8–14 mei

Mattheüs 19–20; Markus 10; Lukas 18

‘Wat ontbreekt mij nog?’

Lees Mattheüs 19–20, Markus 10 en Lukas 18, en denk daarbij aan de kinderen. Schrijf uw ingevingen op. Als u zich goed voorbereidt, leren de kinderen wat ze uit deze hoofdstukken moeten opsteken.

Meedoen stimuleren

Vraag de kinderen wat ze zich nog van de vorige les herinneren. Toon afbeeldingen om ze een handje te helpen.

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Markus 10:6–8

Onze hemelse Vader wil dat we in de tempel trouwen en een eeuwig gezin stichten.

Wat hebben de kinderen aan de leer van het eeuwig huwelijk? Kijk eventueel nog eens goed naar de leringen over het huwelijk in ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ (ChurchofJesusChrist.org).

Mogelijke activiteiten

• Lees Markus 10:6–8 voor en toon een foto van een echtpaar. Laat de kinderen naar de man wijzen als u man leest en naar de vrouw als u vrouw leest. Leg uit dat onze hemelse Vader wil dat man en vrouw met elkaar trouwen (zie Genesis 1:27–28).

• Laat afbeeldingen van een gezin en een tempel zien. Vraag de kinderen wat ze op de afbeeldingen zien. Leg uit dat onze hemelse Vader wil dat we als gezin in de tempel aan elkaar verzegeld worden, zodat we eeuwig bij elkaar kunnen zijn. Houd rekening met kinderen van wie de ouders nog niet aan elkaar verzegeld zijn.

• Zing een liedje over gezinnen, zoals ‘Een gelukkig gezin’ (Kinderliedjes, p. 104). Zing het liedje eventueel een paar keer achter elkaar. Laat de kinderen vertellen over leuke dingen die ze als gezin gedaan hebben. Waarom zijn ze dankbaar voor het gezin waar ze bijhoren?

• Zing een liedje over de tempel, zoals ‘Ons gezin kan eeuwig zijn’ of ‘Ik kijk graag naar de tempel.’ (Kinderliedjes, p. 98, 99.) Laat de kinderen een afbeelding van de tempel of van een gezin vasthouden en omhooghouden wanneer ze ‘tempel’ of ‘gezin’ zingen. Bedenk samen met de kinderen waarom het belangrijk is om in de tempel te trouwen.

Jezus houdt van kinderen, want ‘voor zulke mensen is het Koninkrijk van God’ (Markus 10:14).

Markus 10:13–16

Jezus wil dat kleine kinderen tot Hem komen, zodat Hij ze kan zegenen.

U kunt de kinderen aan de hand van dit verhaal laten voelen hoeveel Jezus van ze houdt.

Mogelijke activiteiten

• Vertel het verhaal in Markus 10:13–16 in uw eigen woorden. U kunt ook de video ‘Suffer the Little Children to Come unto Me’ (ChurchofJesusChrist.org) vertonen. Vraag de kinderen wanneer ze Jezus’ liefde voor hen gevoeld hebben. Getuig dat Jezus van de kinderen houdt en ze wil zegenen.

• Toon de plaat Christus en de kinderen (Evangelieplatenboek, nr. 47). Laat de kinderen zich voorstellen hoe het zou zijn als zij een van de kinderen waren die bij Jezus zaten. Vraag wat ze voor Jezus voelen.

• Laat de kinderen een tekening maken waarop Jezus ze zegent. (Zie Markus 10:16 en de doe-pagina van deze week.)

Markus 10:17–22

Als ik de geboden onderhoud, kan ik het eeuwige leven ontvangen.

Jezus leerde de rijke jongeman dat hij de geboden moest onderhouden om het eeuwige leven, het leven dat onze hemelse Vader leidt, te ontvangen.

Mogelijke activiteiten

• Vertel het verhaal van de rijke jongeman in Markus 10:17–22. (Zie ook ‘Hoofdstuk 42: De rijke jongeling’, in Verhalen uit het Nieuwe Testament, 105–106, of de bijbehorende video op ChurchofJesusChrist.org.) Laat de kinderen dan vertellen wat Jezus van de jongeman vroeg en hoe die reageerde.

• Vertel een of meer verhalen over kinderen die hun ouders om raad vragen en die raad vervolgens in de wind slaan. Wat vraagt onze hemelse Vader zoal van ons? Hoe voelen we ons als we zijn geboden onderhouden?

• Vertel over een situatie waarin u de ingeving kreeg om iets bepaalds te doen om uzelf te verbeteren.

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Markus 10:6–8

Onze hemelse Vader wil dat we in de tempel trouwen en een eeuwig gezin stichten.

Jezus’ leringen over het huwelijk kunnen de kinderen het verlangen geven om in de tempel te trouwen en een eeuwig gezin te stichten.

Mogelijke activiteiten

• Laat een kind Markus 10:6–8 voorlezen. Leg uit dat zich hechten aan ‘stevig vasthouden’ of ‘bij elkaar blijven’ betekent. Waarom is het belangrijk dat man en vrouw zich met elkaar verbinden, van elkaar houden en samenwerken?

• Beantwoord samen vragen zoals ‘Waarom zijn gezinnen belangrijk in de kerk?’ of ‘Waarom is het belangrijk dat je in de tempel trouwt?’ Wijs ze erop dat ze antwoorden kunnen vinden in bijvoorbeeld Markus 10:6–8; 1 Korinthe 11:11; Leer en Verbonden 42:22; 131:1–4; Mozes 3:18, 21–24; en ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’.

• Zing met de klas een liedje over gezinnen, zoals ‘Ons gezin kan eeuwig zijn’ (Kinderliedjes, p. 98). Getuig van het eeuwig huwelijk en het eeuwig gezin. Vraag of de kinderen ook hun getuigenis willen geven.

Markus 10:17–22

Jezus kan me laten weten wat ik moet doen om vooruitgang te maken.

De rijke jongeman benaderde Jezus en kreeg heel persoonlijke instructies. Hoe kunt u de kinderen motiveren om naar zulke leiding te streven?

Mogelijke activiteiten

• Laat de kinderen in Markus 10:17–22 een vers zoeken dat de afbeelding in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen beschrijft. Leg uit dat Christus de jongeman persoonlijk advies gaf en dat de Heer ons allemaal door de Geest persoonlijke leiding kan geven.

• Lees samen Markus 10:17–22. Laat de kinderen de geboden op het bord zetten die de rijke jongeman volgens Christus moest gehoorzamen (zie vers 19). Wat vroeg Jezus nog meer van hem? (Zie vers 21.) Spoor de kinderen aan om zich af te vragen wat zij moeten doen of laten om Jezus beter te volgen. Hoe komen we erachter wat Jezus van ons vraagt?

Thuisstudie stimuleren

Spoor de kinderen aan om hun familieleden te tonen dat ze van hen houden, bijvoorbeeld door een kaartje te schrijven of iets aardigs te doen.

Ons onderwijs verbeteren

Besteed aandacht aan de kinderen. Hoe reageren de kinderen in uw klas op de leeractiviteiten? Als die ze niet boeien, moet u misschien iets anders proberen, of een korte rustige wandeling maken. Als de kinderen echter interesse tonen in een bepaald deel van de les, hoeft u niet meteen met een ander deel verder te gaan om ervoor te zorgen dat u al het lesmateriaal behandelt.