1. Geloof is: weten dat de zon zal opgaan, elke dag opnieuw.
Geloof is: weten dat de Heer mij hoort wanneer ik tot Hem bid.
Geloof is als een heel klein zaadje: het wordt een grote plant.
Geloof is een gevoel, diep in mijn hart.
Als ’k goed doe, weet ik dat.
2. Geloof is: weten dat ik eens bij God was, voor ’k op aarde kwam.
Geloof is: weten dat ik na dit leven bij Hem komen kan.
Geloof betekent: God vertrouwen en doen wat Jezus zegt.
Geloof wordt alsmaar sterker; ik voel dat ’t groeit
wanneer ’k gehoorzaam ben.