De bekering op weg naar Damascus, Michelangelo Merisi da Caravaggio

10–16 juli

Handelingen 6–9

‘Wat wilt U dat ik doen zal?’

Bestudeer Handelingen 6–9 en schrijf uw ingevingen op. Zo kunt u openbaring ontvangen om de leerlingen door hun studie van deze hoofdstukken dichter tot Jezus Christus te laten komen.

Meedoen stimuleren

Zet op het bord de namen van sommige personen die in Handelingen 6–9 werden genoemd, zoals Stefanus, Saulus, Filippus, Ananias, Petrus en Tabitha of Dorkas. Vraag enkele leerlingen wat ze hebben geleerd van de personen waar ze deze week over gelezen hebben.

In de leer onderwijzen

Handelingen 7

Zich tegen de Heilige Geest verzetten kan ertoe leiden dat men de Heiland en zijn dienstknechten verwerpt.

• U kunt een discussie over de ervaring van Stefanus op gang brengen door de leerlingen te vragen de woorden van Stefanus in Handelingen 7:37–53 nog eens te lezen. Welke waarschuwingen voor deze tijd kunnen we uit zijn woorden halen? Leg eventueel nadruk op wat Stefanus in Handelingen 7:51 zegt. Wat betekent het om u ‘tegen de Heilige Geest’ te verzetten? Om deze woorden beter te begrijpen kunnen de leerlingen een of meerdere van deze Schriftpassages bespreken: 2 Nephi 28:3–6; 33:1–2; Mosiah 2:36–37; Alma 10:5–6; en Alma 34:37–38. Waarom zouden we ons soms ‘tegen de Heilige Geest’ verzetten? Hoe kunnen wij de ingevingen van de Heilige Geest beter herkennen en er gevolg aan geven?

Handelingen 8:9–24

Onze harten dienen ‘oprecht voor God’ te zijn.

• Om het verhaal van Simon klassikaal te bestuderen kunt u de volgende vragen op het bord schrijven: Wie was Simon? Wat wilde hij? en Hoe heeft hij geprobeerd om het te krijgen? Laat iedereen Handelingen 8:9–24 lezen om de antwoorden op deze vragen te vinden. Wat begreep Simon nog niet? Wat kunnen wij van Simons ervaring leren? Hoe kunnen wij ons hart ‘oprecht voor God’ maken? (vers 21.)

• Sommige leerlingen hebben tijdens hun studie thuis misschien eigenschappen van Stefanus en Filippus opgemerkt die Simon niet bezat (zie het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen). Als dat het geval is kunt u ze vragen naar hun bevindingen. De leerlingen kunnen ook vertellen over andere voorbeelden uit Handelingen 6–9 van mensen wiens hart oprecht voor God was – zoals Filippus en de man uit Ethiopië (zie Handelingen 8:26–40), Saulus (zie Handelingen 9:1–22) en Tabitha (zie Handelingen 9:36–39).

  

  Tabitha, sta op, Sandy Freckleton Gagon

Handelingen 8:26–39

De Heilige Geest helpt ons anderen tot Jezus Christus te leiden.

• Maak de leerlingen duidelijk hoe ze anderen tot Jezus Christus kunnen leiden (zie Handelingen 8:31) door twee leerlingen tegenover elkaar te laten zitten en de dialoog tussen Filippus en de man uit Ethiopië in Handelingen 8:26–39 te laten voorlezen. Een derde persoon kan de stukken voorlezen die geen dialoog zijn. Wat leren wij van de manier waarop Filippus het evangelie aan anderen verkondigde?

• Om hedendaagse voorbeelden van het verslag in Handelingen 8:26–39 te bespreken, kunnen de leerlingen vertellen hoe ze het evangelie verkondigd hebben of lid van de kerk werden. Hoe heeft de Heilige Geest ze geholpen? Hoe was iemand hun gids? Vraag de klas na te denken over wie zij naar het evangelie kunnen leiden.

Handelingen 9

Als we ons aan de wil van de Heer onderwerpen, kunnen we een werktuig in zijn handen worden.

• De leerlingen kunnen krachtige waarheden over hun eigen bekering ontdekken door de ervaringen van Saulus te bestuderen. Daar hoort ook het beginsel bij dat iedereen zich kan bekeren en veranderen als ze gewillig zijn. U kunt de leerlingen vragen de ervaring van Saulus te vergelijken met die van Alma (zie Mosiah 17:1–4; 18; 26:15–21) en die van de Anti-Nephi-Lehieten (zie Alma 24:7–12). Wat deed de Heer om deze mensen te helpen zich te bekeren? Hoe lieten zij hun gewilligheid om te veranderen zien? Welke boodschappen voor ons vinden we in deze verslagen?

• Om de ervaring van Saulus te bespreken kunt u enkele leerlingen vragen zich voor te bereiden om te vertellen wat ze hebben geleerd van elk onderdeel van de toespraak van president Dieter F. Uchtdorf ‘Stilstaan op de weg naar Damascus’ (Liahona, mei 2011, 70–77). Hoe staan wij af en toe stil op onze eigen weg naar Damascus? Hoe kunnen we volgens president Uchtdorf beter de stem van God horen? U kunt ook de video ‘The Road to Damascus’ tonen (ChurchofJesusChrist.org). Misschien kunnen de leerlingen vertellen hoe zij ernaar verlangden de wil van God te kennen en na te leven.

Ons onderwijs verbeteren

Getuig van Jezus Christus. U kunt als leerkracht uw leerlingen helpen hun geloof in de Heiland te versterken, net zoals Filippus met de Ethiopische man deed door hem uit Jesaja te onderrichten (zie Handelingen 8:26–37). U kunt dit doen door zelf geloofsversterkende ervaringen met de Schriften te hebben. Het getuigenis dat u geeft kan een krachtig effect hebben op het getuigenis van Jezus Christus van de leerlingen.