Lehi en de Liahona, Joseph Brickey

27 januari–2 februari

1 Nephi 16–22

‘Ik zal de weg voor u uit bereiden’

Overweeg wanneer u 1 Nephi 16–22 leest, hoe het voorbeeld van Nephi, die zijn moeilijkheden het hoofd biedt, nuttig voor de mensen in uw les kan zijn.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen stimuleren

Nephi zag in dat het van belang was om de Schriften op zijn volk en zichzelf toe te passen (zie 1 Nephi 19:23). Vraag uw klas eventueel welke beginselen ze van het verslag van Nephi’s reis naar het beloofde land hebben geleerd die op hun eigen leven van toepassing zijn.

In de leer onderwijzen

1 Nephi 16:10–16, 23–31; 18:10–13, 20–22

God gebruikt kleine middelen om grote dingen te verwezenlijken.

• Kunt u of iemand anders in de les iets kleins bedenken dat iets groots kan verwezenlijken? (Zie 1 Nephi 16:29.) U kunt uw klas vragen te bespreken wat ze over dit beginsel hebben geleerd nadat ze de Schriften individueel en in groepsverband hebben gelezen: 1 Nephi 16:25–31; Alma 37:3–8; en Leer en Verbonden 64:33; 123:12–17. Hoe heeft God kleine middelen gebruikt om grote dingen voor ons teweeg te brengen?

• Een klassikale bespreking van hoe onze hemelse Vader ons leidt, kan nuttig zijn. Vraag om te beginnen hoe de Liahona werkte (zie 1 Nephi 16:10–16, 23–31; 18:10–13, 20–22; zie ook Alma 37:38–47). Hoe kunnen deze beginselen als ‘kleine middelen’ worden beschouwd? De klas kan op het bord de zaken opsommen die God heeft voorzien om ons te leiden. (Zie de ‘Bijkomende leermiddelen’ voor ideeën.) Welke kleine handelingen kunnen wij uitvoeren om leiding van God te ontvangen?

Indien u voorbereid bent, zult u niet vrezen, Clark Kelley Price

1 Nephi 16:18–32; 17:7–16; 18:1–4

Als we de geboden onderhouden, helpt God ons om moeilijkheden te overwinnen.

• Mensen in uw les kunnen met opdrachten en moeilijkheden kampen die onmogelijk lijken. Hoe kunt u ze helpen door Nephi’s ervaringen toe te passen op zichzelf? Doe dit aan de hand van de schijnbaar onmogelijke opdrachten die Nephi had zoals zijn familie in de wildernis voeden en een schip bouwen. Misschien kunnen de aanwezigen 1 Nephi 16:18–32; 17:7–16; en 18:1–4 lezen en daarbij letten op beginselen die nuttig zijn als ze een grote beproeving trotseren. (In 1 Nephi 16:24–26 wordt bijvoorbeeld onderwezen dat gebed en nederigheid het mogelijk maken dat we inspiratie en leiding van God ontvangen.) Om ze op weg te helpen kunt u een beginsel noemen dat u in deze verzen hebt gevonden. Als ze bespreken wat ze hebben geleerd, kunnen ze ook over persoonlijke ervaringen vertellen die ermee te maken hebben.

1 Nephi 16:18–32; 17:7–22

Geloof brengt daden teweeg.

• De ervaringen van Lehi en zijn familie in de wildernis illustreren de macht van geloof en de gevolgen van ongeloof. Om ervoor te zorgen dat de klasleden deze beginselen ontdekken, kunt u deze vragen op het bord schrijven:Hoe handelde Nephi naar zijn geloof? Hoe was hem dit tot zegen? Wat waren de gevolgen van het ongeloof van Laman en Lemuel? Vraag de leden om in groepjes naar de antwoorden op deze vragen te zoeken in 1 Nephi 16:18–32 en 17:7–22 en te vertellen wat ze hebben gevonden.

1 Nephi 19:22–24

We kunnen de Schriften op onszelf toepassen.

• Om de klasleden te leren hoe ze de Schriften op zichzelf kunnen toepassen, kunt u ze voorbeelden laten lezen van hoe Nephi dat deed. Welke beginselen onderwijst Nephi bijvoorbeeld in 1 Nephi 4:1–3 en 17:23–32, 41–45 door de Schriften op de situatie van zijn familie toe te passen? Het verhaal van ouderling Robert D. Hales in de ‘Bijkomende leermiddelen’ laat zien hoe de Schriften op onszelf toepassen ons tot zegen kan zijn. Vraag uw klas eventueel om moeilijkheden te benoemen die zij of familieleden trotseren en dan naar Schriftuurlijke verhalen te zoeken die ze inzichten kunnen bezorgen en in die omstandigheden kunnen helpen. Hoe kan het ons volgens 1 Nephi 19:22–24 tot zegen zijn om de Schriften op onszelf toe te passen?

• 1 Nephi 19:22–24 bespreken, kan een geweldige kans zijn om de klas te laten vertellen hoe zij de Schriften op zichzelf en hun familie toepassen, en welke zegeningen daaruit zijn voortgevloeid. Zet eventueel op het bord hoe de leden van de klas de Schriften op zichzelf toepassen. (In de ‘Bijkomende leermiddelen’ staat een lijstje met enkele suggesties.) In een komende les kunt u de klas vragen naar wat ze hebben ervaren door de ideeën van de lijst te gebruiken.

1 Nephi 20–21

De Heer zal het huis van Israël in de laatste dagen vergaderen.

• Om uw klas aan te moedigen zinvolle leringen te bespreken die ze in 1 Nephi 20–21 hebben gevonden, kunt u kopjes zoals de volgende op het bord schrijven: Kinderen van Israël, Lehi’s familie en Mensen in onze tijd. Gun ze de tijd om 1 Nephi 20–21 te herlezen en onder elke kop op te sommen hoe de profetieën van Jesaja op deze groep van toepassing zijn.

Thuisstudie stimuleren

Om de deelnemers aan uw les aan te sporen 2 Nephi 1–5 te lezen, vraagt u ze na te denken over wat zij tegen hun familie zouden zeggen als hun aardse leven ten einde liep. Wijs erop dat de eerste hoofdstukken van 2 Nephi de laatste boodschap bevatten die Lehi zijn familie gaf.

Bijkomende leermiddelen

Video’s over het Boek van Mormon.

Voor video’s over de gebeurtenissen uit 1 Nephi 16–22 gaat u naar de video’s over het Boek van Mormon op ChurchofJesusChrist.org of in de app Evangeliebibliotheek.

Onze ‘Liahona’s’.

Ouderling David A. Bednar heeft gezegd: ‘De Heilige Geest werkt in ons leven precies zoals de Liahona dat voor Lehi en zijn gezin deed, naar hun geloof, ijver en aandacht.’ (‘Opdat wij zijn Geest altijd bij ons mogen hebben’, Liahona, mei 2006, 31.)

In de oktoberconferentie van 2005 heeft ouderling Lowell M. Snow van de Zeventig gezegd: ‘Deze algemene conferentie is een hedendaagse Liahona, een gelegenheid om geïnspireerde leiding te ontvangen waardoor wij voorspoedig kunnen zijn.’ (‘Het kompas van de Heer’, Liahona, november 2005, 97.)

President Thomas S. Monson heeft gezegd: ‘Dezelfde Heer die Lehi van een Liahona voorzag, heeft u en mij in deze tijd van een uitzonderlijk en waardevol geschenk voorzien dat ons leven richting geeft. […] Het geschenk waar ik op doel, is uw patriarchale zegen.’ (Thomas S. Monson, ‘Your Patriarchal Blessing: A Liahona of Light’, Ensign, november 1986, 65.)

De Schriften op onszelf toepassen.

Ouderling Robert D. Hales verklaarde:

‘Jaren geleden vertelde ik onze tienerzoon over het leven van de broeder van Jared. Het verhaal was erg interessant, maar hij reageerde niet. Toen vroeg ik wat het verhaal voor hem betekende. We komen veel verder als we onze kinderen vragen wat een verhaal voor hen betekent. Hij zei: “Weet je, het lijkt veel op wat Joseph Smith heeft meegemaakt toen hij in het bos bad en antwoord kreeg.”

Ik zei: “Jij bent ongeveer even oud als Joseph toen. Denk je dat jij iets zou hebben aan zo’n gebed?” Plotseling hadden we het niet meer over een verhaal dat zich in een verafgelegen land afspeelde. We hadden het over onze zoon: over zijn leven, zijn behoeften, en wat hij aan het gebed kon hebben.

‘Het is onze taak als ouders om onze kinderen te helpen “alle Schriftuur [en het hele evangelie van Jezus Christus] op [zichzelf] toepasselijk [te maken], opdat [zij] er nut en lering uit [mogen] trekken.”’ (Zie ‘Met al de genegenheid van een teder vader: een hoopvolle boodschap voor gezinnen’, Liahona, mei 2004, 90.)

Suggesties om de Schriften op ons toe te passen.

• Denk aan gebeurtenissen of situaties in onze tijd die lijken op die waar u in de Schriften over leest.

• Let op wat mensen in de Schriften weten, leren of doen en hoe dat u bij een persoonlijk probleem of persoonlijke vraag kan helpen.

• Benoem beginselen van dat verhaal waar u in uw omstandigheden iets aan hebt.