Kom dan en volg Mij
9–15 september. 2 Korinthe 1–7: “Laat u met God verzoenen”


‘9–15 september. 2 Korinthe 1–7: “Laat u met God verzoenen”’ Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2019 (2019)

‘9–15 september. 2 Korinthe 1–7’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2019

Jezus Christus

9–15 september

2 Korinthe 1–7

‘Laat u met God verzoenen’

Als u deze week 2 Korinthe 1–7 leest, denk dan aan specifieke mensen in uw klas, zowel wie naar de les komt en wie niet komt. Hoe kunnen de beginselen in deze hoofdstukken hen tot zegen zijn?

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Geef de mensen in uw les tijd om ideeën voor effectievere Schriftstudie uit te wisselen.

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

2 Korinthe 1:3–7; 4:6–10, 17–18; 7:4–7

Onze beproevingen kunnen een zegen zijn.

  • Misschien zit er iemand in uw klas die een zware beproeving ondergaat. De ervaringen die Paulus in 2 Korinthe beschreef en de raad die hij gaf, kunnen de deelnemers aan de les helpen stilstaan bij de zegeningen die ze door hun beproevingen kunnen krijgen. Om een bespreking te beginnen kunt u een lid van de klas vooraf vragen te vertellen hoe een beproeving hem of haar tot zegen was, of wat hij of zij geleerd heeft van iemand die een beproeving heeft doorstaan. Gun de klas dan enkele minuten tijd om in 2 Korinthe 1:3–7; 4:6–10, 17–18; en 7:4–7 op te zoeken wat Paulus over de doelen en zegeningen van beproevingen onderwees. (Voor voorbeelden van zijn leringen kijkt u naar het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen.) Vraag de klasleden naar hun bevindingen. Stel voor dat ze het vers waarin ze een bepaalde lering vonden voorlezen, en dat ze dan over een ervaring aangaande die lering vertellen of hun getuigenis ervan geven.

  • Geef de mensen in de les wat tijd om te bedenken hoe beproevingen ons tot zegen kunnen zijn. Laat ze daarbij ook de leringen van Paulus in 2 Korinthe 1:3–7; 4:6–10, 17–18; en 7:4–7 bestuderen. Ze kunnen ondertussen opschrijven hoe Paulus’ leringen van toepassing zijn op moeilijkheden die ze zelf doormaken.

  • Zing als bijdrage aan de bespreking eventueel klassikaal de lievelingslofzangen van de klas over de troost en zegeningen die onze hemelse Vader en de Heiland ons in tijden van beproeving bieden. Bijvoorbeeld ‘O, vast als een rotssteen’ (Lofzangen, nr. 53). Nadat u samen hebt gezongen, kunt u de klas vragen in 2 Korinthe 1 en 4 te zoeken naar een zinsnede die de boodschap van de lofzang weergeeft.

2 Korinthe 2:5–11

We worden gezegend en zijn anderen tot zegen als we anderen vergiffenis schenken.

  • We hebben allemaal wel eens meegemaakt dat iemand ons of ons gezin ‘droef’ heeft gemaakt (zie vers 5). Misschien kunnen de mensen in de les in 2 Korinthe 2:5–11 opzoeken hoe we volgens Paulus iemand die ons gekwetst heeft moeten behandelen. Vraag de klas om in Lukas 15:11–32; Johannes 8:1–11; en het citaat van ouderling Kevin R. Duncan (zie ‘Bijkomende leermiddelen’) te onderzoeken hoe we iemand die heeft gezondigd horen te behandelen. Hoe berokkenen we onszelf en anderen schade als we niet bereid zijn om te vergeven?

2 Korinthe 5:14–21

Dankzij de verzoening van Jezus Christus kunnen wij ons met God verzoenen.

  • Veel mensen komen naar de kerk met een verlangen dichter tot God te komen en een bespreking van 2 Korinthe 5:14–21 kan daaraan bijdragen. Laat de leden van de klas om te beginnen de betekenis van het woord verzoenen verkennen door het woord bijvoorbeeld in een woordenboek op te zoeken. Welke inzichten krijgen we daardoor over met God verzoend worden? Welke aanvullende inzichten kunnen we uit het lemma ‘Verzoenen, verzoening’in de Gids bij de Schriften halen? Hoe kunnen we door deze inzichten 2 Korinthe 5:14–21 beter begrijpen? U kunt mensen in de les naar hun gevoelens voor de Heiland vragen, want door zijn verzoening kunnen wij weer met God worden verenigd.

2 Korinthe 7:8–11

Droefheid overeenkomstig Gods wil leidt tot bekering.

  • In 2 Korinthe 7:8–11 staat een goede uitleg van droefheid overeenkomstig Gods wil en de rol die ze bij bekering vervult. Wat leren we uit 2 Korinthe 7:8–11 en de uitspraak van president Dieter F. Uchtdorf in ‘Bijkomende leermiddelen’ over de droefheid overeenkomstig Gods wil? Waarom is ze van essentieel belang voor bekering?

  • U wilt misschien een uitgebreidere bespreking over bekering voeren. U kunt dan bijvoorbeeld het volgende doen: schrijf op het bord Bekering is . Vraag de mensen in de les deze zin aan te vullen met wat ze in 2 Korinthe 7:8–11 hebben geleerd, en ook uit de Schriften en andere informatiebronnen die ze in ‘Bijkomende leermiddelen’ hebben gevonden. Hoe maken deze leringen duidelijk hoe men zich oprecht kan bekeren?

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Vraag de deelnemers aan de les of ze ooit hebben gebeden om een beproeving of ziekte weg te nemen. In 2 Korinthe 8–13 staat hoe Paulus reageerde toen hij hierom bad, en zijn gebed niet werd beantwoord zoals hij had verwacht.

Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

2 Korinthe 1–7

Anderen zien zoals God hen ziet, helpt ons ze te vergeven.

Ouderling Kevin R. Duncan heeft gezegd: ‘Een belangrijk aspect van vergeving is anderen proberen te zien zoals God ze ziet. God opent soms de sluier en zegent ons met de gave om het hart, de ziel en de geest te zien van iemand die ons heeft gekwetst. Dat inzicht kan zelfs tot grote liefde voor die persoon leiden.’ (‘De genezende zalf van vergeving’, Liahona, mei 2016, 34.)

Droefheid overeenkomstig Gods wil leidt tot verandering en hoop.

President Dieter F. Uchtdorf heeft uitgelegd:

De droefheid die overeenkomstig de wil van God is zet door de verzoening van Jezus Christus aan tot verandering en hoop. De droefheid van de wereld maakt ons kapot, vernietigt hoop en spoort ons aan toe te geven aan verleiding.

De droefheid overeenkomstig Gods wil zet aan tot bekering en een verandering van hart. Ze zorgt ervoor dat we zonde gaan haten en goedheid gaan liefhebben. Ze moedigt ons aan om op te staan en in het licht van de liefde van Christus te wandelen. Ware bekering draait om verandering, niet om foltering of kwelling.’ (Zie ‘Je kunt het nu wel’, Liahona, november 2013, 56.)

Wat is bekering?

Ouderling Neil L. Andersen heeft gezegd:

‘Als wij zondigen, wenden wij ons van God af. Als wij ons bekeren, wenden wij ons weer tot God.

‘De uitnodiging tot bekering klinkt zelden als een terechtwijzing, maar vaak als een liefdevolle oproep tot een ommekeer om zich weer tot God te wenden (zie Helaman 7:17). Een liefdevolle Vader en zijn eniggeboren Zoon wenken ons om meer te zijn dan we zijn, op een hoger plan te leven, te veranderen en de vreugde van het onderhouden van de geboden te ervaren. Als discipelen van Christus verheugen wij ons in de zegen van bekering en de vreugde van vergeving. Zij worden een deel van ons, en bepalen onze gedachten en gevoelens. […]

‘Voor de meesten is bekering meer een reis dan een eenmalige gebeurtenis. Dat is niet eenvoudig. Veranderen is moeilijk. Dat vereist tegen de wind in lopen en tegen de stroom in zwemmen. Jezus heeft gezegd: ‘Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen’ (Mattheüs 16:24). Bekering is ons afkeren van zaken zoals oneerlijkheid, hoogmoed, boosheid en onreine gedachten; en ons wenden tot andere zaken, zoals vriendelijkheid, onzelfzuchtigheid, geduld en spiritualiteit. Wij wenden ons weer tot God.’ (Zie ‘Bekeer u opdat ik u moge genezen’, Liahona, november 2009, 40–41.)

Ons onderwijs verbeteren

Betrek wie het moeilijk hebben ook bij de les. Soms moeten klasleden die het moeilijk hebben bij de les worden betrokken om zich geliefd te voelen. Geef ze eventueel een opdracht in een van de volgende lessen. Blijf volhouden zelfs als ze niet onmiddellijk op uw pogingen reageren. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 8–9.)