‘7–13 maart. Genesis 37–41: “De Heere was met Jozef”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Oude Testament 2022 (2021)
‘7–13 maart. Genesis 37–41’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2022
7–13 maart
Genesis 37–41
‘De Heere was met Jozef’
Welke beginselen in Genesis 37–41 moeten de kinderen in uw klas beter begrijpen? Richt u bij de voorbereiding op uw les op de ingevingen die u krijgt.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Geef de kinderen een paar minuten de tijd om een tekening te maken van iets wat ze onlangs thuis of in de kerk over het evangelie hebben geleerd. Laat de kinderen over hun tekening vertellen.
Kleine kinderen in de leer onderwijzen
Ik kan lief voor mijn familie zijn.
Jozefs broers waren jaloers op hem en deden gemeen tegen hem. Hoe kunt u de kinderen laten inzien dat het belangrijk is om vriendelijk te zijn, vooral voor je familie?
Mogelijke activiteiten
-
Om het verhaal van Jozef en zijn broers in Genesis 37 te vertellen, kunt u de afbeeldingen in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen of ‘Jozef in Egypte’ (in Verhalen uit het Oude Testament) gebruiken. Laat de kinderen vertellen wat ze van het verhaal weten. Stel ze vragen als: ‘Hoe waren Jozefs broers onvriendelijk tegen hem?’ Laat de kinderen bedenken wat de broers hadden kunnen doen om liefde te tonen. Wat moeten we doen als we boos zijn op onze gezinsleden?
-
Laat een plaat van een gezin zien (zie Evangelieplatenboek, nr. 112) of laat de kinderen een tekening van hun gezin maken. Vraag hun op welke manieren ze vriendelijk voor hun gezinsleden kunnen zijn.
-
Zing samen een liedje over liefdevolle gezinnen, zoals ‘Een gelukkig gezin’ (Kinderliedjes, p. 104). Hoe kunnen we ertoe bijdragen dat er thuis een fijne sfeer heerst?
-
Laat de kinderen de doe-pagina van deze week inkleuren. Laat ze in de open ruimte een tekening maken van gezinsleden die iets liefs voor elkaar doen.
God kan mij helpen als er nare dingen gebeuren.
Jozef maakte veel nare dingen mee, maar hij besloot de geboden te onderhouden en de Heer was met hem. Jonge kinderen kunnen hiervan leren dat God hen in moeilijke tijden wil helpen.
Mogelijke activiteiten
-
Beschrijf een paar nare dingen die Jozef overkwamen. (Zie Genesis 37:23–28; 39:20; of ‘Jozef’ en ‘Jozef in Egypte’ in Verhalen uit het Oude Testament). Iedere keer als u de kinderen over een moeilijkheid van Jozef verteld hebt, laat u de kinderen nazeggen: ‘De Heere was met Jozef’ (Genesis 39:2).
-
Toon afbeeldingen waarop de Heiland mensen met problemen helpt. (Zie Evangelieplatenboek, nr. 40–43.) Laat de kinderen vertellen hoe de Heiland mensen hielp. Getuig dat de Heer ons kan helpen als we moeilijkheden hebben.
-
Zing een lied over de liefde van de Heiland, zoals ‘Jezus is mijn beste Vriend’ (Kinderliedjes, p. 37). Vertel hoe u Gods liefde in een moeilijke periode hebt ervaren. Laat een plaat van Jezus zien en vraag de kinderen wat ze van Hem vinden.
God kan mij voor gevaar waarschuwen.
God maakte Jozef duidelijk dat de dromen van de farao bedoeld waren als waarschuwing dat ze zich op moeilijke tijden moesten voorbereiden. Leg de kinderen uit dat God ze voor gevaar kan waarschuwen, ook geestelijk gevaar.
Mogelijke activiteiten
-
Leg overal in het lokaal afbeeldingen van etenswaren neer, en laat de kinderen ze bijeenbrengen en ‘opslaan’ in een doos. Vertel de kinderen door middel van deze activiteit dat God de farao waarschuwde voor een tijd dat er geen eten zou zijn (zie Genesis 41:15–36, 47–57). Laat de kinderen tekenen wat de farao droomde, en moedig ze aan om thuis over hun tekening te vertellen.
-
Toon een foto van de huidige profeet. Vertel de kinderen over leringen en waarschuwingen die God via hem heeft gegeven. Leg uit dat we gezegend en beschermd worden als we de profeet volgen. Laat de kinderen spelen wat ze kunnen doen om de raad van de profeet op te volgen.
Grote kinderen in de leer onderwijzen
Als ik getrouw ben, helpt God mij in moeilijke tijden.
Hoewel Jozef veel narigheid meemaakte, bleef hij getrouw en ‘de Heere was met hem’ (Genesis 39:3). Door zijn ervaringen kunnen de kinderen erop gaan vertrouwen dat God hen bij tegenspoed helpt.
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen in Genesis 39:1–3, 20–23; 41:38 woorden of zinsneden opzoeken waaruit blijkt dat God bij Jozef was toen het allemaal tegenzat. Laat de kinderen zo mogelijk een klein bordje maken met een van de zinsneden die ze gevonden hebben. Moedig ze aan om hun bordje mee naar huis te nemen als herinnering dat de Heer bij hen is als ze het moeilijk hebben.
-
Vraag de kinderen wat volgens hen ‘de Heere was met Jozef’ betekent (Genesis 39:2). Laat ze vertellen over situaties waarin ze voelden dat de Heer in een moeilijke periode met hen of hun gezin was. Vertel ook over dergelijke ervaringen van uzelf.
Ik kan blij zijn als het goed met anderen gaat.
Vanwege jaloezie maakten Jozefs broers vreselijke keuzen. Hun slechte keuzen deden Jozef veel kwaad en deden hun vader erg veel verdriet. Door dit verhaal kunnen de kinderen zich voornemen om blij te zijn als anderen door de Heer gezegend worden.
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen Genesis 37:3–11 doornemen en tekeningen van Jozefs gewaad en van zijn twee dromen maken. Wat vonden Jozefs broers van Jozef? Hoe hadden ze beter kunnen reageren? Bespreek waarom het belangrijk is om blij te zijn als het goed met anderen gaat.
-
Vraag de kinderen in welke situaties iemand weleens jaloers op een ander zou kunnen zijn. Zing samen een liedje over liefde tonen, zoals ‘Houd van elkander’ (Kinderliedjes, p. 74). Benadruk dat onze hemelse Vader ons kan helpen om liefde in plaats van jaloezie te voelen.
Met de hulp van de Heer kan ik voor verleiding vluchten.
Wanneer de kinderen met verleiding te maken krijgen, kunnen ze kracht putten uit het voorbeeld van Jozef, die voor verleiding vluchtte.
Mogelijke activiteiten
-
Toon een afbeelding van Jozef en Potifars vrouw (zie Evangelieplatenboek, nr. 11) en laat een kind het verhaal in Genesis 39:7–12 vertellen. Hoe komt het dat Jozef weerstand kon bieden aan de verleiding? Laat de kinderen in Genesis 39:7–12 naar antwoorden zoeken op die vraag. Bijvoorbeeld: Jozef wist dat hij zou ‘zondigen tegen God’ als hij met de vrouw van Potifar zou slapen (vers 9).
-
Laat de kinderen bedenken in wat voor situaties zij en hun leeftijdgenoten verleid worden om verkeerde keuzen te maken. Laat ze spelen hoe ze in die situaties Jozefs voorbeeld volgen. Hoe kunnen we bijvoorbeeld aan God denken als we verleid worden?
-
Laat twee magneten zien. De ene stelt God voor en de andere Satan. Toon ook een klein metalen voorwerp, zoals een paperclip, om ons voor te stellen. Gebruik de magneten om te illustreren dat hoe dichter we bij God komen, des te sterker zijn invloed op ons is, en dat dit ook geldt voor dichter bij Satan komen. Wat kunnen we doen om dicht bij God te komen? Hoe kan de Heilige Geest ons helpen?
Thuisstudie stimuleren
Laat de kinderen de volgende zin op verschillende manieren afmaken: ‘Ik lijk op Jozef als ik ’. Vraag ze om thuis te vertellen hoe ze die zin hebben afgemaakt.