‘Instructies voor de zangperiode en het kinderprogramma in de avondmaalsdienst’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2023 (2022)
‘Instructies voor de zangperiode en het kinderprogramma in de avondmaalsdienst’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2023
Instructies voor de zangperiode en het kinderprogramma in de avondmaalsdienst
Geachte jeugdwerkpresidiums en dirigenten,
Door middel van jeugdwerkliedjes kunnen kinderen veel leren over het geluksplan van onze hemelse Vader en de eenvoudige waarheden van het evangelie van Jezus Christus. Wanneer kinderen over evangeliebeginselen zingen, zal de Heilige Geest van de waarheid ervan getuigen. De woorden en de muziek zullen de kinderen hun hele leven bijblijven.
Streef naar hulp van de Geest bij uw voorbereiding om het evangelie door middel van muziek te onderwijzen. Getuig van de waarheden waarover u zingt. Maak de kinderen duidelijk dat de muziek verband houdt met wat ze thuis en in de jeugdwerklessen leren en meemaken. Uw toegewijde inspanning om de kinderen gewijde muziek te leren zingen zal de kinderen en de gezinnen waartoe ze behoren tot zegen zijn.
Wij houden van u en zijn dankbaar dat u zo toegewijd dient om onze dierbare kinderen te versterken en beschermen.
Het algemeen jeugdwerkpresidium
Instructies voor de zangperiode
5 minuten (jeugdwerkpresidium): openingsgebed, een Schrifttekst of geloofsartikel, en een toespraakje
20 minuten (dirigent[e]): zangperiode
Het jeugdwerkpresidium en de dirigent(e) kiezen voor elke maand liedjes uit om de evangeliebeginselen te bekrachtigen die de kinderen in de les en thuis leren. Er is een lijst met liedjes die deze beginselen bekrachtigen in deze gids opgenomen. Die liedjes worden ook genoemd in de lessen in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk en Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen.
Wanneer u de kinderen liedjes leert, vraag dan wat ze al over de verhalen en leerstellige beginselen in die liedjes geleerd hebben. U kunt de lessen uit Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk die de kinderen krijgen, doornemen. Dan krijgt u zicht op de verhalen en beginselen die ze leren, zodat u die beter met muziek kunt ondersteunen.
Tijdens de zangperiode mag u ook liedjes die de kinderen al kennen en liedjes die ze graag zingen, herhalen. Vraag de kinderen daarbij kort naar hun gedachten en gevoelens over de beginselen in de liedjes.
Kinderliedjes vormt de voornaamste bron van muziek in het jeugdwerk. U kunt ook lofzangen uit het zangboek en liedjes uit de Vriend of Liahona gebruiken. Af en toe kunnen in het jeugdwerk ook volks- of feestliederen gezongen worden die passend zijn voor de zondag en de leeftijd van de kinderen. Elke andere soort muziek in het jeugdwerk moet door de bisschap goedgekeurd worden. (Zie Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, 12.3.4, https://www.churchofjesuschrist.org/study/manual/general-handbook?lang=nld.)
Overzicht
Wekelijks jeugdwerkprogramma:
-
Zangperiode:25 minuten
-
Naar de klassen:5 minuten
-
Klassen:20 minuten
In een groot jeugdwerk mogen de leidsters de kinderen in twee groepen opsplitsen. De ene groep heeft dan de klasperiode terwijl de andere groep de zangperiode heeft. Daarna wisselen de groepen. In dat geval mogen de jeugdwerkleidsters de tijden naar hun omstandigheden aanpassen.
Aanbevolen muziek voor de zangperiode
Januari
-
‘Kom, volg Mij na’, Lofzangen, nr. 82
-
‘Gebed van een kind’, Kinderliedjes, p. 6–7
-
‘Ook Jezus was eens een kindje klein’, Kinderliedjes, p. 34
Februari
-
‘De doop’, Kinderliedjes, p. 54–55
-
‘Ik werk mee aan Gods plan voor mij’, Kinderliedjes, p. 86–87
-
‘Hij zond zijn Zoon’, Kinderliedjes, p. 20–21
Maart
-
‘Ik wil graag als Jezus worden’, Kinderliedjes, p. 40–41
-
‘Dacht gij aan ’t gebed?’, Lofzangen, nr. 96
-
‘Al de verhalen van Jezus’, Kinderliedjes, p. 36
April
-
‘Geloof’, Kinderliedjes, p. 50–51
-
‘Ik voel uw liefde, Heer’, Kinderliedjes, p. 42–43
-
‘Hij is verrezen’, Kinderliedjes, p. 44
Mei
-
‘Wees gehoorzaam aan de geboden’, Kinderliedjes, p. 68–69
-
‘Ons gezin kan eeuwig zijn’, Kinderliedjes, p. 98
-
‘Ik ben een kind van God’, Kinderliedjes, p. 2–3
Juni
-
‘Houd van elkander’, Kinderliedjes, p. 74
-
‘Aanschouw, de grote Redder stierf’, Lofzangen, nr. 127
-
‘Is Jezus werk’lijk opgestaan?’, Kinderliedjes, p. 45
Juli
-
‘Wees eerlijk en trouw’, Kinderliedjes, p. 81
-
‘Ik hou van jou’, Kinderliedjes, p. 78–79
-
‘Ik weet dat Jezus leeft’, Kinderliedjes, p. 8
Augustus
-
‘Als ik gedoopt ben’, Kinderliedjes, p. 53
-
‘De Heilige Geest’, Kinderliedjes, p. 56
-
‘De Heer gaf mij een tempel’, Kinderliedjes, p. 73
September
-
‘And’ren helpen’, Kinderliedjes, p. 108
-
‘Gebed van een kind’, Kinderliedjes, p. 6–7
-
‘Ik weet dat mijn Verlosser leeft’, Lofzangen, nr. 92
Oktober
-
‘Bij zijn wederkomst’, Kinderliedjes, p. 46–47
-
‘De Kerk van Jezus Christus’, Kinderliedjes, p. 48
-
‘Ik kijk graag naar de tempel’, Kinderliedjes, p. 99
November
-
‘Lees, denk en bid’, Kinderliedjes, p. 66
-
‘Zeg mij toch, Heer’, Kinderliedjes, p. 75
-
‘Ik wil zo graag lief zijn’, Kinderliedjes, p. 83
December
-
‘Mijn hemelse Vader is goed voor mij’, Kinderliedjes, p. 16–17
-
‘Kies het goede’, Kinderliedjes, p. 82–83
-
‘Als ik gedoopt ben’, Kinderliedjes, p. 53
Gebruik muziek om in de leer te onderwijzen
In de zangperiode kunnen de kinderen de invloed van de Heilige Geest voelen terwijl ze de beginselen van het evangelie leren. De volgende ideeën kunnen daarbij helpen.
Lege plekken invullen. Schrijf een strofe van het lied op het bord waarbij u enkele sleutelwoorden weglaat. Laat de kinderen het liedje zingen en letten op de woorden die op de lege plaatsen komen. Vraag welke evangeliebeginselen ze van de toegevoegde woorden leren.
Citaten van kerkleiders gebruiken. Laat de kinderen luisteren naar een citaat van een kerkleider die hetzelfde evangeliebeginsel verduidelijkt als het jeugdwerkliedje. Laat ze hun hand opsteken als ze iets horen waardoor ze de waarheid waarover ze zingen beter begrijpen. Vraag ze wat ze hebben gehoord.
Getuigen. Geef de kinderen een kort getuigenis van evangeliewaarheden die in het jeugdwerkliedje naar voren komen. Zorg ervoor dat de kinderen begrijpen dat zingen een manier is om je getuigenis te geven en de Geest te voelen.
Platen gebruiken. Laat de kinderen samen met u naar platen zoeken of platen maken die bij belangrijke woorden of zinsneden in het liedje passen. Vraag wat de platen met het liedje te maken hebben en wat we van het liedje leren. Als u ze bijvoorbeeld het liedje ‘Ik werk mee aan Gods plan voor mij’ (Kinderliedjes, p. 86–87) leert, kunt u verspreid over het lokaal platen ophangen of neerleggen die belangrijke woorden in het liedje voorstellen (zoals hemels begin, ouderlijk huis, aarde, geboden en gelukkig). Laat de kinderen de afbeeldingen verzamelen en ze in de juiste volgorde omhooghouden terwijl ze het liedje zingen.
Voorwerpen laten zien. U kunt een voorwerp laten zien dat met een liedje te maken heeft. Het liedje ‘Geloof’ (Kinderliedjes, p. 50–51) gaat bijvoorbeeld over een zaadje. Laat de kinderen een zaadje zien om ze duidelijk te maken dat er in de loop der tijd een beetje geloof in Christus kan groeien.
Koppel het liedje aan persoonlijke ervaringen. Help de kinderen om de beginselen in het liedje te koppelen aan ervaringen die zij met die beginselen hebben gehad. Voordat u bijvoorbeeld samen ‘Ik kijk graag naar de tempel’ (Kinderliedjes, p. 99) zingt, kunt u de kinderen vragen om hun hand op te steken als ze weleens een tempel hebben gezien. Vraag ze om, terwijl ze zingen, aan het gevoel te denken dat ze hebben als ze een tempel zien.
Vragen stellen. U kunt bij het zingen allerlei vragen stellen. Vraag de kinderen bijvoorbeeld wat ze van elke strofe in het liedje leren. U kunt ze ook vragen laten bedenken die het liedje beantwoordt.
Op antwoorden letten. Vraag de kinderen om te luisteren of ze antwoorden horen op vragen als ‘wie?’, ‘wat?’, ‘waar?’, ‘wanneer?’, ‘waarom?’ of ‘hoe?’ Ze kunnen bij het liedje ‘De doop’ (Kinderliedjes, p. 54–55) bijvoorbeeld opletten wie Jezus doopte, en waar, wanneer, hoe en waarom Hij zich liet dopen. U kunt kinderen ook vragen om sleutelwoorden te ontdekken of op hun vingers te tellen hoe vaak ze een bepaald woord zingen.
Kinderen jeugdwerkliedjes en lofzangen laten leren en onthouden
Kinderen leren liedjes door ze steeds opnieuw te horen en zingen. Zorg dat u de woorden van een nieuw liedje altijd voor de kinderen zingt, en ze niet alleen voorleest of opzegt. Daardoor gaan de kinderen de melodie met de woorden associëren. Als u ze een liedje hebt geleerd, herhaal het dan het hele jaar door op allerlei leuke manieren. Hier zijn wat ideeën om kinderen liedjes te leren en ze met hen te herhalen.
Posters maken. Hang posters op met de woorden van elke strofe of met plaatjes die de woorden voorstellen. Wanneer de kinderen het liedje herhalen, bedek dan enkele woorden of plaatjes totdat ze de hele strofe zonder de poster kunnen zingen. U kunt de kinderen ook met het maken van de posters laten helpen.
De toonhoogte aangeven. Om de kinderen de melodie van een lied te leren, kunt u uw hand in horizontale stand houden en uw hand tijdens het zingen hoger houden voor hogere tonen en lager voor lagere tonen.
Echoën. Nodig de kinderen uit om uw echo te zijn door te herhalen wat u zingt. Zing een korte zin(snede) en laat de kinderen die nazingen.
Variëren. Zing liedjes op verschillende manieren, zoals door te fluisteren, te neuriën, op de maat te klappen, sneller of langzamer te zingen of erbij te gaan staan of zitten.
In groepjes zingen. Laat elke klas of ieder kind één regel zingen terwijl ze staan. Wissel dan de regels om, totdat elke klas of ieder kind op zijn beurt alle regels gezongen heeft.
Gebaren maken. Laat de kinderen eenvoudige handgebaren bedenken om zich de woorden en de boodschap van een lied te herinneren. Als u bijvoorbeeld ‘Eerbiedig en rustig’ (Kinderliedjes, p. 11) zingt, kunnen de kinderen naar hun hoofd wijzen, hun hoofd buigen en hun hand op hun hart leggen wanneer ze de desbetreffende woorden zingen.
Meisjes zingen, jongens zingen. Maak een plaatje van een jongen en een plaatje van een meisje, en plak elk plaatje op een stokje. Houd bij het oefenen van het liedje een van de plaatjes omhoog om aan te geven wie moet zingen.
Een plaat bij een regel zoeken. Schrijf iedere regel van een liedje op een afzonderlijk vel papier en zoek bij iedere regel een passende plaat. Leg de platen aan een kant van het lokaal en de vellen papier met de regels aan de andere kant. Zing het liedje en laat de kinderen de platen bij de betreffende woorden zoeken.
Richtlijnen voor het kinderprogramma in de avondmaalsdienst
In overleg met de bisschop of gemeentepresident wordt het kinderprogramma in de avondmaalsdienst gewoonlijk tijdens het vierde kwartaal gepresenteerd. Zorg dat u als jeugdwerkpresidium en als dirigent(e) al vroeg in het jaar met de raadgever in de bisschap die toeziet op het jeugdwerk afspreekt om plannen voor het programma te maken. Zorg dat u zijn toestemming krijgt als de plannen rond zijn.
De kinderen moeten door dit programma de kans krijgen om te laten zien wat zij en de andere gezinsleden thuis en in het jeugdwerk van het Nieuwe Testament hebben geleerd. Daarbij horen ook de jeugdwerkliedjes die ze dit jaar hebben gezongen. Overweeg onder gebed welke evangeliebeginselen en liedjes duidelijk maken wat ze geleerd hebben. Maak in de loop van het jaar aantekeningen van toespraakjes en ervaringen van de kinderen om die eventueel in de presentatie te verwerken. Spoor de kinderen aan om tijdens de presentatie een Schrifttekst voor te dragen, een verhaal te vertellen en hun getuigenis te geven. Bedenk bij het plannen van de presentatie hoe die de aandacht van de wijkleden op onze hemelse Vader, de Heiland en hun leringen kan richten.
Als u in uw wijk weinig kinderen hebt, kunt u overwegen hoe u er gezinsleden van de kinderen bij kunt betrekken. Een lid van de bisschap kan een kort slotwoord uitspreken.
Houd bij uw voorbereiding van de presentatie de volgende richtlijnen in gedachte:
-
Repetities dienen niet onnodig tijd van de lessen of het gezin in beslag te nemen.
-
Visuele middelen, kostuums en mediapresentaties zijn niet gepast voor een avondmaalsdienst.
Zie Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, 12.2.1.2, https://www.churchofjesuschrist.org/study/manual/general-handbook?lang=nld.