Seminarie
Les 36: Leer en Verbonden 20:37, 68–79: De heilige verordeningen van de doop en het avondmaal


‘Leer en Verbonden 20:37, 68–79: De heilige verordeningen van de doop en het avondmaal’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)

‘Leer en Verbonden 20:37, 68– 79’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht

Les 36: Leer en Verbonden 20–22

Leer en Verbonden 20:37, 68–79

De heilige verordeningen van de doop en het avondmaal

doop

In een openbaring aan de profeet Joseph Smith, opgetekend in Leer en Verbonden 20, legt de Heer de verordeningen van de doop, de bevestiging en het avondmaal uit. Deze les helpt de cursisten evalueren in hoeverre ze aan de verwachtingen van de Heer voor de leden van zijn kerk voldoen.

Voorbereiding van de cursist: De cursisten kunnen Leer en Verbonden 20:37, 68–79 lezen. Laat ze op de richtlijnen van de Heer letten voor wie lid van zijn kerk willen worden en voor wie al tot zijn kerk behoren.

Mogelijke leeractiviteiten

In welke opzichten het leven na de doop anders is

Voordat u de cursisten de volgende vraag laat bespreken, kunt u ze een foto van iemand op zijn of haar doopdag tonen, zoals die aan het begin van de les.

  • In welke opzichten kan iemands leven na zijn of haar doop anders zijn?

    Vertel de cursisten als onderdeel van deze bespreking eventueel over een bekende van u die zich heeft laten dopen. Beschrijf de verschillen die u bij die persoon hebt opgemerkt van voor en na zijn of haar doop. Laat de cursisten ook overdenken en vertellen hoe hun beslissing om zich te laten dopen hun leven heeft beïnvloed.

  • Waarom is de verordening van de doop belangrijk voor onze hemelse Vader en Jezus Christus?

Lees de volgende alinea voor om de cursisten te laten weten wat ze vandaag gaan bestuderen:

Leer en Verbonden 20 bevat instructies over de organisatie van de kerk van de Heiland. Deze instructies omvatten ook belangrijke leringen van de Heer waardoor we het belang van de verordening van de doop kunnen begrijpen. Hij onderwijst ons tevens in belangrijke waarheden over het avondmaal, waar we elke week na onze doop aan mogen deelnemen. Let bij het bestuderen van de woorden van de Heiland op de influisteringen van de Geest waardoor je het belang van deze verordeningen in je leven beter gaat inzien.

De leringen van de Heiland over de doop en het avondmaal

afbeeldingen (pictogram)Deel de cursisten op in koppels of in groepjes. Geef iedere cursist de hand-out van de les en laat ze de studieactiviteiten op de hand-out samen doen. Het kan nuttig zijn om in elk groepje een cursist als gespreksleider aan te wijzen.

Ter afwisseling kunt u de cursisten vragen om na elk segment even te stoppen, zodat u voor elk segment andere koppels of groepjes kunt samenstellen.

Leringen over de doop en het avondmaal in Leer en Verbonden 20

Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht: Leer en Verbonden 20:37, 68–79

Segment 1: Vereisten voor de doop

Lees Leer en Verbonden 20:37 en ga na wat iemand moet doen om voor de doop in aanmerking te komen.

Zoek zo nodig definities op van woorden die je niet begrijpt. Noteer vervolgens de vereisten voor de doop in de onderstaande ruimte. Je kunt sommige in je eigen woorden herformuleren.

  • Wat leer je uit deze vereisten over de Heer, en over zijn verlangens voor ons?

  • In hoeverre is het nuttig dat we die vereisten ook na onze doop indachtig zijn?

Kies twee of drie vereisten uit vers 37. Bespreek hoe je meer zoals onze hemelse Vader en Jezus Christus kunt worden als je er voortdurend naar streeft aan die vereisten te voldoen.

Segment 2: Vereisten na de doop

Lees Leer en Verbonden 20:68–69 en let op de verwachtingen die de Heer van ons na de doop heeft.

  • Wat leren we van vers 69 over de manier waarop we de Heer na de doop tonen dat we waardig zijn?

Markeer eventueel de zinsnede ‘een godvruchtige wandel en omgang’ in vers 69. Iemand kan ‘een godvruchtige wandel en omgang’ tonen met daden, houdingen en woorden die in overeenstemming met God zijn.

  • Waarom zou de Heer willen dat de leden van zijn kerk na hun doop ‘een godvruchtige wandel en omgang’ tonen?

Bespreek ten minste drie concrete manieren waarop we ‘een godvruchtige wandel en omgang’ kunnen tonen. Je kunt ook voorbeelden bespreken van manieren waarop je die in je eigen leven probeert te tonen.

Segment 3: Aan het avondmaal deelnemen

Lees in Leer en Verbonden 20:75 de instructies van de Heer over de verordening van het avondmaal.

  • Waarom zou de Heer willen dat we elke week bij elkaar komen om aan het avondmaal deel te nemen?

In vers 77 en 79 staan de gebeden die de Heer priesterschapsdragers opdraagt om bij de bediening van het avondmaal uit te spreken. Als we aan de avondmaalsverordening deelnemen, hernieuwen we het verbond dat we bij onze doop en bevestiging hebben gesloten. Als we ernaar streven om onze verbonden na te komen en ons dagelijks te bekeren, kunnen we dezelfde reiniging en zegeningen als bij onze doop ervaren.

Lees Leer en Verbonden 20:77 en 79 en ga na wat wij beloven en wat de Heer belooft als we aan het avondmaal deelnemen. Markeer die beloften eventueel in je Schriften.

  • Hoe kunnen we laten zien dat we bereid zijn de naam van Jezus Christus op ons te nemen?

  • Hoe kunnen we de Heiland zoal tonen dat we Hem indachtig zijn?

Hoe toont de verordening van het avondmaal de liefde en barmhartigheid van de Heiland voor ons?

Toepassen wat je hebt geleerd

Geef de cursisten de gelegenheid om te vertellen wat ze door de vorige studieactiviteit geleerd of gevoeld hebben. U kunt als onderdeel van deze bespreking een of meer van de volgende vragen stellen.

  • Wat voor inzichten of indrukken krijg je bij het bestuderen van deze verzen?

  • Wat kom je door je studie van de leringen van de Heiland in deze afdeling over Hem te weten?

  • Wat heb je vandaag geleerd of gevoeld over het belang van de verordeningen van de doop en het avondmaal?

    Laat de cursisten bij zichzelf nagaan in hoeverre ze aan de vereisten voldoen waarover ze vandaag meer te weten zijn gekomen. Geef daartoe bijvoorbeeld de volgende instructies weer en laat ze hun antwoorden in hun studiedagboek noteren.

  • Zoek een zinsnede in de verzen die je vandaag hebt bestudeerd (Leer en Verbonden 20:37, 68–69, 75–79) die iets beschrijft wat je goed doet. Noteer deze zinsnede in je studiedagboek en beschrijf waarom je je in dat opzicht goed voelt.

  • Zoek een zinsnede uit deze verzen die iets beschrijft waarin je je wilt verbeteren. Noteer die zinsnede in je studiedagboek en beschrijf waarom je die gekozen hebt.

  • Stel een concreet doel om je te verbeteren in het aspect dat je hebt gekozen.

Moedig de cursisten aan om aan de slag te gaan met het doel dat ze hebben gesteld. Getuig van de liefde van de Heiland voor hen en van de hulp die Hij kan bieden als ze ernaar streven de verbonden na te komen die ze met Hem hebben gesloten.