1. O, luister, mijn kleine naar ’t mooie verhaal,
hoe ’t Kindeke Jezus op aard’ kwam eenmaal,
hoe ver hier vandaan, eens, ’t is lang nu voorbij,
een kind werd geboren, mijn liev’ling, als jij.
[Chorus]
Suja mijn kleine, suja mijn bloed,
suja mijn kleine, kom slaap nu maar zoet.
Suja mijn kleine, suja mijn bloed,
kindertjes worden door Jezus behoed.
2. t Verhaal werd verteld door een engelenschaar,
toen licht hen omstraalde, zo helder, zo klaar.
Wat blonken die sterren, maar één blonk vooral,
en die bleef toen staan boven ’t Kind in de stal.
[Chorus]
Suja mijn kleine, suja mijn bloed,
suja mijn kleine, kom slaap nu maar zoet.
Suja mijn kleine, suja mijn bloed,
kindertjes worden door Jezus behoed.
3. De schaapherders vonden het Kindeke klein,
want d’ engelen toonden hun waar het zou zijn:
het lag in een kribbe, zo need’rig, zo mooi,
het Kindeke Jezus in slaap op het hooi.
[Chorus]
Suja mijn kleine, suja mijn bloed,
suja mijn kleine, kom slaap nu maar zoet.
Suja mijn kleine, suja mijn bloed,
kindertjes worden door Jezus behoed.
Tekst: naar Joseph Ballantyne (1868–1944)
Muziek: Joseph Ballantyne (1868–1944)
Ostinato: naar Patricia Haglund Nielsen (1936– ). © 1989 IRI