‘28 januari–3 februari. Mattheüs 3; Markus 1; Lukas 3: “Maak de weg van de Heere gereed”’ Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2019 (2019)
‘28 januari–3 februari. Mattheüs 3; Markus 1; Lukas 3’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2019
28 januari–3 februari
Mattheüs 3; Markus 1; Lukas 3
Bereid de weg des Heren
Schrijf uw ingevingen op terwijl u Mattheüs 3; Markus 1; en Lukas 3 leest en overdenkt. Hierdoor nodigt u de Geest bij uw voorbereiding uit. Met de suggesties in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen en de volgende ideeën kunt u de mensen in uw klas inspireren om de leer uit deze Schriftteksten te begrijpen en toe te passen.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Laat de aanwezigen vertellen hoe leren uit het nieuwe Testament hen tot zegen is. Zet daartoe de volgende vraag op het bord: Wat hebt u gedaan door wat u deze week in het Nieuwe Testament hebt gelezen?
In de leer onderwijzen
Discipelen bereiden zichzelf en anderen voor om Jezus te ontvangen.
-
Hoe bereiden we ons voor op het bezoek van een belangrijke gast? Met zo’n vraag kunt u de bespreking inleiden over Johannes de Doper, die de mensen erop voorbereidde om Jezus Christus te ontvangen. Verdeel de klas eventueel in drie groepen om Mattheüs 3:1–6; Mattheüs 3:7–12; en Lukas 3:10–15 te lezen. Laat ze daarbij onderzoeken hoe Johannes de Doper mensen voorbereidde om Jezus Christus te ontvangen. Laat daarna iedere groep om de beurt over hun bevindingen vertellen.
-
Net zoals Johannes de Doper helpen de levende profeten ons om ons erop voor te bereiden de Heiland te ontvangen. Neem de leringen van Johannes de Doper in Mattheüs 3:1–12 en Lukas 3:2–18 en wat raad van de laatste algemene conferentie door om het verband tussen de hedendaagse profeten en Johannes de Doper duidelijk te maken. Hoe draagt deze profetische raad bij aan onze voorbereiding om de Heiland te ontvangen?
-
Met de Bijbelvertaling van Joseph Smith, Lukas 3:4–11 (in de Gids bij de Schriften) krijgt u nog meer inzicht in de zending van Jezus Christus dan wat al in Lukas 3:4–6 staat. Wat leren de leden in de les uit deze verzen over de Heiland en onze noodzaak tot bekering?
We dienen ‘vruchten in overeenstemming met de bekering [voort]’ te brengen.
-
Johannes de Doper leert de mensen in Lukas 3:8 dat zij, vóór zij kunnen worden gedoopt, ‘vruchten’, of bewijs, van hun bekering moeten tonen. Hoe kunt u ervoor zorgen dat de deelnemers aan de les het bewijs van hun eigen bekering herkennen? Vraag ze om in Lukas 3:8–14 op te zoeken wat Johannes als de ‘vruchten’ van bekering beschouwde. Of ze kunnen Moroni 6:1–3 en Leer en Verbonden 20:37 bestuderen. Teken eventueel een fruitboom op het bord en laat de leden in de les de ‘vruchten’ van bekering die ze hebben gevonden in de vruchten aan de boom schrijven. Dit is misschien het uitgelezen moment om te bespreken wat oprechte bekering betekent. Wijs erop dat een manier om ‘zijn paden recht’ te maken (Lukas 3:4) is ons bekeren van alle hindernissen die de Geest zouden belemmeren om ons te bereiken.
-
Lofzang Heer, geef mij meer reinheid (Lofzangen, nummer 94) zingen kan een bespreking uitlokken over hoe we door bekering meer als de Heiland worden. Voor een muziekclip van de lofzang in het Engels [More Holiness Give Me] zie mormontabernaclechoir.org.
Wij volgen Jezus Christus als we ons laten dopen en de Heilige Geest ontvangen.
-
Bespreek de doop van Jezus Christus aan de hand van dit idee: vraag de mensen in de les hoe zij met gebruik van Mattheüs 3:13–17 iemand (bijvoorbeeld een kind of een andersgelovige) over de doop zouden kunnen onderwijzen. (Zij kunnen ook de afbeelding in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen gebruiken.) Welke belangrijke elementen van de doop zouden zij benadrukken? Ze kunnen hun ideeën oefenen door elkaar te onderwijzen.
-
Vraag de mensen in de klas Mattheüs 3:13–17 en de uitspraak van ouderling Robert D. Hales in ‘Bijkomende leermiddelen’ te lezen om zich hun eigen doop te herinneren en na te denken over het belang van hun doopverbonden. Sommige leden willen misschien graag vertellen hoe ze zich over hun doop en hun doopverbonden voelen. Ze kunnen ook ‘Kom, volg Mij na’ (Lofzangen, nummer 82) samen zingen.
-
Johannes de Doper onderwees dat de Heiland zou dopen ‘met de Heilige Geest en met vuur’ (Mattheüs 3:11). De doop met vuur vindt plaats als we worden bevestigd en de gave van de Heilige Geest ontvangen. Waarom hebben we de gave van de Heilige Geest nodig om in het koninkrijk van God vooruit te komen? Welk effect hebben de doop met vuur en de Heilige Geest op ons? (zie Alma 5:14). De video ‘Baptism of the Holy Ghost’ (LDS.org) kan aan deze bespreking bijdragen.
-
Hier volgt een activiteit met het doel dat de leden in de klas de leer van de doop verder bespreken. Schrijf de volgende vragen op het bord en de volgende Schriftverwijzingen op strookjes papier. Laat de mensen in de les strookjes kiezen en dan elke Schrifttekst klassikaal lezen. Bespreek welke Schrifttekst het beste welke vraag beantwoordt. Zijn er nog andere Schriftteksten die een antwoord op deze vragen bevatten?
-
Wat staat er in de Schriften over de noodzaak van de doop? (3 Nephi 11:38)
-
Waar is de doop door onderdompeling een symbool van? (Romeinen 6:3–5)
-
Hoe horen mijn doopverbonden mijn levenswijze te veranderen? (Mosiah 18:8–10)
-
Waarom dopen we geen kinderen? (Moroni 8:8–12)
-
Waarom is het belangrijk dat een doop wordt verricht door iemand met gezag en niet alleen met een oprechte bedoeling? (Hebreeën 5:4)
-
Als ik al in een andere kerk gedoopt ben, waarom moet ik me dan weer laten dopen? (LV 22:1–4)
-
Waarom moet de doop worden gevolgd door het ontvangen van de gave van de Heilige Geest? (Johannes 3:5)
-
Thuisstudie stimuleren
Spoor de klasleden aan Mattheüs 4 en Lukas 4–5 thuis te bestuderen en aan een verleiding te denken die ze trotseren. Vertel ze dat ze uit deze hoofdstukken leren wat de Heiland deed toen Hij werd verleid.
Bijkomende leermiddelen
De betekenis van onze doopverbonden.
Ouderling Robert D. Hales verklaarde:
‘Als we ons doopverbond en de gave van de Heilige Geest begrijpen, zal dat ons leven veranderen en wijden we onze volledige getrouwheid aan het koninkrijk van God toe. […] ‘Het koninkrijk van God binnengaan is zo belangrijk dat Jezus Zich heeft laten dopen om ons te tonen “hoe nauw het pad en hoe smal de poort is waardoor [wij] moeten binnengaan” (2 Nephi 31:9). […]
‘Als wij het voorbeeld van Jezus volgen, laten wij ook zien dat we ons zullen bekeren en de geboden van onze Vader in de hemel gehoorzaam zullen onderhouden. We vernederen ons met een gebroken hart en een verslagen geest door onze zonden te erkennen en vergeving voor onze overtredingen te vragen (zie 3 Nephi 9:20). We sluiten een verbond dat we gewillig zijn de naam van Jezus Christus op ons te nemen en Hem altijd indachtig te zijn. […]
‘Door voor [Gods] koninkrijk te kiezen, onderscheiden wij ons van de wereld, zonder ons te isoleren. Onze kleding is fatsoenlijk, onze gedachten zijn rein, onze taal is netjes. De films en televisieprogramma’s die we bekijken, de muziek waarnaar we luisteren, de boeken, tijdschriften en kranten die we lezen, zijn opbouwend. We kiezen vrienden die achter onze eeuwige doelen staan, en we behandelen anderen vriendelijk. We mijden de ondeugden van onzedelijkheid, gokken, tabak, drank en drugs. Onze zondagse activiteiten weerspiegelen het gebod van God om de sabbatdag te gedenken en heilig te houden. We volgen het voorbeeld van Jezus Christus door de manier waarop we anderen behandelen. We leven dusdanig dat we het waardig zijn om het huis van de Heer te betreden.’ (Zie ‘Het doopverbond: in het koninkrijk en van het koninkrijk zijn’, Liahona, januari 2001, 7–9.)