tempel van Zerubbabel

Illustratie, de tempel van Zerubbabel, Sam Lawlor

18–24 juli

Ezra 1; 3–7; Nehemia 2; 4–6; 8

‘Ik ben met een groot werk bezig’

Bedenk bij uw studie welke boodschappen in Ezra en Nehemia de kinderen in uw klas het meeste nodig hebben. Maak een lesplan zoals de Heilige Geest u ingeeft.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Schrijf de namen Zerubbabel, Ezra en Nehemia op het bord. Teken of toon afbeeldingen die met deze mensen te maken hebben, zoals een tempel, de Schriften en de muren van Jeruzalem. Laat de kinderen de juiste naam aan de juiste afbeelding koppelen. Vraag of ze weten wat deze mensen hebben gedaan.

Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Ezra 3:8–13

De tempel kan me blij maken.

Zerubbabel en de Joden herbouwden de tempel. Door dat verhaal kunnen de kinderen in uw klas zich ook in de zegeningen van het huis des Heren verheugen.

Mogelijke activiteiten

• Vraag de kinderen waar ze blij van worden. Toon een afbeelding van iemand die glimlachend voor een tempel staat (bijvoorbeeld de afbeelding in dit lesschema). Vraag de kinderen waarom die persoon blij is. Getuig dat de tempel het huis des Heren is. Vertel ook over een keer dat u blij was vanwege de tempel.

• Lees het laatste gedeelte van Ezra 3:12 voor. Leg uit dat de Joden de fundering van de tempel legden en velen toen ‘met gejuich en met blijdschap hun stem verhieven’. Laat de kinderen blij juichen. Bedenk samen redenen waarom we blij kunnen zijn met de tempel. In de tempel doen we bijvoorbeeld beloften aan God waardoor onze familie eeuwig samen kan zijn.

• Zing met de kinderen een liedje over de tempel, zoals ‘Ik kijk graag naar de tempel’ (Kinderliedjes, p. 99). Vraag na elke regel aan een kind wat hij of zij fijn vindt aan de tempel.

  gezin wandelt op tempelterrein

  De tempel kan een bron van vreugde voor ons zijn.

Nehemia 2:17–20; 6:1–9

De Heer helpt me om zijn werk te doen.

Toen Nehemia de muren rondom Jeruzalem herstelde, probeerden zijn vijanden hem te laten ophouden. Maar hij bleef zijn taak trouw uitoefenen. Welk belangrijk werk heeft de Heer voor de kinderen? Hoe kunt u ze stimuleren om dat werk trouw te zijn?

Mogelijke activiteiten

• Vertel de kinderen het verhaal van Nehemia (zie Nehemia 2:17–20; 6:1–9; Dieter F. Uchtdorf, ‘Wij zijn bezig met een groot werk en kunnen niet komen’, Liahona, mei 2009, 59–62). Vertel wat Nehemia zei toen de mensen hem uitlachten omdat hij de muren van Jeruzalem wilde herstellen: ‘De God van de hemel, Hij zal ons doen slagen en wij, Zijn dienaren, zullen opstaan en gaan bouwen’ (Nehemia 2:20). Laat de kinderen opstaan en doen alsof ze de muren van Jeruzalem helpen herstellen.

• Neem wat blokken mee naar de klas en bouw er samen met de kinderen een muur mee (of teken een muur op het bord). Bedenk samen wat voor belangrijks onze hemelse Vader van ze kan vragen, zoals leren de Schriften te lezen. Laat ze bij elk idee een blok aan de muur toevoegen. Leg uit dat mensen probeerden Nehemia tegen te houden toen hij met zijn belangrijke werk bezig was om de muren van Jeruzalem te herstellen. Lees Nehemia 6:9 voor en laat de kinderen hun handen omhoog doen bij ‘maak mijn handen sterk’. Vertel over een keer dat u voelde dat God uw handen sterk maakte om zijn werk te doen.

Nehemia 8:1–12

De Schriften zijn een zegen.

Laat de kinderen aan de hand van het verhaal van Ezra die de wet voorleest, bedenken hoe gezegend we met de Schriften zijn.

Mogelijke activiteiten

• Vertel de kinderen dat Ezra de Schriften aan het volk voorlas. Lees enkele zinsneden uit Nehemia 8:2–3, 5–6, 8–9, 12 voor die beschrijven wat de mensen deden toen ze de Schriften hoorden. Laat de kinderen die zinsneden uitbeelden. Waarom zijn we dankbaar dat we de Schriften hebben?

• Laat de kinderen de doe-pagina van deze week inkleuren. Vertel intussen hoe u door het lezen van de Schriften dichter bij de Heiland bent gekomen.

Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Ezra 3:8–13; 6:16–22

De tempel geeft me reden tot blijdschap.

Neem met de kinderen het verhaal door van Zerubbabel en de Joden die de tempel herbouwden. Hoe kunnen wij van onze vreugde over hedendaagse tempels getuigen?

Mogelijke activiteiten

• Laat de kinderen samen in Ezra 3:10–13 naar zinsneden zoeken die aangeven hoe de Joden zich voelden toen de tempel in Jeruzalem herbouwd werd. Hoe kunnen we onze blijdschap tonen over tempels die we nu op aarde hebben? Bedenk samen hoe de kinderen zich op de tempel kunnen voorbereiden.

• Vertel de kinderen over uw gevoelens voor de tempel. Hoe heeft de tempel u geholpen om u dichter bij onze hemelse Vader en de Heiland te voelen? Waarom vieren we een tempelinwijding? Geef de kinderen de tijd om hun gevoelens over de tempel op te schrijven. Moedig ze aan om thuis te vertellen wat ze hebben opgeschreven.

Nehemia 2; 4; 6

De Heer zal me sterken om ‘een groot werk’ te doen.

De Heer heeft een belangrijk werk voor de kinderen die u lesgeeft. Wat kunnen ze van Nehemia leren over volharden in dat werk, ook bij tegenstand?

Mogelijke activiteiten

• Bespreek het verhaal over Nehemia die de muren rondom Jeruzalem herstelt, met inbegrip van de tegenstand die hij ondervond. Lees samen Nehemia 2:19 en vraag de kinderen naar situaties waarin iemand ons misschien uitlacht omdat we het goede doen. Hoe reageerde Nehemia volgens Nehemia 2:20? Hoe kunnen wij reageren als mensen ons uitlachen of bekritiseren omdat we het goede doen?

• Lees samen Nehemia 6:1–9. Hoe probeerden de vijanden van Nehemia hem herhaaldelijk van het werk aan de muur af te houden? Hoe reageerde hij? Wat voor werk verlangt God van ons? (Zie bijvoorbeeld Mosiah 18:8–10.) Hoe kunnen we Nehemia’s voorbeeld in vers 9 volgen wanneer het moeilijk is om te doen wat God van ons vraagt?

Nehemia 8:1–12

Ik word gezegend als ik de Schriften bestudeer.

De mensen in Jeruzalem hadden de woorden van God lange tijd niet gehoord voordat Ezra die aan ze voorlas. Het verhaal van Ezra herinnert ons eraan hoe belangrijk de Schriften voor ons moeten zijn.

Mogelijke activiteiten

• Laat de kinderen in Nehemia 8:1–12 zoeken naar woorden of zinsneden die beschrijven hoe de mensen zich voelden toen ze het woord van God hoorden. Vraag de kinderen hoe zij zich voelen als ze in de Schriften lezen. Vertel ook over uw gevoelens.

• Laat een kind Nehemia 8:8 voorlezen en vraag de kinderen hoe zij de Schriften beter kunnen begrijpen. Laat zien hoe ze Schriftstudiewijzers kunnen gebruiken, zoals de Gids bij de Schriften en Evangelieverhandelingen (ChurchofJesusChrist.org). Vraag de kinderen naar iets wat ze uit de Schriften over de Heiland hebben geleerd.

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Vraag de kinderen iets te kiezen wat ze vandaag hebben geleerd waar ze hun familie over willen vertellen.

Ons onderwijs verbeteren

Bereid u geestelijk voor. ‘Krachtig evangelieonderwijs houdt niet alleen in dat we een les voorbereiden, maar ook onszelf. […] Doeltreffende evangelieleerkrachten zorgen dat ze hun hart met de Heilige Geest vullen – en niet zozeer de lestijd vullen.’ (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 12.)

doe-pagina: de Schriften zijn een zegen