Seminarie
Leer en Verbonden 11:8–30: ‘Allen die goede verlangens hebben’


‘Leer en Verbonden 11:8–30: “Allen die goede verlangens hebben”’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)

‘Leer en Verbonden 11:8–30’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht

Leer en Verbonden 10–11

Leer en Verbonden 11:8–30

‘Allen die goede verlangens hebben’

De herstelling van het evangelie van Jezus Christus begint zich te ontvouwen en verschillende mensen willen weten hoe ze daarbij kunnen helpen. Ook leden van Joseph Smiths eigen familie willen dat weten, bijvoorbeeld zijn broer Hyrum. De Heer prijst Hyrum voor zijn goede verlangens en zegt hoe hij zich op het werk moet voorbereiden. Na deze les begrijpen de cursisten dat ze de hulp van de Heer kunnen inroepen bij hun voorbereiding op deelname aan zijn werk.

Hyrum Smith

Mogelijke leeractiviteiten

‘Gelijk u het […] verlangt’

Vraag de cursisten terug te denken aan een zinvolle activiteit of een goed doel waar ze heel graag aan wilden meewerken. Bijvoorbeeld het plannen van een activiteit voor jongeren, deelnemen aan een dienstbetoonproject of bij een club of organisatie gaan. Laat de cursisten bespreken hoe ze zich hadden voorbereid om een succes van de activiteit te maken of het goede doel te bereiken.

U kunt de volgende informatie gebruiken om de cursisten duidelijk te maken waar Hyrum Smith deel van wilde uitmaken en wat tot de openbaring in Leer en Verbonden 11 leidde.

In mei 1829 had Hyrum Smith een groot verlangen om aan de herstelling van de kerk van de Heiland deel te nemen. Hij reisde ruim 400 kilometer van Palmyra (New York) naar Harmony (Pennsylvania) om zijn jongere broer Joseph te bezoeken en te weten te komen wat hij kon doen om te helpen. De Heer openbaarde Leer en Verbonden 11 vanwege Hyrums rechtschapen verlangens.

Lees in Leer en Verbonden 11:8 hoe de Heer Hyrum Smith zou zegenen omdat hij bij het werk wilde helpen. Lees vervolgens Leer en Verbonden 11:27 om te kijken tot wie de Heiland nog meer sprak in deze openbaring.

Laat de cursisten een waarheid uit deze verzen identificeren en die in hun eigen woorden uitdrukken. Ze kunnen bijvoorbeeld zeggen: Als we het verlangen hebben Hem te dienen, kan God zijn werk door ons doen.

Geef de cursisten de gelegenheid om hun eigen voorbereiding om Gods werk te doen te beoordelen. Dat zouden ze op de volgende manier kunnen doen.

Test aan de hand van de volgende schaal hoe voorbereid je bent om Gods werk te doen:

  • 1 = Zeer onvoorbereid

  • 2 = Enigszins onvoorbereid

  • 3 = Enigszins voorbereid

  • 4 = Goed voorbereid

Bedenk wat je kunt doen om je beter voor te bereiden. Noteer je gedachten desgewenst in je studiedagboek.

Voorbereiding om te dienen

Verdeel de cursisten eventueel in kleine groepjes en moedig ze aan om de volgende verzen samen voor te lezen.

Lees Leer en Verbonden 11:11–26 en markeer specifieke raadgevingen die de Heiland aan Hyrum gaf om hem voor te bereiden op zijn komende taken. Kies na het bestuderen van deze verzen een zinsnede uit die aangeeft hoe we ons kunnen voorbereiden. Bedenk twee tot drie specifieke manieren waarop iemand die raad in zijn of haar leven kan toepassen.

U kunt elk groepje vragen om de zinsnede die ze gekozen hebben op het bord te schrijven en de klas te vertellen hoe ze die kunnen toepassen. U kunt een vervolgvraag stellen, zoals: ‘Hoe kan die raad toepassen van invloed zijn op wie je later wordt?’ Luister aandachtig naar wat de cursisten vertellen om in te schatten aan welke zinsneden u meer aandacht moet besteden. De volgende drie onderdelen kunnen worden gebruikt om de cursisten bepaalde zinsneden te helpen begrijpen, bespreken en toepassen.

‘Stel uw vertrouwen in die Geest die ertoe beweegt goed te doen’ (vers 12)

Denk aan situaties in het dagelijks leven van een tiener waarin hij of zij moet beslissen om wel of niet op de Geest te vertrouwen.

  • Waarom hebben we in deze situaties geloof in de Heiland nodig om volledig op de Geest te kunnen vertrouwen?

  • Wat kunnen we doen om de inspiratie van de Heilige Geest beter te leren ontvangen en er gehoor aan te geven?

Mogelijke antwoorden: waardig aan het avondmaal deelnemen, ingevingen opschrijven en ernaar handelen, en als onderdeel van persoonlijk gebed of Schriftstudie overpeinzen. Vraag de cursisten wanneer zij op de Geest hebben vertrouwd om goed te doen.

‘[Onderhoud] mijn geboden, ja, met geheel uw macht, verstand en kracht’ (vers 20)

Kies drie tot vier geboden uit die volgens jou vooral relevant voor tieners zijn.

Schrijf voor elk gebod op wat het inhoudt voor een tiener om dit gebod met al zijn of haar macht, verstand en kracht te onderhouden.

  • Waarom is ernaar streven de geboden van de Heer te onderhouden noodzakelijk om Hem beter te dienen?

  • Hoe ben jij of is iemand die je kent gezegend door er ijverig naar te streven de geboden van de Heiland te onderhouden?

‘Tracht eerst mijn woord te verkrijgen’ (vers 21)

Maak een lijstje met dingen die iemand kan doen die ‘tracht [het woord van de Heer] te verkrijgen’ in plaats van alleen maar in de Schriften te lezen.

Mogelijke antwoorden: teksten markeren, gedachten noteren, antwoorden op vragen zoeken en tijdens je studie bidden.

  • Hoe verandert je benadering van Schriftstudie nu als je besluit je bewust voor te bereiden om in de toekomst een betere zendeling, leerkracht, leider, hulpverlener, huwelijkspartner of ouder te worden?

  • Wat kun je doen om je dagelijkse Schriftstudie doeltreffender te maken? (Misschien heb je eerder een soortgelijk doel gesteld. Dit is een goed moment om na te gaan welke vorderingen je hebt gemaakt.)

Het geleerde toepassen

Als de cursisten de omschrijving van de Heiland van Zichzelf in afdeling 11 begrijpen, kan dat ze hoop geven dat Hij hen zal helpen om de uitnodigingen in deze afdeling toe te passen. Laat de cursisten vers 11, 28–30 lezen en de volgende vragen bespreken.

  • Hoe kan de Heiland je pad verlichten als je ernaar streeft zijn raad op te volgen en je erop voor te bereiden Hem te dienen?

  • Hoe kun je de Heiland en zijn raad beter ‘aanvaarden’?

  • Wat denk je dat het betekent om de macht te krijgen om zonen en dochters van God te worden?

Geef de cursisten wat tijd om over het volgende na te denken en toe te passen wat ze hebben geleerd. Als de cursisten hulp nodig hebben om ideeën te bedenken, kunt u ze een zinsnede laten kiezen die eerder in de les op het bord is gezet. U kunt ook vertellen hoe het u goed heeft gedaan en hoe u zelf gezegend bent door de Heer te dienen.

Neem even de tijd om te bedenken wat voor dienstknecht van de Heer je nu, over twee jaar, over tien jaar en gedurende je hele leven wilt zijn. Kies ten minste één zinsnede uit die je tijdens je studie vandaag bent tegengekomen waarop je je wilt concentreren, en stel een plan op om daarnaar te handelen. Je kunt dit bijvoorbeeld doen door een eenvoudige trap met drie of vier treden te tekenen. Schrijf bij elke trede iets wat je kunt doen om beter het woord van de Heer te verkrijgen, zijn geboden te onderhouden of een andere raadgeving die jij hebt uitgekozen toe te passen.