‘2–8 september. 1 Korinthe 14–16: “God is geen God van wanorde, maar van vrede”’ Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2019 (2019)
‘2–8 september. 1 Korinthe 14–16’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2019
2–8 september
1 Korinthe 14–16
‘God is geen God van wanorde, maar van vrede’
Bij het bestuderen van 1 Korinthe 14–16 zal de Heilige Geest u ingeven wat u de kinderen in uw klas moet onderwijzen. Gebruik dit lesschema voor aanvullende ideeën.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Begin de les door 1 Korinthe 14:26 hardop voor te lezen. Leg uit dat we anderen opbouwen en steunen als we in de kerk samenkomen en een bijdrage leveren. Hoe kunnen de kinderen vandaag iemand in de klas opbouwen?
In de leer onderwijzen
Kleine kinderen
Ik kan na mijn dood bij mijn hemelse Vader wonen doordat Jezus Christus verrezen is.
Hoe legt u de kinderen in uw klas uit dat wij dankzij de verrijzenis van Jezus Christus zullen opstaan?
Mogelijke activiteiten
-
Herhaal samen de volgende zin enkele keren: ‘In Christus [zullen] allen levend gemaakt worden’ (1 Korinthe 15:22). Toon de afbeelding van de herrezen Heiland in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen. Leg uit dat iedereen op een dag dood gaat, maar dat wij dankzij de verrijzenis van Jezus na onze dood allemaal weer tot leven komen.
-
Gebruik aanschouwelijk onderwijs om de opstanding uit te leggen: toon de kinderen een jasje, dat ons stoffelijk lichaam voorstelt. Tijdens ons leven zit onze geest in ons lichaam, en kan ons lichaam bewegen (trek het jasje aan). Als we sterven, verlaat onze geest ons sterfelijk lichaam, en kan ons lichaam niet meer bewegen. (Trek het jasje uit en leg het op een tafel of een stoel, om een lichaam zonder geest voor te stellen.) Als we herrijzen, worden ons lichaam en onze geest weer samengevoegd (trek het jasje weer aan) en het lichaam en de geest zullen dan nooit meer gescheiden worden. Laat de kinderen om de beurt het jasje aan- en uittrekken terwijl een ander kind uitlegt wat er gebeurt als wij verrijzen.
Ik kan mij voor overleden mensen laten dopen.
De kinderen in uw klas kunnen zich nu al voorbereiden om naar de tempel te gaan en doop voor de doden te doen als ze 12 jaar zijn. Paulus vermeldt deze belangrijke leerstelling in zijn brief aan de mensen van Korinthe.
Mogelijke activiteiten
-
Bedenk samen met de kinderen dingen die ze niet zelf kunnen doen, zoals iets zwaars dragen of iets van een hoge plank pakken. Wie helpt hen daarbij? Toon een foto van een van uw voorouders die zonder doop is gestorven. Vertel de kinderen over deze persoon, en leg uit dat hij of zij niet kan worden gedoopt zonder de hulp van iemand op aarde.
-
Vraag de kinderen of iemand van hun gezin al eens naar de tempel is gegaan om doop voor de doden te doen. Laat een plaat van een doopvont in een tempel zien. Weten de kinderen wat daar gebeurt? Leg uit dat we ons in de tempel kunnen laten dopen voor mensen die zonder doop zijn gestorven. Die mensen kunnen dan kiezen om de doop te aanvaarden.
Mijn hemelse Vader wil dat ik bij Hem in het celestiale koninkrijk woon.
Hoe kunt u de kinderen leren wat het celestiale, terrestriale en telestiale koninkrijk inhouden? De volgende activiteiten kunnen u daarbij helpen.
Mogelijke activiteiten
-
Schrijf de woorden celestiaal, terrestriaal en telestiaal op het bord. Help de kinderen om deze woorden uit te spreken.
-
Laat afbeeldingen van de zon, de maan en de sterren zien. Wat geeft het meeste licht? Lees 1 Korinthe 15:40–41 voor. (Zie ook Bijbelvertaling van Joseph Smith, 1 Korinthe 15:40, in de Gids bij de Schriften.) Leg uit dat de zon, de maan en de sterren de koninkrijken voorstellen waarin we na onze opstanding kunnen leven. In het celestiale koninkrijk kunnen we bij onze hemelse Vader wonen.
-
Teken de zon op het bord en leg stroken papier op de grond om een trap naar de zon voor te stellen. Elke strook staat voor iets wat we moeten doen om het celestiale koninkrijk te betreden (zie LV 76:50–53). Laat de kinderen ideeën uitwisselen en stappen naar het celestiale koninkrijk ondernemen.
In de leer onderwijzen
Grote kinderen
Dankzij Jezus Christus en zijn opstanding zal ik uit het graf opstaan.
Begrijpen de kinderen in uw klas hoe belangrijk de opstanding van Jezus Christus is? Deze ideeën kunnen nuttig zijn.
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen om de beurt een vers uit 1 Korinthe 15:12–22 lezen en daarbij antwoorden zoeken op de vraag: wat zou er gebeuren als er geen opstanding was?
-
Laat de kinderen een rollenspel spelen waarin ze iemand de opstanding uitleggen. De toespraak van Thomas S. Monson met de titel ‘Mevrouw Patton – het vervolg’, (Liahona, november 2007, 21–24) kan daarbij nuttig zijn. Zie ook de video ‘Tot we elkaar weerzien’ (LDS.org). Getuig van de opstanding van Christus.
1 Korinthe 15:12–13, 20–22, 29
Ik kan mij voorbereiden om naar de tempel te gaan en doop voor de doden te doen.
Als de kinderen 12 jaar worden, kunnen ze een tempelaanbeveling krijgen en in de tempel doop voor de doden doen. Hoe kunt u ze bij die voorbereiding helpen?
Mogelijke activiteiten
-
Lees 1 Korinthe 15:29. Wat deden de heiligen in de tijd van Paulus wat wij ook nu doen?
-
Vraag de kinderen waarom we ons voor de doden laten dopen. Leg zo nodig uit dat veel van onze voorouders tijdens hun sterfelijk leven niet de kans hadden om zich te laten dopen en bevestigen. In de tempel kunnen we ons voor hen laten dopen en bevestigen.
-
Nodig een paar dagen van tevoren een ouder van een van de kinderen uit om in de klas zijn of haar stamboom te laten zien, of een verhaal over een voorouder te vertellen. U kunt ook over uw eigen voorouders vertellen.
-
Nodig een lid van de bisschap uit om te bespreken wat de kinderen kunnen doen om zo te leven dat ze de tempel mogen betreden. Vraag de kinderen hoe ze eraan kunnen denken om die dingen te doen. Schrijf hun ideeën op het bord. Moedig ze aan om zich tot doel te stellen om op een dag naar de tempel te gaan.
Na mijn opstanding kan ik in het celestiale koninkrijk wonen.
Om de gemeente van Korinthe te leren wat voor lichaam we in de opstanding ontvangen, sprak Paulus over drie graden van heerlijkheid: de celestiale, de terrestriale en de telestiale heerlijkheid.
Mogelijke activiteiten
-
Lees 1 Korinthe 15:40–41 en laat een kind een zon, een maan en een ster op het bord tekenen. Vraag de kinderen welk herrezen lichaam met welke tekening overeenkomt.
-
Zing met de klas een liedje over tempels, zoals ‘De Heer gaf mij een tempel’ (Kinderliedjes, 73). Wat leren we uit dit liedje over onze voorbereiding om in celestiale heerlijkheid te wonen?
-
Leg uit dat Joseph Smith een visioen kreeg waarin hij drie koninkrijken zag die overeenkomen met de verschillende lichamen die Paulus beschreef. Zoek samen in Leer en Verbonden 76:50–53, 70; 76:71–79; 76:81–82 zinsneden die deze drie koninkrijken beschrijven.
Thuisstudie stimuleren
Moedig de kinderen aan om thuis naar een verhaal over een van hun voorouders te vragen. Dat verhaal kunnen ze volgende week vertellen.