‘11–17 november. Hebreeën 7–13: “Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen”’ Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2019 (2019)
‘11–17 november. Hebreeën 7–13’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2019
11–17 november
Hebreeën 7–13
‘Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen’
Denk, terwijl u Hebreeën 7–13 leest, na over de boodschap van de Heer aan de Hebreeuwse heiligen. Let ook op de boodschap die Hij u en uw cursisten wil geven.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Vraag voor de les enkele leden van de klas zich voor te bereiden om verzen uit Hebreeën 7–13 te bespreken die ze ‘tot [God laten] naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof’ (Hebreeën 10:22).
In de leer onderwijzen
Uw verbonden en zegeningen van het Melchizedeks priesterschap getrouw blijven leidt tot verhoging.
-
U kunt dit hoofdstuk verkennen door de mensen in de les enkele ware stellingen over het Melchizedeks priesterschap op het bord te laten schrijven. (Ze kunnen ‘Melchizedeks priesterschap’ in Trouw aan het geloof, 109–110 lezen om ideeën op te doen.) Ze kunnen dan in Hebreeën 7:1–22 naar zinsneden zoeken die de stellingen op het bord ondersteunen. Ze kunnen ook in de Gids bij de Schriften naar bijkomende bevestigende Schriftteksten zoeken.
-
In Hebreeën 7:11 vroeg Paulus: ‘Waarom was het dan nog nodig dat er een andere Priester naar de ordening van Melchizedek zou opstaan, Eén van Wie niet gezegd kan worden dat Hij naar de ordening van Aäron was?’ In anderen woorden, waarom hebben we naast het Aäronisch priesterschap behoefte aan het Melchizedeks priesterschap? U kunt de deelnemers aan de les in Trouw aan het geloof in de lemma’s ‘Aäronisch priesterschap’ en ‘Melchizedeks priesterschap’ naar mogelijke antwoorden laten zoeken. Laat ze ook stilstaan bij de zegeningen die we tengevolge van deze twee priesterschappen hebben. (Zie ook het citaat van zuster Sheri L. Dew in de ‘Bijkomende leermiddelen’.) Hoe hebben de leden in de les deze zegeningen ervaren?
Verordeningen van vroeger en nu wijzen naar Jezus Christus.
-
Hoewel we geen dierenoffers brengen, nemen we tegenwoordig deel aan verordeningen die op soortgelijke wijze onze aandacht op Christus richten en voorzien in ‘geautoriseerde kanalen waardoor de zegeningen en machten van de hemel in ons eigen leven kunnen vloeien’. (David A. Bednar, ‘Altijd vergeving van uw zonden behouden’, Liahona, mei 2016, 60.) Misschien kunt u klassikaal enkele bijzonderheden uitzoeken over de verordeningen van weleer die in Hebreeën 8–10 staan beschreven, en over hun symbolische betekenis. Waar staan het bloed van stieren en geiten bijvoorbeeld voor? (Zie Hebreeën 9:13–14.) Wie stelt de hogepriester voor? (Zie Hebreeën 9:24–26.) De video ‘Sacrifice and Sacrament’ (LDS.org) kan hierbij interessant zijn. Hoe zijn de hedendaagse verordeningen ons tot zegen en hoe richten ze ons op Jezus? Hoe kunnen we deze verordeningen zinvoller en meer op de Heiland gericht maken?
Geloof vereist vertrouwen in Gods beloften.
-
Om Paulus’ leringen over geloof te verduidelijken, kunt u de mensen in uw les vragen hoe zij geloof in een enkele zin zouden beschrijven. Lees dan klassikaal de definitie die Paulus in Hebreeën 11:1 gaf en bespreek die. Deel daarna de klas op in kleine groepjes en wijs elk groepje een van de mensen toe die in Hebreeën 11 worden vermeld. De mensen in de klas kunnen de Gids bij de Schriften gebruiken om de ervaringen van ‘hun’ persoon in het Oude Testament te bestuderen. Daarna kan een vertegenwoordiger uit elke groep de klas vertellen wat ze hebben gevonden. Hoe toonden deze mensen dat ze ‘de verzekering van dingen waarop gehoopt wordt’ voelden? (Zie Bijbelvertaling van Joseph Smith, Hebreeën 11:1.) Kennen de deelnemers aan de les nog meer voorbeelden van getrouwe mensen? Wanneer hebben we geloof geoefend in beloften die nog niet waren vervuld?
-
Het is een leuk idee om een spelletje te maken waarmee de mensen uit Hebreeën 11 over geloof kunnen leren. U kunt bijvoorbeeld de klas in twee teams verdelen en vragen over geloof stellen die in Hebreeën 11 worden beantwoord. (In de ‘Bijkomende leermiddelen’ staan voorbeelden.) Het team dat als eerste een antwoord vindt dat door de Schriften onderbouwd wordt, ontvangt een punt. Vraag de leden van de klas te bespreken hoe het komt dat ze door deze verzen geloof beter begrijpen.
-
Zou het zinvol zijn om de mensen in uw klas nog andere informatiebronnen over geloof te laten bestuderen, nadat ze de leringen van Paulus over geloof in Hebreeën 10:34–38; 11 hebben bestudeerd? U kunt enkele mensen van de klas vooraf opdragen een vraag over geloof te bestuderen. Enkele voorbeelden: Wat is geloof? Hoe ontwikkelen we geloof? Hoe worden we zoal gezegend als wij ons geloof oefenen? Wat gebeurt er als we ervoor kiezen ons geloof niet uit te oefenen? Vraag ze vervolgens in de les om te vertellen wat ze hebben geleerd. Of u kunt groepjes klasleden gezamenlijk de antwoorden op deze vragen laten opzoeken. Ze kunnen bijvoorbeeld de volgende informatiebronnen gebruiken: Alma 32:21–43; Ether 12; ‘Geloof – Geloof in de Heer Jezus Christus’, Trouw aan het geloof: evangeliewijzer, lds.org/manual/true-to-the-faith?lang=nld; en ‘Geloof, geloven’ in de Gids bij de Schriften. Nadat de mensen in de les hebben verteld wat ze hebben geleerd, kunt u ze vragen hoe ze hun geloof kunnen versterken. Vraag of een aantal van hen hun ideeën naar voren brengen.
-
De raad aan de Hebreeuwse heiligen die geneigd waren om ‘zich [te onttrekken]’ aan hun geloof kan waardevol zijn voor de mensen in de klas die het moeilijk hebben met hun getuigenis. Om deze raad te ontdekken kunnen de leden van de klas Hebreeën 10:34–38 en de uitspraak van ouderling Jeffrey R. Holland in de ‘Bijkomende leermiddelen’ lezen. Wijs op de vertaling van vers 35 in de Bijbel in gewone taal, die luidt: ‘Blijf ook nu op God vertrouwen, dan zullen jullie een grote beloning krijgen.’ Waarom verliezen mensen van nu hun vertrouwen (zie Hebreeën 10:35, BGT) in God en zijn evangelie? Hoe kunnen we ons geloof en onze vrijmoedigheid opbouwen en onderhouden om ‘de belofte [van God te] verkrijgen’ (Hebreeën 10:36)? De video’s ‘Good Things to Come’ en ‘An High Priest of Good Things to Come’ (LDS.org) kunnen een aanvulling voor deze bespreking zijn.
Thuisstudie stimuleren
De deelnemers aan de les zijn waarschijnlijk op de hoogte van de ervaring die Joseph Smith had, toen hij Jakobus 1:5 las, en die de aanleiding vormde voor het eerste visioen. Vraag ze naar nieuwe inzichten over Jakobus 1:5, terwijl ze dat vers deze week lazen binnen de context van de hele boodschap van Jakobus.
Bijkomende leermiddelen
Vragen over geloof in Hebreeën 11.
-
Hoe wordt geloof in Hebreeën 11 gedefinieerd? (Zie vers 1.)
-
Waar was Abel door geloof toe in staat? (Zie vers 4.)
-
Wat is volgens Hebreeën 11 onmogelijk zonder geloof? (Zie vers 6.)
-
Waar ging Abraham door geloof naar zoeken? (Zie vers 10.)
-
Wat heeft Izak met zijn geloof gedaan? (Zie vers 20.)
-
Wat gaf Mozes dankzij geloof op? (Zie de verzen 24–27.)
De zegeningen van het Melchizedeks priesterschap staan iedereen ter beschikking.
Zuster Sheri L. Dew, voormalig raadgeefster in het algemeen ZHV-presidium, heeft gezegd: ‘De zegeningen van het priesterschap staan elke rechtschapen man en vrouw ter beschikking. We kunnen allemaal de Heilige Geest ontvangen, persoonlijke openbaring krijgen en onze begiftiging ontvangen in de tempel, waar we “gewapend” met macht vandaan komen. De macht van het priesterschap heelt, beschermt en maakt ons immuun voor de machten van de duisternis.’ (‘It Is Not Good for Man or Woman to Be Alone’, Ensign, november 2001, 13.)
‘Blijf ook nu op God vertrouwen.’
Ouderling Jeffrey R. Holland heeft gezegd:
‘Natuurlijk is dat moeilijk – voordat u lid wordt van de kerk, terwijl u probeert lid te worden, en als u eenmaal lid geworden bent. Zo is het altijd geweest, zegt Paulus, maar geef het niet op. Raak niet in paniek en trek u niet terug. Blijf op een goede afloop vertrouwen. Vergeet niet hoe u zich eens gevoeld hebt. Ga uw ervaring niet wantrouwen. […]
‘Bij elke belangrijke beslissing moeten we waarschuwingen en overwegingen in aanmerking nemen, maar is er eenmaal verlichting, pas dan op voor de verleiding om u terug te trekken van iets goeds. Als het goed was toen u erover bad, en erop vertrouwde en ernaar leefde, dan is het nu nog steeds goed. Geef het niet op als de druk toeneemt. […] Treed uw twijfels tegemoet. Beheers uw angsten. “Blijf dan ook nu op God vertrouwen.” Zit de rit uit en aanschouw de schoonheid van het leven die zich voor uw ogen ontvouwt.’ (‘Cast Not Away Therefore Your Confidence’, Ensign, maart 2000, 6–11.)