Kom dan en volg Mij
7–13 januari. Mattheüs 1; Lukas 1: “Laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord”


‘7–13 Januari. Mattheüs 1; Lukas 1: “Laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord”’ Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2019 (2019)

‘7–13 Januari. Mattheüs 1; Lukas 1’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2019

Maria en Elizabet

7–13 januari

Mattheüs 1; Lukas 1

‘Laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord’

Lees nu eerst Mattheüs 1 en Lukas 1 en schrijf uw ingevingen op alvorens enig bijkomend studiemateriaal te lezen. Laat de Geest uw voorbereiding leiden. Kijk dan de ideeën in dit lesschema en in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen door.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Gun de deelnemers aan de les enkele minuten om Mattheüs 1 of Lukas 1 te opnieuw bekijken. Vraag ze wat hun favoriete vers is en wat ze geleerd hebben. Misschien is het nuttig kort samen te vatten wat er in deze hoofdstukken gebeurt om zo wat context voor die verzen te geven.

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Mattheüs 1:18–25; Lukas 1:5–80

Onze hemelse Vader werkt door middel van zijn getrouwe kinderen om zijn doeleinden te vervullen.

  • De leden van de klas hebben meer kans op een zinvolle ervaring hebben door hun studie van het Nieuwe Testament, als zij kunnen leren van de ervaringen van de mensen over wie ze lezen. Om daaraan bij te dragen schrijft u de namen van de mensen die in Mattheüs 1 en Lukas 1 voorkomen op het bord. Zet er ook de Schriftverwijzingen als volgt bij:

    Laat de mensen in de les een persoon kiezen waarover ze meer willen weten, de bijhorende verzen lezen en een klasgenoot vertellen wat ze van de ervaringen van die persoon hebben geleerd. Hoe kunnen we het getrouwe voorbeeld van die persoon volgen?

    Gabriël verschijnt aan Maria

    De aankondiging des Heren, John Scott

  • Opdat de deelnemers nadenken over het karakter van Maria en haar rol in het plan van onze Vader, toont u de video’s ‘An Angel Foretells Christ’s Birth to Mary’ en ‘Mary and Elisabeth Rejoice Together’ (op LDS.org). Of lees klassikaal Lukas 1:26–38, 46–56 en besteed daarbij aandacht aan de woorden van Maria en wat die over haar karakter zeggen. Wat komen we nog meer over Maria te weten? Wat leert ze ons over aanvaarding van Gods wil?

Lukas 1:5–25

Gods zegeningen komen op zijn eigen tijd.

  • Er zijn in uw klas misschien mensen, die net zoals Elizabet en Zacharias, een rechtvaardig leven leiden en een verhoopte zegen nog niet ontvangen hebben. Hoe kunnen ze door uw hulp van het voorbeeld van Elizabet en Zacharias leren? U kunt de klasleden eerst vragen hun eigen verhoopte zegeningen op te schrijven. Laat ze dan Lukas 1:5–25 bestuderen, zodat ze van Elizabet en Zacharias kunnen leren wat op de Heer wachten betekent. Ze kunnen ook de citaten in ‘Bijkomende leermiddelen’ lezen en overdenken. Spoor hen aan wat ze leren naast de verhoopte zegening te schrijven en als het gepast is, aan de klas te vertellen.

  • Kennen de leden nog andere voorbeelden uit hun leven of de Schriften van wachten op de tijd van de Heer? Wat kunnen we van deze voorbeelden leren?

Lukas 1:26–38

‘Geen ding zal bij God onmogelijk zijn.’

  • Misschien vragen de mensen in de les zich net als Maria af, hoe Gods plannen voor hen en zijn beloften aan hen vervuld kunnen worden. Maak ze duidelijk dat met de macht van God alle dingen mogelijk zijn door de afbeelding De aankondiging: De engel Gabriël verschijnt aan Maria (Evangelieplatenboek, 28) te tonen en samen Lukas 1:26–38 te lezen. Wat leren we over het schijnbaar onmogelijke doen uit de woorden en daden van Maria? Vraag de deelnemers aan de les naar ervaringen waarbij God hen heeft geholpen iets te bereiken wat ze onmogelijk hadden geacht. Voor een modern voorbeeld van heiligen die met de hulp van God iets bereikten wat onmogelijk leek, bekijkt u de video ‘Sealed Together: The Manaus Temple Caravan’ (LDS.org).

  • Het leven van de Heiland was het bewijs van wat Gabriël had gezegd: ‘Geen ding zal bij God onmogelijk zijn.’ (Lukas 1:37). Om dit beginsel te illustreren, kunt u de leden vragen wanneer de Heiland het schijnbaar onmogelijke deed om de wil van zijn Vader te vervullen (zie bijvoorbeeld Johannes 9:1–7). Laat de mensen in de les beter begrijpen hoe dit beginsel voor hen werkt door ze vragen te stellen als: Wat verandert er voor u nu u weet dat bij God niets onmogelijk is? Hoe verandert het hoe u in de kerk dient? Of met uw familie omgaat? Vergelijk misschien ook Lukas 1:37 met de woorden van de Heiland in Markus 14:36.

Mattheüs 1:18–25; Lukas 1:26–55

Jezus Christus is de Zoon van God.

  • Een hoofddoel van Mattheüs, Lukas en de andere auteurs van de evangeliën was getuigen dat Jezus Christus de Zoon van God is. Hoe zorgt u ervoor dat klasleden dit doel herkennen in de allereerste hoofdstukken die zij in het Nieuwe Testament lezen? Hier is een idee: verdeel de klas in groepen of koppels en geef elke groep een deel van de verzen uit Mattheüs 1 of Lukas 1. Laat ze zoeken naar gebeurtenissen of woorden die hun geloof in de zending van Jezus Christus als de zoon van God versterken, en die aan de klas vertellen. U kunt bijvoorbeeld de volgende passages aanraden: Mattheüs1:18–25 en Lukas 1:26–38, 39–45, 46–55. Stel de klas voor dat ze dit jaar bij het bestuderen van het Nieuwe Testament een lijst bijhouden van passages die een getuigenis vormen dat Jezus Christus de Zoon van God is. U kunt die lijst ook klassikaal bijhouden.

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Motiveer de leden van de klas om Mattheüs 2 en Lukas 2 voor de les van volgende week te lezen. Zeg dat zij, als zij het verhaal van de geboorte van onze Heiland met een gebed in hun hart lezen, nieuwe inzichten krijgen, zelfs als ze het al vaak gelezen hebben.

Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

Mattheüs 1; Lukas 1

Op de Heer wachten.

Ouderling Neal A. Maxwell heeft gezegd: ‘Geloof omvat ook een vertrouwen in Gods timing, want Hij heeft gezegd: “Alle dingen moeten op hun tijd geschieden” (LV 64:32).’ (‘Lest Ye Be Wearied and Faint in Your Minds’, Ensign, mei 1991, 90.)

President Dieter F. Uchtdorf heeft gezegd:

‘Ieder van ons is geroepen om op zijn eigen manier te wachten. We wachten op een antwoord op onze gebeden. We wachten op dingen die op dat moment zo juist en goed voor ons lijken, dat we ons helemaal niet kunnen indenken waarom onze hemelse Vader ons op het antwoord zou willen laten wachten.

‘Ik herinner me dat ik me aan het voorbereiden was op mijn opleiding tot straaljagerpiloot. Een groot deel van de voorbereidende militaire opleiding bestond uit lichamelijke oefening. […] We liepen en we liepen en we liepen nog meer.

‘Onder het hardlopen merkte ik iets dat me dwars zat, om heel eerlijk te zijn. Ik werd telkens weer ingehaald door mannen die rookten, dronken en van alles deden dat tegen het evangelie en met name het woord van wijsheid indruiste.

‘Ik herinner me dat ik dacht: Wacht eens even! Word ik niet geacht te kunnen lopen en niet mat te worden? Maar ik was mat en ik werd ingehaald door mensen die zich beslist niet aan het woord van wijsheid hielden. Ik beken dat het me toen wel dwars zat. Ik vroeg mij af: “Was die belofte nu waar of niet?”

‘Ik kreeg het antwoord niet meteen. Maar uiteindelijk kwam ik erachter dat Gods beloften niet altijd zo snel worden vervuld als we willen, of niet op de manier waar we op hopen; ze worden vervuld in zijn tijd en op zijn wijze. Jaren later zag ik duidelijk het bewijs van de stoffelijke zegeningen die we krijgen als we ons aan het woord van wijsheid houden – naast de geestelijke zegeningen die we onmiddellijk krijgen door gehoorzaamheid aan een van Gods wetten.’ (‘Ga voort in geduld’, Liahona, mei 2010, 58.)

Ons onderwijs verbeteren

Moedig de cursisten aan om de Schriften thuis te bestuderen. Een manier om dat te doen is in de les tijd te voorzien, zodat de aanwezigen over inzichten kunnen vertellen die ze tijdens hun studie als individu of als gezin hebben gekregen. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland29.)