‘26 oktober–1 november. Mormon 1–6: “Ik wilde dat ik u allen […] ertoe kon bewegen u te bekeren”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Boek van Mormon 2020 (2020)
‘26 oktober–1 november. Mormon 1–6’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2020
26 oktober–1 november
Mormon 1–6
‘Ik wilde dat ik u allen […] ertoe kon bewegen u te bekeren’
Let bij het lezen van Mormon 1–6 op beginselen die uw klasleden kunnen helpen om trouw te blijven in tijden van goddeloosheid, zoals Mormon dat heeft gedaan.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Soms aarzelen de leden om over hun inzichten te vertellen omdat ze de tijd nog niet hebben gehad om hun gedachten op een rijtje te zetten. Steun hen hierin door ze enkele minuten de tijd te gunnen om hun inzichten op te schrijven die ze door hun studie van Mormon 1–6 thuis hebben verkregen. Vraag ze daarna hun bevindingen te bespreken.
In de leer onderwijzen
We kunnen ondanks de goddeloosheid om ons heen rechtschapen leven.
-
Veel van uw klasleden kunnen zich inleven in Mormon die probeerde in een goddeloze wereld rechtschapen te leven. Laat ze bespreken wat ze uit zijn voorbeeld geleerd hebben. Om deze bespreking op gang te helpen, vraagt u uw klasleden om de verzen op te zoeken waarin de eigenschappen van Mormon worden benoemd, en deze kwaliteiten op het bord te zetten (zie onder meer Mormon 1:2–3, 15–16; 2:1, 23–24; 3:1–3, 12, 17–22). Hoe hebben deze eigenschappen Mormon geholpen om geestelijk sterk te blijven? Hoe kunnen ze ons meer op Mormon laten lijken?
-
Mormon schreef vaak rechtstreeks aan de mensen in onze tijd. Wat leren we uit de woorden die hij in Mormon 3:17–22 en 5:10–24 aan ons heeft gericht? Geef ieder klaslid een stukje papier waar bovenaan ‘Mormons raad aan ons’ geschreven staat en vraag hun om in deze verzen naar boodschappen te zoeken die voor ons relevant zijn. Hoe kunnen we Mormons raad om in de hedendaagse wereld geestelijk sterk te blijven op onszelf toepassen?
-
Als u jongeren lesgeeft, kunt u ze aan de hand van Mormons voorbeeld duidelijk maken dat ze al rechtschapen leiders kunnen zijn wanneer ze nog jong zijn. Als u volwassenen onderwijst, kunt u dit voorbeeld gebruiken als aanleiding voor een bespreking van de kansen om jongeren te helpen om goede leiders te worden. Begin de bespreking door enkele klasleden te vragen Mormon 1 door te nemen, en anderen om Mormon 2 vluchtig te lezen, en ze daarbij te laten letten op de kansen die Mormon in zijn vroege jaren kreeg. Welke eigenschappen maakten hem tot een goede leider? Uw klasleden kunnen vertellen wanneer ze de krachtige invloed van rechtschapen jongeren en kinderen hebben gezien. Ze kunnen ook de kansen bespreken die zij of jongeren die zij kennen hebben om leiders te zijn met de eigenschappen die Mormon had.
Bekering vereist een gebroken hart en een verslagen geest.
-
Om het verschil te leren tussen droefheid die tot bekering aanzet en droefheid die dit niet doet, kunt u Mormon 2:10–15 klassikaal lezen en vragen als deze bespreken: Welke rol vervult ‘droefheid’ bij bekering? Wat is het verschil tussen ‘droefheid […] tot bekering’ en de ‘droefheid van de verdoemden’? Welke houdingen en gedragingen helpen ons om ‘een gebroken hart en een verslagen geest’ te krijgen?
We kunnen anderen liefhebben, ook als we het niet met hun keuzes eens zijn.
-
Net zoals Mormon gaan veel leden in uw les nauw om met mensen die hun geloofsovertuigingen niet delen. Hoe kunt u aan de hand van Mormons ervaring uw klasleden leren hoe ze anderen ondanks hun verschillen lief kunnen hebben? Lees Mormon 3:12 klassikaal en bespreek wanneer Mormon liefde betoonde aan wie zijn boodschap verwierpen en zich bewust tegen God verzetten (zie bijvoorbeeld Mormon 1:16–17; 2:12). Welke ervaringen hebben uw klasleden gehad met anderen liefhebben die hun geloofsovertuigingen of waarden niet aanhingen? De uitspraak van ouderling Dallin H. Oaks in de ‘Bijkomende leermiddelen’ bevat aanvullende raadgevingen.
Jezus Christus staat met open armen klaar om ons te ontvangen.
-
Mormons beschrijving van de Heiland die ‘met open armen [klaarstaat] om ons te ontvangen’ kan hoop schenken aan wie niet meer inziet hoe ze vergeving voor hun zonden kunnen ontvangen. Lees Mormon 6:17 klassikaal en laat een afbeelding van Jezus Christus met uitgestrekte open armen zien (zoals Evangelieplatenboek, nr. 66). Wat leren we uit dit vers over het enthousiasme van de Heiland om ons te helpen? U kunt ook samen een lofzang zingen waarin een soortgelijke boodschap wordt onderwezen, zoals ‘O, komt tot Jezus’ (Lofzangen, nr. 85). U kunt ook de ervaring van president Russell M. Nelson in de ‘Bijkomende leermiddelen’ laten voorlezen en uw klasleden vragen om te bespreken hoe ze anderen kunnen helpen inzien dat bekering mogelijk blijft.
Thuisstudie stimuleren
Vraag uw klasleden te bedenken wat ze in een brief aan mensen in de toekomst zouden zetten. In Mormon 7–9 lezen we dat Mormon en Moroni eeuwen geleden aan de mensen in onze tijd hebben geschreven.
Bijkomende leermiddelen
Anderen die niet hetzelfde geloof hebben liefhebben.
President Dallin H. Oaks heeft uitgelegd:
‘We moeten allemaal de evangelieleringen volgen om onze naaste lief te hebben en ruzie te mijden. Volgelingen van Christus moeten een voorbeeld van hoffelijkheid zijn. We moeten alle mensen liefhebben, goed naar hen luisteren en respect voor hun oprechte overtuiging opbrengen. Hoewel we van mening kunnen verschillen, hoeven we niet onaangenaam te zijn. Ons standpunt en onze communicatie over controversiële onderwerpen hoeven niet polemisch te zijn. We moeten verstandig zijn als we ons standpunt innemen, het uitleggen en invloed proberen uit te oefenen. Daarbij vragen we van anderen dat ze geen aanstoot nemen aan onze oprechte geloofsovertuiging en de uitoefening van ons recht op godsdienstvrijheid. We sporen iedereen aan om de gulden regel van de Heiland in praktijk te brengen: “Alles dan wat u wilt dat de mensen u doen, doet u hun ook zo” (Mattheüs 7:12).
‘Als ons standpunt wordt afgewezen, dienen we het teleurstellende resultaat minzaam te aanvaarden en hoffelijk met onze tegenstanders om te gaan.’ (‘Anderen liefhebben en omgaan met verschillen’, Liahona, november 2014, 27.)
Bekering is mogelijk.
President Russell M. Nelson heeft over de volgende ervaring verteld:
‘Toen ouderling David S. Baxter en ik vorig jaar naar een ringconferentie reden, stopten we bij een restaurant. Toen we later naar onze auto terugliepen, werden we door een vrouw aangesproken. […] Ze vroeg of wij ouderlingen van de kerk waren. We zeiden ja. Bijna zonder gêne vertelde ze ons het verhaal van haar tragische leven, vol zonde. Nu, op 28-jarige leeftijd, was ze er slecht aan toe. Ze voelde zich waardeloos en had niets om voor te leven. Terwijl ze sprak, konden we merken dat ze een lief karakter had. Met tranen in haar ogen vroeg ze of er enige hoop voor haar was, een weg uit haar hopeloze situatie.
‘We zeiden: “Ja, er is hoop. Hoop en bekering gaan hand in hand. Je kunt veranderen. Je kunt ‘tot Christus komen en in Hem vervolmaakt worden’” [zie Moroni 10:32]. We moedigden haar aan om haar bekering niet uit te stellen [zie Alma 13:27; 34:33]. Ze huilde deemoedig en bedankte ons oprecht.
‘Toen ouderling Baxter en ik weer op weg waren, dachten we verder over die situatie na. We dachten aan de raad die Aäron een hopeloze ziel gaf: “Indien u zich bekeert van al uw zonden, en u neerbuigt voor God en zijn naam in geloof aanroept, […] dan zult u de hoop ontvangen waarnaar u verlangt” [Alma 22:16]. […]
‘Voor de 28-jarige vrouw in het moeras van zonde, en voor een ieder van ons, verklaar ik dat de genoegzame zegen van bekering mogelijk is. En dat is mogelijk door volledige ommekeer richting de Heer en zijn heilig werk.’
President Nelson heeft hierbij opgemerkt: ‘We denken ook aan de zondige mensen onder de zorg van hun leider, Mormon. Hij schreef: “Ik was zonder hoop, want ik kende de oordelen van de Heer die over hen zouden komen; want zij bekeerden zich niet van hun ongerechtigheden, maar vochten voor hun leven zonder het Wezen aan te roepen dat hen geschapen had” (Mormon 5:2).’ (‘Bekering en verandering’, Liahona, mei 2007, 102, 104.)