreekt, kunt u ze vragen waarom en wat ze eruit leren.
-
Zing samen ‘Ik wil graag als Jezus worden’, Kinderliedjes, 40–41. Stop met zingen telkens als u een beginsel tegenkomt dat in Mattheüs 6–7 voorkomt (zoals ‘Ik wil van mijn vrienden houden, hen helpen’). Laat de kinderen verbanden leggen met leringen in deze hoofdstukken.
Onze hemelse Vader hoort en beantwoordt mijn gebeden.
Bestudeer Mattheüs 6:5–13; 7:7–11. Wat moeten de kinderen weten betreffende het gebed?
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen Mattheüs 6:9–13 voorlezen. Vraag ze een lijstje te maken van de dingen die de Heiland in zijn gebed zegt. Hoe kunnen we zijn voorbeeld volgen als we bidden?
-
Zing samen een lied over bidden, zoals ‘Dacht gij aan ’t gebed?’ Lofzangen, nr. 96. Zoek samen in de tekst naar redenen waarom we bidden en naar zegeningen die eruit voortvloeien.
-
Help de kinderen om Mattheüs 7:7 met behulp van een spel uit het hoofd te leren. Een kind kan bijvoorbeeld het eerste woord of het eerste zinsdeel opzeggen en dan een bal naar een ander kind gooien. Hij of zij zegt dan het volgende woord of het volgende zinsdeel op.
-
Beeld Mattheüs 7:9–10 met behulp van eenvoudige attributen uit. Vraag de kinderen wat ze daardoor over het gebed leren.
-
Vertel over een situatie waarin uw gebed verhoord werd.
Ik kan eeuwige schatten in plaats van wereldse schatten nastreven.
Hoe kunt u de kinderen aansporen om meer waarde aan eeuwige zaken dan aan wereldse zaken te hechten?
Mogelijke activiteiten
-
Toon een ‘schatkist’ met voorwerpen of afbeeldingen van dingen die de wereld belangrijk vindt (zoals geld of speelgoed). Lees samen Mattheüs 6:19–21. Vraag de kinderen vervolgens om hemelse schatten te bedenken die de wereldse voorwerpen in de schatkist kunnen vervangen.
-
Laat de kinderen enkele dingen noemen of tekenen die ze kunnen doen om schatten in de hemel te verzamelen (zie Mattheüs 6:20).
Thuisstudie stimuleren
Vraag de kinderen om thuis over hun lievelingsleerstelling in de Bergrede te vertellen.