Kom dan en volg Mij
30 maart–12 april. Pasen: ‘Hij zal […] opstaan, met genezing onder zijn vleugels’


‘30 maart–12 april. Pasen: “Hij zal […] opstaan, met genezing onder zijn vleugels”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Boek van Mormon 2020 (2020)

‘30 maart–12 april. Pasen’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2020

herrezen Christus met zijn apostelen

Christus en de apostelen, Del Parson

30 maart–12 april

Pasen

‘Hij zal […] opstaan, met genezing onder zijn vleugels’

Paaszondag is een uitgelezen gelegenheid voor uw klas om hun getuigenis van Jezus Christus en zijn opstanding, en elkaars getuigenis, te vergroten. Houd dit in gedachten bij uw Schriftstudie om deze les voor te bereiden. Zoek naar geestelijke leiding om het hart van de mensen in uw klas te raken.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Uw klas heeft de voorbije twee weken toen ze in het Boek van Mormon over de opstanding en de verzoening van Jezus Christus lazen, misschien zinvolle ervaringen gehad. Gun ze enkele minuten de tijd om een passage op te zoeken die indruk op ze heeft gemaakt en vraag ze dan te vertellen wat ze hebben gevonden.

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

2 Nephi 9:7–15; Alma 11:41–45; 40:21–23

De opstanding is de permanente hereniging van lichaam en geest.

  • Vergelijkingen kunnen een doeltreffende manier zijn om in evangeliebeginselen te onderwijzen. U kunt de klas vragen 2 Nephi 9:7–15 en Alma 11:41–45 te lezen en in deze verzen woorden en zinsneden te benoemen waaruit we over de opstanding leren. Waarmee wordt de dood vergeleken? Hoe wordt de opstanding beschreven? Waarom hebben we een herrezen lichaam nodig? (Zie ook LV 93:33–34.) De klas kan bespreken hoe ze deze vergelijkingen kunnen gebruiken om iemand over de opstanding te onderwijzen. Laat de klasleden hun ideeën aan de klas vertellen en bespreek dan met ze waarom ze deze beginselen van de opstanding waarderen.

  • U kunt de klas vragen wanneer ze dankbaar waren voor hun kennis van de opstanding. Hoe kan die kennis ons vaker beïnvloeden? Help uw klas om deze vraag te beantwoorden door hen allemaal in 2 Nephi 9:7–15; Alma 11:41–45; of Alma 40:21–23 te laten zoeken naar beginselen van de opstanding, en die op het bord te schrijven. Dan kunt u de volgende twee zinnen op het bord schrijven en de klas vragen er enkele minuten over na te denken alvorens te zeggen hoe zij ze zouden aanvullen: Als ik deze dingen niet wist… en Omdat ik deze dingen weet….

Christus bidt in de hof van Gethsémané

Gethsémané, Michael T. Malm

Mosiah 3:5–7; 15:5–9; Alma 7:11–13

Jezus Christus heeft al onze zonden, pijnen en zwakheden op Zich genomen.

  • Als we het lijden van de Heiland voor ons overdenken en bespreken, kan dit de Geest uitnodigen en kan Hij ons tot gevoelens van liefde en dankbaarheid jegens de Heiland inspireren. Om die overpeinzing en bespreking te bevorderen, kunt u een schema op het bord tekenen zoals het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen. Vraag de klas het aan te vullen door Mosiah 3:5–7; 15:5–9; en Alma 7:11–13 en hun eigen ervaringen te gebruiken. U kunt, als de Geest u daartoe leidt, de klas vragen wat ze vinden van wat Jezus Christus voor hen heeft gedaan.

  • Heilige muziek kan de Geest uitnodigen en de leerstelling die u onderwijst, bevestigen. Misschien kan de klas Mosiah 3:5–7; 15:5–9; en Alma 7:11–13 bestuderen en lofzangen opzoeken en zingen die overeenstemmen met de boodschap in deze verzen. (U kunt ook iemand vragen om deze lofzangen te zingen of spelen.) De ‘Verwijzingen naar de Schriften’ aan het einde van Lofzangen kan daarbij helpen, en in de ‘Bijkomende leermiddelen’ worden er nog andere lofzangen voorgesteld. Moedig uw klas aan om zinsneden uit de lofzangen en Schriftteksten te bespreken waardoor ze het offer van de Heiland meer gaan waarderen.

Enos 1:1–19; Mosiah 5:1–2; 27:8–28:4; Alma 24:7–19

De verzoening van Jezus Christus reinigt ons en helpt ons volmaakt te worden.

  • Een doeltreffende manier om te leren welke macht tot verandering van ons leven de Heiland heeft, is voorbeelden te bestuderen van anderen die Hij heeft veranderd toen ze zich bekeerden en tot Hem kwamen. Het Boek van Mormon bevat hier veel voorbeelden van. Misschien kunt u ieder lid van de klas een van deze voorbeelden toewijzen, zoals Enos (zie Enos 1:1–19), het volk van koning Benjamin (zie Mosiah 5:1–2), Alma de jonge (zie Mosiah 27:8–28:4), of de Anti-Nephi-Lehieten (zie Alma 24:7–19), of ze kunnen een ander voorbeeld uit de Schriften bedenken. Dan kunnen enkele leden de ervaringen waar ze over gelezen hebben samenvatten. Misschien willen uw klasleden dit doen door hints te geven en de rest van de klas te laten raden wie ze aan het beschrijven zijn. Ze kunnen ook vragen zoals de volgende bespreken: Hoe zijn de mensen in deze voorbeelden veranderd? Welke rol vervulde de Heiland in hun verandering? Misschien kunnen enkele deelnemers vertellen hoe de Heiland ‘een grote verandering […] in [hun] hart’ heeft teweeggebracht (Mosiah 5:2). Om meer te weten te komen over manieren waarop de Heiland ons verandert, en waarom die verandering zo belangrijk is, kunt u met de klas de analogie van president Dallin H. Oaks in de ‘Bijkomende leermiddelen’ lezen.

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Inspireer uw klas om Mosiah 1–3 te lezen door ze te laten bedenken wanneer ze na het lezen van een evangelieboodschap blij waren. Vraag ze om bij het lezen van Mosiah 1–3 naar beginselen te zoeken waar ze zich in kunnen verheugen.

Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

Lofzangen over de verzoening van de Heiland.

U kunt van sommige van deze lofzangen een video op ChurchofJesusChrist.org vinden waarin het Tabernacle Choir at Temple Square ze zingt.

Analogie: we moeten niet alleen rein zijn.

President Dallin H. Oaks gaf deze analogie om uit te leggen hoe de Heiland ons erop voorbereidt in de aanwezigheid van God terug te keren:

‘Vaak denken we dat het gevolg van bekering louter de reiniging van zonde is, maar dat is een onvolledige kijk op de zaak. […] Iemand die zondigt is als een boom die gemakkelijk buigt in de wind. Op een winderige en regenachtige dag, buigt de boom zo ver door dat de bladeren de grond raken en besmeurd raken met modder, met zonde. Als we ons slechts richten op de reiniging van de bladeren, zal de zwakheid in de boom, waardoor die doorboog en de bladeren bevuilde, blijven bestaan. Zo zal iemand die slechts spijt heeft van de zonde, weer zondigen bij de volgende sterke wind. Pas als de boom sterker is geworden, zal herhaling tot het verleden behoren.

Als iemand het bekeringsproces heeft doorlopen dat in de Schriften “een gebroken hart en een verslagen geest” wordt genoemd, doet de Heiland meer dan die persoon van zonde reinigen. Hij geeft hem of haar nieuwe kracht. Die nieuwe kracht is van essentieel belang om het doel van de reiniging te verwezenlijken, namelijk naar onze hemelse Vader terugkeren. Om in zijn tegenwoordigheid te worden toegelaten, moeten we niet alleen rein zijn. We moeten ook veranderd zijn van een zwak zondig mens in een sterk geestelijk mens die in Gods tegenwoordigheid kan vertoeven.’ (‘De verzoening en geloof’, Liahona, april 2008, 12–13.)

Ons onderwijs verbeteren

Leef zo dat u de leiding van de Geest waardig blijft. Als u het evangelie naleeft, bent u het gezelschap van de Heilige Geest waardig, en Hij is de ware leerkracht. Als u naar zijn leiding streeft, geeft de Heilige Geest u gedachten en ingevingen zodat u weet hoe u aan de behoeften van uw cursisten tegemoet kunt komen. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland5.)