‘13–19 april. Mosiah 1–3: “Vervuld met liefde jegens God en alle mensen”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Boek van Mormon 2020 (2020)
‘13–19 april. Mosiah 1–3’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2020
13–19 april
Mosiah 1–3
‘Vervuld met liefde jegens God en alle mensen’
Er staan in Mosiah 1–3 veel beginselen die u klassikaal kunt bespreken. Bid om leiding zodat u weet welke beginselen voor uw klas het zinvolst zijn.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Gun de klas een kans om over hun individuele of gezinsstudie van Mosiah 1–3 te vertellen door ze te vragen aan iemand anders een vers voor te lezen dat zij inspirerend vonden.
In de leer onderwijzen
Het woord Gods ontvangen, vergt voorbereiding.
-
U zou een bespreking kunnen beginnen over onze voorbereiding om het woord van God te ontvangen, door te bespreken wat de gevolgen zijn als we ons al dan niet op andere zaken voorbereiden. Welke uitwerking had hun voorbereiding of gebrek eraan op iets dat hen op school, op het werk of bij een activiteit overkwam. Daarna kunt u de ene helft van de klas vragen om Mosiah 2:1–9 te lezen en er op te letten hoe het volk van koning Benjamin zich voorbereidde om het woord Gods te ontvangen. De andere helft kan in dezelfde verzen zoeken naar wat koning Benjamin deed om te tonen hoe hij over het woord Gods en de behoefte om het te verkondigen dacht. Laat iedere groep over hun ideeën vertellen. Wat kunnen wij van deze verzen leren dat ons helpt met onze voorbereiding om het woord van God te ontvangen?
Wanneer wij andere mensen dienen, dan dienen wij ook God.
-
Koning Benjamin was een voorbeeldige dienaar voor God en de mensen rondom hem. Wat kan uw klas van hem leren zodat ze anderen beter kunnen dienen? Begin de bespreking eventueel door de klas te vragen hindernissen op te sommen waar mensen mee te maken krijgen bij dienstbetoon, zoals redenen waarom we niet dienen of waarom ons dienstbetoon niet zo effectief is als het zou kunnen zijn. Dan kunnen ze Mosiah 2:10–26 bestuderen en de beginselen opschrijven die koning Benjamin heeft onderwezen over anderen dienen. Die kunnen hen namelijk helpen met het overwinnen van de hindernissen die ze hebben opgeschreven. Hoe kunnen we ons individueel en als gezin dagelijks dienstbaar opstellen? Het verhaal van president Thomas S. Monson in de ‘Bijkomende leermiddelen’ bevat een suggestie.
-
Een lofzang zoals ‘Een arme zwerver, moed’ en mat’ (Lofzangen, nr. 29) of een video zoals ‘The Old Shoemaker’ (ChurchofJesusChrist.org) kunnen de boodschap in Mosiah 2:17 bevestigen: wanneer we anderen dienen, dienen we God. Hoe kunt u zulke middelen gebruiken om de boodschap van koning Benjamin te versterken? Misschien kan uw klas vertellen hoe het was om iemand te dienen of door iemand op de wijze van Christus gediend te worden. Lees of toon eventueel dit citaat van president Henry B. Eyring bij uw bespreking: ‘Als we iemand hulp bieden, voelt dat voor de Heiland alsof we Hem de helpende hand bieden.’ (‘Is dit niet het vasten dat Ik verkies?’, Liahona, mei 2015, 22.) Waarom dienen we God als we anderen dienen?
Geluk volgt op het onderhouden van Gods geboden.
-
Het kan zinvol zijn met een definitie van geluk te beginnen om de klas te laten nadenken ‘over de gezegende en gelukkige toestand van hen die de geboden van God onderhouden’. Hoe zouden de leden het geluk omschrijven dat uit gehoorzaamheid aan God voortkomt? Misschien kunnen ze zich voorstellen dat ze een vriend of vriendin hebben die zegt dat hij of zij gelukkig is zonder de geboden te onderhouden. Vraag ze Mosiah 2:38–41 te lezen en te bespreken hoe ze hun vriend of vriendin het verschil tussen werelds geluk en eeuwig geluk duidelijk kunnen maken. Welke ervaringen of voorbeelden van eeuwig geluk kunnen klasleden geven?
Redding komt alleen ‘door de naam van Christus, de […] Heer’.
-
De boodschap van koning Benjamin bevat krachtige en beschrijvende profetieën over de geboorte, de bediening en het zoenoffer van Jezus Christus. U kunt de klas vragen verzen uit Mosiah 3:1–20 te noemen die indruk op ze maakten en voor een beter begrip van de Heiland en zijn zending zorgden. Laat ze uitleggen waarom die verzen indruk op ze maakten.
-
In de inleiding tot het Boek van Mormon staat dat het boek ‘het heilsplan in grote trekken [weergeeft]’. Om de klas duidelijk te maken hoe de toespraak van koning Benjamin ertoe bijdraagt om dit doel van het Boek van Mormon te verwezenlijken, kunt u op het bord schrijven: Jezus Christus maakt redding mogelijk. De klas kan Mosiah 3:1–20 bestuderen en dan kunnen zij alle beginselen van het heilsplan op het bord schrijven, of u kunt dit zelf doen. Vraag de klas hoe Jezus Christus het heilsplan mogelijk maakt. Gun de klas vervolgens de tijd om Mosiah 3:18-19 te bestuderen, en te vertellen wat we moeten doen om heiligen te worden en verlossing te ontvangen. Hoe helpt de verzoening van Jezus Christus ons om dit bewerkstelligen? Wat vinden de leden van de rol van de Heiland in het heilsplan?
Thuisstudie stimuleren
Zijn uw klasleden ooit door een leerstelling in een toespraak, les of Schrifttekst veranderd? Vertel ze dat ze in Mosiah 4–6 zullen lezen over de indrukwekkende uitwerking die de door koning Benjamin onderwezen beginselen op zijn volk had.
Bijkomende leermiddelen
Anderen dienen.
President Thomas S. Monson heeft gezegd:
‘Enkele jaren geleden las ik een artikel van Jack McConnell, een arts die in het heuvelachtige zuidwesten van Virginia, in de Verenigde Staten, was opgegroeid in een gezin met zeven kinderen van een methodistisch predikant en een thuismoeder. Ze leefden in uiterst eenvoudige omstandigheden. Hij herinnerde zich uit zijn jeugdjaren dat zijn vader, als de hele familie voor het avondeten aan tafel zat, om de beurt aan ieder vroeg: “En, wat heb je vandaag voor iemand anders gedaan?” De kinderen waren vastbesloten om elke dag een goede daad te doen zodat ze hun vader konden vertellen dat ze iemand hadden geholpen. Dr. McConnell noemt deze traditie het waardevolste erfgoed van zijn vader, want die verwachting en die woorden inspireerden hem en zijn broers en zusters ertoe om hun hele leven lang andere mensen te helpen. Toen ze opgroeiden en ouder werden, veranderde hun motivatie om diensten te verlenen in een innerlijk verlangen om andere mensen te helpen.
Dr. McConnell onderscheidde zich niet alleen in zijn medische loopbaan […], maar hij richtte ook een organisatie op die hij Volunteers in Medicine noemde en die gepensioneerd medisch personeel een kans biedt om vrijwilligerswerk te doen in klinieken voor onverzekerde patiënten. Dr. McConnell zei dat zijn vrije tijd sinds zijn pensioen “was opgegaan in zestigurige werkweken van onbetaald werk, maar dat zijn energieniveau was gestegen en hij een voldoening voelde die hij eerder niet had.” [Jack McConnell, ‘And What Did You Do for Someone Today?’, Newsweek, 18 juni 2001, 13.] […]
‘Uiteraard kunnen we niet allemaal een dokter McConnell zijn en klinieken oprichten om de armen te helpen. Maar overal zijn armen met behoeften en ieder van ons kan iets doen om een ander te helpen. […]
‘Mijn broeders en zusters, overal om ons heen zijn mensen die onze aandacht, bemoediging, steun, troost en vriendelijkheid nodig hebben – of het nu familieleden, vrienden, kennissen of vreemden zijn. Wij zijn de handen van de Heer hier op aarde, en wij hebben de opdracht om al zijn kinderen te dienen en op te beuren. Hij is afhankelijk van ieder van ons. […] Mogen wij onszelf de vraag stellen waarmee dr. Jack McConnell en zijn broers en zussen ’s avonds bij de avondmaaltijd werden begroet: ‘Wat heb ik vandaag voor iemand anders gedaan?’ (‘Wat heb ik vandaag voor iemand anders gedaan?’, Liahona, november 2009, 84–87.)