Kom dan en volg Mij
2–8 september. 1 Korinthe 14–16: “God is geen God van wanorde, maar van vrede”


‘2–8 september. 1 Korinthe 14–16: “God is geen God van wanorde, maar van vrede”’ Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2019 (2019)

‘2–8 september. 1 Korinthe 14–16’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2019

doopvont in de tempel

2–8 september

1 Korinthe 14–16

‘God is geen God van wanorde, maar van vrede’

Lees 1 Korinthe 14–16 voor u dit lesschema bestudeert. Schrijf uw eerste ingevingen aangaande zinvolle beginselen voor de leden van uw klas op, en blijf tijdens de week op zoek naar meer leiding door de Geest.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Gun de deelnemers aan de les enkele minuten de tijd om 1 Korinthe 14–16 te bestuderen en een vers te kiezen dat hen het meest aanspreekt. Vraag ze daarna iemand in de klas te kiezen aan wie ze hun vers willen voorlezen en uitleggen waarom zij dat vers hebben gekozen.

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

1 Korinthe 14

Wanneer de heiligen samenkomen, horen ze elkaar zoveel mogelijk op te bouwen.

  • Gebruik de leringen van Paulus in 1 Korinthe 14 om de klas eraan te herinneren dat wij elkaar in de kerk allemaal kunnen opbouwen, of ondersteunen en verheffen. Schrijf een vraag op het bord om dit hoofdstuk op een eenvoudige manier samen te vatten, bijvoorbeeld Wat hoort ons doel te zijn als we bijeenkomen? Vraag de mensen in de les in 1 Korinthe 14 naar antwoorden te zoeken. In Moroni 6:4–5 en Leer en Verbonden 50:17–23 kunnen ze ook antwoorden vinden. Wanneer de leden hun antwoorden geven, kunt u hen vragen naar hun inschatting: hoe goed verwezenlijkt hun klas deze doelen? Zij kunnen ook vertellen van ervaringen waarbij zij zich opgebouwd voelden door wat een klaslid zei.

  • Zorg ervoor dat de mensen in de klas Paulus’ raad om naar profeteren te streven begrijpen. Vraag ze definities voor het woord profeteren op te noemen. U of iemand uit de klas kan elke definitie op het bord schrijven, en samen kunt u de definitie van profeteren in de Gids bij de Schriften en de raad van Paulus in 1 Korinthe 14:3, 31, 39–40 bestuderen. Hoe kunnen we met deze informatiebronnen onze definities aanvullen? (Zie ook Openbaring 19:10.) Wat willen we, geïnspireerd door Paulus’ leringen, thuis en in de kerk doen?

1 Korinthe 15

Omdat Jezus Christus is opgestaan, zullen wij ook allemaal opstaan.

  • Hoe kunt u aan de hand van Paulus’ getuigenis in 1 Korinthe 15 het getuigenis van de mensen in uw klas over de opstanding versterken? U kunt de klas bijvoorbeeld in twee groepen verdelen. U vraagt de ene groep in 1 Korinthe 15 de gevolgen op te zoeken die we zouden ondervinden als Jezus Christus niet was opgestaan. De andere groep zoekt naar de zegeningen die we ten gevolge van zijn opstanding hebben gekregen. Elke groep schrijft dan hun bevindingen op het bord. Waarmee kunnen ze hun lijst aanvullen, nadat ze de toespraak van ouderling D. Todd Christofferson in ‘Bijkomende leermiddelen’ hebben gelezen? Om ervoor te zorgen dat de Geest bij deze bespreking aanwezig is, kunt u een afbeelding van de herrezen Heiland tonen (zie het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen).

  • Omdat Paulus op mensen reageerde die niet in de opstanding geloofden, kan het nuttig zijn een soortgelijke situatie als een rollenspel te spelen. Hoe kunnen ze bijvoorbeeld het geloof van een dierbare in de opstanding versterken? Wat staat er in 1 Korinthe 15 waarmee de deelnemers aan uw les de behoefte aan en het bewijs voor de opstanding van Jezus Christus kunnen uitleggen? Welke andere Schriftteksten kunnen ze aanhalen? (Zie bijvoorbeeld Lukas 24:1–12, 36–46; Alma 11:42–45.)

  • Paulus verwijst in zijn zendbrieven verschillende keren naar de drie graden van heerlijkheid van de opstanding (zie 1 Korinthe 15:40–42 en 2 Korinthe 12:1–2). Laat de mensen in uw les ontdekken hoe hedendaagse openbaring de leringen van Paulus verduidelijkt. Verdeel de klas in drie groepen. Geef elke groep een stuk papier: de eerste in de vorm van de zon (LV 76:50–70), de tweede in die van de maan (LV 76:71–80) en de derde in de vorm van een ster (LV 76:81–89). Vraag ze de bijhorende verzen in Leer en Verbonden 76 te lezen. Vraag dan wat we moeten doen om de verschillende heerlijkheden die Paulus beschrijft te ontvangen. Zie ook Leer en Verbonden 131:1–4; 137:7–10.

    zonsopgang

    De heerlijkheid van de zon (Zie 1 Korinthe 15:41).

  • 1 Korinthe 15 is een van de weinige plaatsen in de Schriften waar de doop voor de doden wordt vermeld (zie vers 29; zie ook LV 128:18). Misschien kunnen leden in de les vertellen hoe het voor ze was om een doop of een andere verordening voor hun voorouders te verrichten. U kunt de ervaring van Wilford Woodruff in ‘Bijkomende leermiddelen’ als aanvulling voor de bespreking gebruiken. Waarom zou Paulus naar doop voor de doden verwijzen als bewijs van de opstanding? Als het zinvol is te bespreken waarom de doop voor de doden noodzakelijk is, gebruikt u ‘Baptisms for the Dead’ (Gospel Topics, topics.lds.org). In de video ‘Glad Tidings: The History of Baptisms for the Dead’ (LDS.org) wordt duidelijk hoe dit beginsel in onze tijd is hersteld.

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Vraag de deelnemers aan de les te denken aan beproevingen die ze doormaken of zwakheden die ze hebben. Vertel ze dat ze in 2 Korinthe gaan ontdekken wat Paulus bij zijn beproevingen hielp en hoe hij zijn zwakheden zag.

Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

1 Korinthe 14–16

Het belang van de opstanding.

Ouderling D. Todd Christofferson heeft gezegd:

‘Bedenk eens hoe belangrijk de opstanding is als sluitend antwoord op de ware identiteit van Jezus van Nazareth, alsmede op de grote filosofische discussies en levensvragen. Als Jezus werkelijk is opgestaan, volgt daaruit automatisch dat Hij een goddelijk wezen is. Geen enkele gewone sterveling heeft uit zichzelf de macht om na zijn dood weer tot leven te komen. Omdat Hij is herrezen, kan Jezus niet slechts een timmerman, leraar, rabbi of profeet zijn geweest. Omdat Hij is herrezen, moet Jezus wel een God zijn, ja, de eniggeboren Zoon van de Vader.

Daarom is wat Hij leerde waar. God kan niet liegen.

Daarom was Hij de Schepper van de aarde, zoals Hij zei.

Daarom zijn de hemel en de hel werkelijkheid, zoals Hij leerde.

Daarom is er een geestenwereld die Hij na zijn dood bezocht.

Daarom zal Hij, zoals de engelen zeiden, wederkeren en persoonlijk op de aarde regeren.

Daarom komt er een laatste oordeel en een opstanding voor allen.’ (‘De opstanding van Jezus Christus’, Liahona, mei 2014, 113.)

Verordeningen voor de doden: ‘Een lichtkegel van Gods troon’.

Ouderling Wilford Woodruff zei toen hij ontdekte dat levende leden van de kerk heilsverordeningen ten behoeve van hun overleden voorouders konden ontvangen: ‘Het was als een lichtkegel van Gods troon die ons hart binnendrong en ons een weidse blik op de eeuwigheid bood.’ Ook heeft hij opgemerkt: ‘Ik had het gevoel dat de God die dat beginsel aan de mens had geopenbaard, wijs, rechtvaardig en waarachtig was. Voor mij was Hij een God met de meest verheven eigenschappen, met gezond verstand en alle kennis. Voor mij was Hij consequent in zowel liefde, barmhartigheid, gerechtigheid als oordeel en ik wilde die God meer dan ooit liefhebben. […] Ik wilde vanuit het diepst van mijn ziel halleluja roepen toen mij de openbaring over de doop voor de doden ter ore kwam. […]

‘Het eerste waar ik aan moest denken’, zei hij, ‘was dat mijn moeder in de geestenwereld was. Ze stierf toen ik 14 maanden was. […]’ Later heeft hij gesproken over het moment waarop hij in de gelegenheid was om zijn moeder aan zijn vader te verzegelen: ‘Zij zal deelhebben aan de eerste opstanding; en dat alleen al is voldoende genoegdoening voor alle arbeid die ik heb verricht.’ (Leringen van kerkpresidenten: Wilford Woodruff [2011], 193–194.)

Ons onderwijs verbeteren

Leer uw cursisten kennen. Er zijn geen twee mensen precies hetzelfde, ieder van uw cursisten heeft een unieke achtergrond, een uniek perspectief en een unieke combinatie van talenten. Bid om inzicht hoe u die kunt gebruiken om uw cursisten bij de les te betrekken. Als u de mensen in uw les beter begrijpt, bent u in staat zinvolle en gedenkwaardige leermomenten voor ze te creëren. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland7.)