‘4–10 november. Hebreeën 1–6 “Jezus Christus, “oorzaak van eeuwige zaligheid””’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2019 (2019)
‘4–10 november. Hebreeën 1–6’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2019
4–10 november
Hebreeën 1–6
Jezus Christus, ‘oorzaak van eeuwige zaligheid’
Vertel uw klas eventueel over enkele ingevingen van de Heilige Geest die u aangaande Hebreeën 1–6 hebt ontvangen. Dat kan ze inspireren om bij hun Schriftstudie zelf naar ingevingen te streven.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Sommige mensen in de les die niet vaak aan de les bijdragen, hebben misschien alleen een persoonlijke uitnodiging en wat tijd om zich voor te bereiden nodig. U kunt enkele dagen voor de les contact met enkelen van hen opnemen en ze vragen te vertellen over een vers uit Hebreeën 1–6 dat indruk op ze heeft gemaakt.
In de leer onderwijzen
Jezus Christus is de ‘oorzaak van eeuwige zaligheid’.
-
Hoe kunt u mensen in uw klas aansporen te vertellen over betekenisvolle Schriftteksten over Jezus Christus die ze deze week bij hun persoonlijke en gezinsstudie van de Schriften hebben gevonden? Maak eventueel vijf kolommen op het bord voor de eerste vijf hoofdstukken van Hebreeën. Vraag de aanwezigen in de juiste kolommen zinsneden met de versnummers uit die hoofdstukken op te schrijven waardoor ze over Jezus Christus hebben geleerd. Hoe beïnvloedt deze kennis over de Heiland ons geloof in Hem en onze bereidheid Hem te volgen?
-
In Hebreeën 1–5 staat een scala aan metaforen om de Heiland te beschrijven. Misschien kunt u zijn zending aan de hand van deze beeldspraak duidelijker uitleggen aan de mensen in uw les. U kunt bijvoorbeeld met verschillende mensen uit de les enkele dagen voor de les contact opnemen. Vraag ze een voorwerp naar de les mee te brengen dat een van de beschrijvingen van Jezus Christus of zijn zending in Hebreeën 1–5 voorstelt (zie in het bijzonder Hebreeën 1:3; 2:10; 3:1, 6; 5:9). Ze kunnen aan de klas uitleggen wat hun voorwerp ons over Jezus Christus leert, en het bijbehorende vers uit Hebreeën voorlezen. Wat voor uitwerking heeft kennis van deze waarheden over onze Heiland op onze levenswijze?
Hebreeën 2:9–18; 4:12–16; 5:7–8
Jezus Christus heeft alle dingen geleden zodat Hij hen die lijden kon begrijpen en steunen.
-
Er zijn misschien mensen in uw les die beproevingen ondergaan en zich soms verlaten en hopeloos voelen. Door een bespreking van Hebreeën 2:9–18; 4:12–16; 5:7–8 kan hun geloof toenemen dat ze zich voor hulp tot onze hemelse Vader en onze Heiland kunnen wenden. Om te beginnen kunt u de mensen in de les vragen aan een kennis te denken die lijdt en misschien de hoop aan het verliezen is. Welke beginselen uit deze verzen kunnen ze aan hem of haar vertellen? De leden van de klas kunnen ook vertellen hoe de Heiland ze heeft getroost en gesteund. U kunt het citaat van president John Taylor in de ‘Bijkomende leermiddelen’ als aanvulling voor de bespreking gebruiken.
-
Hebreeën 2:9–18 en 4:12–16 kunnen ook een steun zijn voor wie het lijden in de wereld aanschouwt, en zich afvraagt of God het ziet of er om geeft. Misschien kunnen de mensen in de les in deze verzen naar waarheden zoeken die bij zulke vragen kunnen helpen. Hoe reageert de Heiland volgens die verzen op het lijden van de mensheid? Het kan zinvol zijn de klas naar voorbeelden in de Schriften te vragen waarbij mensen door Jezus in hun lijden worden ondersteund (zie de ‘Bijkomende leermiddelen’) of de video ‘Bergen bedwingen’ te tonen (LDS.org). Bespreek klassikaal wat we hebben geleerd over hoe de Heiland ons bij moeilijke problemen kan steunen.
De zegeningen van God zijn beschikbaar voor wie hun ‘hart dan niet [verharden]’.
-
In Hebreeën 3 en 4 staat een smeekbede aan de heiligen om hun hart niet te verharden en zodoende de zegeningen te verwerpen die God ze wilde geven. Lees Hebreeën 3:7–4:2 klassikaal en bespreek hoe de ervaringen van de Israëlieten van weleer nu op ons van toepassing kunnen zijn, net zoals ze van toepassing waren op de Hebreeën in de vroegchristelijke kerk. (Overweeg te verwijzen naar het lesmateriaal over deze verzen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen.) Waardoor verharden de mensen tegenwoordig hun hart? Hoe kunnen we ons hart verzachten en ontvankelijk voor de wil van de Heer blijven (zie Ether 4:15; Alma 5:14–15)?
Wie in het koninkrijk van God dienen moeten door God geroepen zijn.
-
Niet alle leden van uw klas zijn priesterschapsdragers, maar de boodschap in Hebreeën 5 dat priesterschapsdragers door God worden geroepen, is van toepassing op iedereen met een kerkroeping. Maak uw klas duidelijk wat ‘er door God toe geroepen, zoals Aäron’ betekent. Vraag ze daartoe in Exodus 4:10–16, 27–31; 28:1 te lezen hoe Aäron zijn roeping ontving. In welke opzichten wordt Hebreeën 5:1–5 duidelijker door dat verhaal? Wanneer hebben de mensen in de les, ook de wijkleiders, bevestiging ontvangen dat iemand door God was geroepen om een bepaalde roeping te vervullen? Hoe konden ze door die bevestiging iemand beter in zijn of haar roeping steunen? (Herinner de mensen in uw les eraan geen gevoelige informatie te onthullen.) Misschien kunnen er ook mensen in de klas getuigen hoe God ze inspireerde terwijl ze hun roeping vervulde.
Thuisstudie stimuleren
Hebben de deelnemers aan de les ooit het gevoel gehad dat ze ‘vreemdelingen en bijwoners op de aarde waren’ (Hebreeën 11:13), omdat hun geloofsovertuiging van de omringende mensen verschilt? Vertel ze dat ze in Hebreeën 7–13 over personen zullen lezen die getrouw de beloften van God ontvingen en ze omarmden, ondanks dat veel mensen in hun omgeving niet geloofden.
Bijkomende leermiddelen
Jezus Christus weet wat het betekent om leed te ondergaan.
President John Taylor heeft gezegd: ‘Toen de Heiland op aarde was, was het noodzakelijk dat Hij, net als wij, op alle gebieden werd verleid, en “met onze zwakheden” kon meevoelen (zie Hebreeën 4:15), om de zwakheden en de kracht, de volmaaktheden en de onvolmaaktheden van de gevallen menselijke staat te begrijpen. En toen Hij had volbracht waarvoor Hij op aarde was gekomen, de huichelarij, corruptie, zwakheid en onnozelheid van de mens had overmeesterd, en de verleidingen en beproevingen in verschillende vormen had ervaren en overwonnen, is Hij een ‘getrouw hogepriester’ (zie Hebreeën 2:17) geworden, onze Voorspraak in het eeuwige koninkrijk van zijn Vader. Hij weet hoe Hij de juiste waarde van de menselijke aard kan inschatten, want, omdat Hij zich in dezelfde situatie heeft bevonden, kan Hij onze zwakheden verdragen en kan Hij volledig de diepte, macht en kracht begrijpen van de beproevingen die de mens op aarde moet verduren. En door zijn begrip en ervaring kan Hij ze als een vader en een oudere broer verdragen.’ (Zie Leringen van kerkpresidenten: John Taylor [2001], 204–205.)
Voorbeelden uit de Schriften van mensen die door Jezus Christus werden getroost.
-
Johannes 8:1–11: de Heer troostte de overspelige vrouw.
-
Johannes 11:1–46: de Heer troostte Maria en Martha nadat hun broer Lazarus was overleden.
-
Enos 1:4–6: de Heer vergaf Enos zijn zonden en nam zijn schuldgevoelens weg.
-
Mosiah 21:5–15: de Heer verzachtte het hart van de Lamanieten, zodat ze de lasten van het volk van Limhi verlichtten.
-
Mosiah 24:14–15: de Heer verlichtte de lasten van het volk van Alma.
-
Ether 12:23–29: de woorden van de Heer troostten Moroni.
-
3 Nephi 17:6–7: de Heer genas de gebreken van de Nephieten.
-
Leer en Verbonden 121:7–10: de Heer troostte Joseph Smith (zie ook LV 123:17).