Oude Testament 2022
11–17 juli. 2 Koningen 17–25: ‘Hij vertrouwde op de Heere, de God van Israël’


‘11–17 juli. 2 Koningen 17–25: “Hij vertrouwde op de Heere, de God van Israël”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Oude Testament 2022 (2021)

‘11–17 juli. 2 Koningen 17–25’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2022

mensen verlaten verwoeste stad

De uittocht van de ballingen, James Tissot en anderen

11–17 juli

2 Koningen 17–25

‘Hij vertrouwde op de Heere, de God van Israël’

Bedenk dat de leeractiviteiten voor kleine kinderen in dit lesschema aan grote kinderen kunnen worden aangepast, en omgekeerd.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Schrijf de naam van ieder kind op een papiertje en leg de papiertjes in een bakje. Laat de kinderen aan het begin van de les om de beurt een naam kiezen. Laat het kind van wie de naam is getrokken, vertellen wat hij of zij onlangs over het evangelie of over Jezus Christus heeft geleerd. Ga door tot ieder kind aan de beurt is geweest.

Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

2 Koningen 18:3, 5

Ik kan op onze hemelse Vader en Jezus Christus vertrouwen.

In 2 Koningen 18:3, 5 zien de kinderen in uw klas aan het voorbeeld van Hizkia hoe ze hun vertrouwen in God kunnen stellen.

Mogelijke activiteiten

  • Noem enkele dingen die een goede koning doet en enkele dingen die een slechte koning doet. Vraag de kinderen voor de goede dingen op te staan en te juichen, en voor de slechte dingen te gaan zitten. Leg aan de kinderen uit dat Israël veel koningen heeft gehad, sommige rechtschapen en sommige niet. Lees 2 Koningen 18:3, 5 voor en laat de kinderen luisteren om te ontdekken wat Hizkia tot een goede koning maakte. Bedenk samen hoe we kunnen tonen dat we net als Hizkia op de Heer vertrouwen.

  • Vraag de kinderen wat het betekent om iemand te vertrouwen. Praat over mensen die u vertrouwt en laat de kinderen dat ook doen. Laat een afbeelding van Jezus Christus zien. Waarom kunnen we Jezus Christus vertrouwen? Spreek uw vertrouwen uit dat Jezus Christus van ons houdt en ons zal helpen om voor eeuwig bij onze hemelse Vader te wonen.

2 Koningen 22:8–11; 23:2

De Schriften zijn een zegen.

Kleine kinderen kunnen nog niet alles in de Schriften lezen of begrijpen. Ze kunnen wel door de kracht van de Schriften gezegend worden. Hoe kunt u het verlangen bij ze opwekken om door het woord van God gezegend te worden?

Mogelijke activiteiten

  • Verberg een exemplaar van de Schriften ergens in het lokaal en laat de kinderen het zoeken. Leg uit dat veel mensen in de tijd van koning Josia niets uit de Schriften leerden, tot een priester ze in de tempel vond (zie 2 Koningen 22:8–11). Wat zijn de Schriften? Waarom hebben we de Schriften nodig? Vertel de kinderen waarom u blij bent dat we de Schriften hebben. Vraag ze wat zij van de Schriften vinden.

  • Lees 2 Koningen 23:2 voor en laat de kinderen luisteren wat de koning met de Schriften deed. Waarom was het belangrijk dat iedereen kon horen wat er in de Schriften geschreven stond? Zing een liedje over de Schriften, zoals ‘Lees, denk en bid’ (Kinderliedjes, p. 66). Vraag de kinderen hoe ze zich voelen als ze leringen en verhalen uit de Schriften horen.

    gezin bestudeert Schriften

    De Schriften kunnen ons hart tot de Heer helpen wenden.

Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

2 Koningen 18:3–6; 19:14–19

Ik kan op onze hemelse Vader en Jezus Christus vertrouwen.

Toen de Assyriërs Jeruzalem bedreigden, wendde de rechtschapen koning Hizkia zich in geloof tot de Heer. Hizkia’s voorbeeld kan een aanleiding zijn om te bespreken hoe we ons geloof in de Heer kunnen tonen, ook als dat geloof wordt aangevallen.

Mogelijke activiteiten

  • Leg met behulp van Bijbelkaart 3, ‘De scheiding van de twaalf stammen’ kort aan de kinderen uit dat het noordelijke koninkrijk Israël door het Assyrische volk werd ingenomen. Leg uit dat de Assyriërs later ook het zuidelijke koninkrijk Juda probeerden in te nemen. Laat de kinderen zich voorstellen hoe ze zich zouden voelen als ze in Juda woonden en wisten dat de Assyriërs in aantocht waren om de stad te vernietigen. Laat de kinderen in 2 Koningen 18:3, 5–6 lezen hoe het komt dat Hizkia, de koning van Juda, moedig kon zijn toen de Assyriërs kwamen.

  • Laat ze in 2 Koningen 19:14–19 lezen wat Hizkia deed toen de Assyriërs zijn koninkrijk bedreigden. Hoe laat hij daarmee zien dat hij op de Heer vertrouwde? Hoe kunnen wij ons vertrouwen in de Heer tonen wanneer we hulp nodig hebben?

2 Koningen 22:8–13; 23:2–3

De Schriften leren mij hoe ik Jezus Christus kan volgen.

Na jaren van geestelijke duisternis wijdden de Joden zich opnieuw toe aan de Heer. Dat gebeurde omdat koning Josia het wetboek terugvond en aan het volk voorlas. Dit verhaal kan de kinderen duidelijk maken waarom de Schriften zo waardevol zijn.

Mogelijke activiteiten

  • Vertel de kinderen dat koning Josia zijn volk opdroeg om de tempel te herstellen. Daarbij vonden ze iets heel waardevols. Laat de kinderen in 2 Koningen 22:8–11 lezen wat dat was. Leg uit dat de aangetroffen boekrol verbonden en geboden bevatte waar de Israëlieten niets van wisten. Wat zou er met ons kunnen gebeuren als we de Schriften niet hadden? Vraag de kinderen waarom ze dankbaar zijn voor de Schriften. Waarom zou het moeilijker zijn om de Heiland te volgen als we de Schriften niet hadden?

  • Geef ieder kind een vel papier en laat ze het doormidden scheuren. Leg uit dat de mensen in de tijd van koning Josia soms hun kleren scheurden wanneer ze erg van streek waren. Laat de kinderen in 2 Koningen 22:11 het woord ‘scheurde’ opzoeken. Waarom zou Josia zo van streek zijn geweest? In vers 13 is antwoord te vinden. Waarom is het belangrijk dat we regelmatig in de Schriften lezen?

  • Lees samen in 2 Koningen 23:2–3 hoe de Schriften Josia en zijn volk ten goede kwamen. Noem een Schrifttekst die u geïnspireerd heeft om ‘de Heere te volgen’ (vers 3). Vraag de kinderen naar een Schrifttekst die hen heeft geholpen. Zing samen ‘Ik wandel met Jezus’ (Liahona, februari 2020, V3).

2 Koningen 23:3

Ik zal mijn verbonden met God nakomen.

Toen Josia en zijn volk te weten kwamen welke geboden God had gegeven, sloten ze een verbond om die in acht te nemen. Wek bij de kinderen in uw klas het verlangen op om hun doopverbonden trouw te blijven.

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen in 2 Koningen 23:3 letten op woorden of zinsneden die aangeven wat het volk van de geboden van de Heer vond. Laat ze opstaan en bespreek wat ‘trad toe tot dit verbond’ betekent. Laat ze doen alsof ze lopen en vraag wat het betekent om ‘de Heere te volgen’. Laat ze hun handen op hun hart leggen en aangeven hoe we de geboden ‘met heel [ons] hart’ in acht kunnen nemen.

  • Maak samen met de kinderen een lijst van hun doopbeloften (zie Mosiah 18:10; Leer en Verbonden 20:37, 77, 79). Wat belooft God ons als we onze verbonden nakomen? Hoe moeten we onze verbonden volgens 2 Koningen 23:3 nakomen?

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Vraag de kinderen om thuis over een vers of verhaal uit de Schriften te vertellen waar ze echt iets aan hadden.

Ons onderwijs verbeteren

Kweek zelfvertrouwen bij de kinderen. Geef de kinderen complimentjes als ze meedoen met de les. Zo groeit hun zelfvertrouwen. Beloof dat de Heilige Geest ze bij het leren zal helpen.