21–27 januari

Johannes 1

Wij hebben de Messias gevonden

Lees nu eerst Johannes 1 en schrijf uw ingevingen op voordat u ander studiemateriaal leest. Zo nodigt u de Geest bij uw voorbereiding uit. Met behulp van Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen en de volgende ideeën kunt u de mensen in uw klas inspireren om de leer uit dit hoofdstuk te begrijpen en toe te passen.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen stimuleren

Om actieve deelname aan de les te bevorderen kunt u de leden voorstellen om vragen, opmerkingen en inzichten uit hun studie op strookjes papier te schrijven. Stop de strookjes in een doos. Neem dan strookjes uit de doos en bespreek die klassikaal.

In de leer onderwijzen

Johannes 1:1–5

Jezus Christus was ‘in het begin bij God.’

• Johannes begint zijn getuigenis van Christus door van de rollen van de Heiland vóór zijn geboorte te getuigen. Wat zei Johannes over de vooraardse Jezus Christus? Waarom is het belangrijk dat u de vooraardse rollen van Christus kent? Schrijf die vragen eventueel op het bord en vraag de mensen in Johannes 1:1–5 (zie ook de Bijbelvertaling van Joseph Smith, Johannes 1:1–5 [in de Gids bij de Schriften]) en in het citaat van ouderling James E. Talmage in de ‘Bijkomende leermiddelen’ naar de antwoorden te zoeken. Welke andere Schriftteksten kennen de klasleden waaruit ze meer over de vooraardse Christus leren? (Zie bijvoorbeeld ‘Jezus Christus’ in de Gids bij de Schriften.) U kunt ook klassikaal de ‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’ bestuderen. (Liahona, april 2000, 2.)

• Als u naar aanleiding van deze verzen de schepping van de Heer wilt bespreken, kunt u Johannes 1:3 lezen en prachtige afbeeldingen van de aarde tonen. U kunt de video ‘Our Home’ tonen (lds.org/topics/environmental-stewardship-and-conservation). Vraag de mensen in de klas hoe zij de liefde van de Heiland door zijn scheppingen ervaren.

Johannes 1:1–14

Jezus Christus is het Licht.

• Door zichtbaar licht begrijpen we de symboliek van geestelijk licht beter. Hoe kunt u deze symboliek aan de klas duidelijk maken? U kunt het licht in het lokaal doven en een zaklamp gebruiken om het contrast tussen licht en duisternis te tonen. Laat de aanwezigen dan elke vermelding van het woord licht in Johannes 1:1–14 opzoeken en vraag hoe de Heiland en zijn evangelie hen geestelijk verlichten. Hoe hebben de leden in de les zijn licht ervaren? U kunt ze ook meer over het licht van Christus in Leer en Verbonden 84:45–46 en LV 88:11–13 laten lezen, of u kunt ze naar ‘licht van Christus’ in de Gids bij de Schriften verwijzen. Hoe kunnen we een licht voor de wereld zijn?

  

  De Heiland en zijn evangelie geven geestelijk licht.

• Omdat Johannes 1:1–14 symbolisch geschreven is, kan het moeilijk te begrijpen zijn. Het evangelie van Johannes zou begrijpelijker kunnen worden als de klasleden een lijst maken waarop alle herhaalde woorden en zinsneden in deze verzen staan en dan bespreken wat elk ervan ons over de Heiland leert.

• U kunt de deelnemers aan de les deze verzen laten overdenken door ze enkele afbeeldingen te tonen (toon ook de afbeelding uit het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen) die aspecten van het leven en de goddelijke zending van Jezus Christus laten zien. Vraag de mensen in de les Johannes 1:1–14 te doorzoeken op woorden en zinsneden die als titels voor de afbeeldingen geschikt zijn.

Johannes 1:35–51

We kunnen een eigen getuigenis van de Heiland krijgen en anderen aansporen te ‘Kom[en] en zie[n].’

• De uitnodiging ‘Kom en zie’ staat tweemaal in Johannes 1 (zie verzen 40, 47). We hebben misschien niet de kans de Heiland in levenden lijve te zien zoals Andreas en Nathanaël, maar we kunnen wel aan dezelfde aansporing gevolg geven. Vraag de deelnemers aan de les eventueel wat ‘Kom en zie’ tegenwoordig wil zeggen en hoe zij het verkrijgen van een getuigenis van de Heiland ervaarden.

• Vraag de leden in de klas hoe zij het evangelie van Jezus Christus bij anderen hebben geïntroduceerd om een bespreking over deze verzen te beginnen. Tegen wie hebben ze gezegd: ‘Kom en zie’? Wat leren Andreas en Filippus ons over getuigen van Christus?

• Soms spreken mensen niet over het evangelie omdat ze het intimiderend of ingewikkeld vinden. De verhalen in Johannes 1:35–51 tonen dat het evangelie verkondigen eenvoudig en natuurlijk kan zijn. Vraag de klasleden deze verzen te lezen en te bespreken hoe ze daarmee iemand kunnen steunen wie over het evangelie vertellen zenuwachtig maakt. Met het citaat van ouderling Neil L. Andersen in ‘Bijkomende leermiddelen’ kunnen ze ideeën opdoen. (Zie ook de video ‘Good Things to Share’ op LDS.org.)

Thuisstudie stimuleren

Om de mensen in de klas aan te sporen Mattheüs 3, Markus 1 en Lukas 3 te bestuderen, vraagt u hun aan iemand te denken die ze naar Christus willen leiden. Leg uit dat ze in deze hoofdstukken over een profeet gaan lezen wiens zending het was de mensen voor te bereiden om de Heiland te ontvangen.

Bijkomende leermiddelen

Johannes 1

Jezus Christus was vanaf het begin bij de Vader.

Ouderling James E. Talmage heeft gezegd: ‘Dat het Woord Jezus Christus is, die vanaf [het] begin bij de Vader was en die Zelf ook met de machten en de status van Godschap bekleed was en die in de wereld is gekomen en zich onder de mensen heeft begeven, is zeker bevestigd. Deze stellingen worden door een openbaring aan Mozes gesteund. Hij mocht vele scheppingen van God zien en de stem van de Vader daarover horen: “En door het woord van mijn macht heb ik ze geschapen, hetwelk mijn eniggeboren Zoon is, die vol genade en waarheid is. [Mozes 1:32, 33]”’ (Jesus the Christ, 3e editie [1916], 10).

We kunnen anderen aansporen om te komen en zien.

Ouderling Neil L. Andersen heeft gezegd:

‘De Heiland heeft ons geleerd hoe we het evangelie moeten uitdragen. Ik hou van het verhaal van Andreas die vroeg, “Rabbi (wat vertaald wil zeggen: Meester), waar woont U?” [Johannes 1:39]. Jezus had alleen kunnen zeggen waar Hij woonde. Maar in plaats daarvan zei hij tegen Andreas, “Kom en zie” [Johannes 1:40]. Ik denk graag dat de Heiland zei: “Kom en zie niet alleen waar ik leef, maar hoe ik leef. Kom, en zie wie Ik ben. Kom en voel de Geest.” We weten niet alles over die dag, maar we weten wel dat Andreas zijn broer Simon vond en verklaarde: “Wij hebben de [Christus] gevonden” [Johannes 1:41].

‘Voor hen die interesse tonen in wat wij te vertellen hebben, kunnen we het voorbeeld van de Heiland volgen en hen uitnodigen: “Kom en zie”. Sommigen zullen die uitnodiging aannemen, anderen niet. We kennen allemaal wel iemand tegen wie verschillende keren “kom en zie” is gezegd, voordat ze de uitnodiging aannamen. Laten we ook denken aan degenen die eens bij ons waren, maar die we nu nog maar zelden zien, en hen uitnodigen om terug te komen en weer te zien. […]

‘Voor wie internet en een mobieltje heeft, zijn er nieuwe manieren om anderen de uitnodiging “kom en zie” te geven. Laten we er een dagelijkse gewoonte van maken om online ons getuigenis te geven.’ (‘Het is een wonder’, Liahona, mei 2013, 79.)

Van muziek kunnen we over Christus leren.

Gebruik eventueel de lofzang ‘Voor de schepping, goed en mooi’, Lofzangen, nummer 92, wanneer u de rol van de Heiland als Schepper bespreekt (zie Johannes 1:3). U kunt ook de video ‘For the Beauty of the Earth’ op mormontabernaclechoir.org tonen.

Ons onderwijs verbeteren

Help cursisten de Schriften op zichzelf toepasselijk te maken. Dezelfde aansporing die Christus aan zijn discipelen gaf – ‘Kom en zie’ – kan bij de deelnemers aan uw les het verlangen aanwakkeren om de Heiland te volgen. Moedig de cursisten aan de beginselen uit de Schriften op zichzelf toe te passen en laat ze anderen aansporen om hetzelfde te doen. (Zie 1 Nephi 19:23; Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 21.)